huisman schreef:ab321 schreef:huisman schreef:ab321 schreef:In het artikel van ds. Roos ( gisteren in de Wachter Sions) contateert hij dat volgens het schema van ds. Kort de zondaar die nog onder de wet is de trekkende liefde des Vaders kan ondergaan (Joh 6: 44 “Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.”). Dan is hij dus nog niet wedergeboren en kan nog verloren gaan. Ik ben het met ds. Roos eens dat dit onbijbels is (immers: "Ik zal hem opwekken ten uiterste dage").
En in Jeremia 31:3 staat over de trekkende liefde des Vaders: “De HEERE is mij verschenen van verre tijden . Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.” Kan zo iemand nog verloren gaan?
Hoe zat het dan met die oudste zoon uit de gelijkenis? Was daar ook niet de trekkende liefde van de Vader? Ik denk dat je wel erg vlug en zonder gelezen te hebben wat ds Kort schrijft het etiket "onbijbels" gebruikt.
Over de oudste zoon staat in Lukas 15:28: “Maar hij werd toornig en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit en bad hem.”
De kanttekening zegt over “bad”: “vermaande hem, namelijk dat hij zou inkomen, of: riep hem.” Dat ziet dus op de uitwendige roeping. Ds Kort verwijst naar Joh 6:44, en daar gaat het duidelijk over de persoonlijke trekking door de Vader, die onwederstandelijk is (inwendige roeping): “ Ik
zal hem opwekken ter uiterste dage”
Trouwens ik lees het gedeelte in het boek van ds Kort waar hij precies het tegenovergestelde zegt van wat jij (of ds Roos) beweerd. Ds Kort verwijt de embryotheolgen juist dat zij dat trekken pas laten gelden als men de habitus van het geloof al bezit.(blz 144) op blz 162 en 163 zegt hij dat alleen die zondaren-die de trekkende liefde van de Vader en de Zoon kennen- onweerstaanbaar tot Christus worden getrokken. Ik heb de recensie van ds Roos niet gelezen maar ik hoop dat jij hem verkeerd heb samengevat anders zouden er onwaarheden in deze recensie staan.
Ds. Roos refereert aan het schema van ds. Kort op bladzij 176:
‘De uitwendige roeping door middel van Gods Woord (Jes. 53:1; Matth. 23:37; Rom 10:17; 2 Kor 5:11; Gal. 3:2,5; Hebr. 2:3). Wat werkt God in het hart van de zondaar als hij nog onder de wet is? (Rom. 6:15-23).
1. De opwekking uit de dood der zonden en misdaden (Joh. 5:25);
2. De ontwaking uit zijn diepe doodslaap (Ef. 5:14);
3. De opening der ogen (Hand. 26:18);
4. De overtuiging van zonden voor een heilig en rechtvaardig God (Joh. 16:8);
a. Godskennis (Jes. 6:5);
b. ellendekennis (Klaagl. 3:1);
c. zelfkennis (Jes. 17:9)
5. de toeleidende weg tot Christus (Jes. 55:6; Luk. 15:17-20; Joh. 6:35, 65);
a. de trekkende liefde des Vaders (Hos. 2:13; Joh. 6:44);
b. de droefheid naar God (Jer. 31:9; 2 Kor. 7:10);
c. de afsnijding van alles wat God en Christus niet is (Luk. 9:24; Rom. 9:28; Joh. 15).
Dus ds. Kort rekent de trekkende liefde des Vaders tot de uitwendige roeping, vóór de wedergeboorte. Comrie rekent het tot de inwendige roeping bij de wedergeboorte (dus inderdaad als de habitus van het geloof aanwezig is). Dan staan er toch geen onwaarheden in de recentie?
Als ds. Kort op blz 162 en 163 zegt hij dat alleen die zondaren die de trekkende liefde van de Vader en de Zoon kennen, onweerstaanbaar tot Christus worden getrokken, dan lijkt hij zijn eigen schema op blz 176 tegen te spreken.