Re: Belijdenis doen
Geplaatst: 12 apr 2012, 13:36
Dat begrijp ik even niet Tiberius, wat heeft het huwelijk met Boaz te maken met de belijdenis van Ruth?
Je kan Boaz zien als een type van Christus.ejvl schreef:Dat begrijp ik even niet Tiberius, wat heeft het huwelijk met Boaz te maken met de belijdenis van Ruth?
En wat heeft DAT met de vraag over geloof te maken?Tiberius schreef:Klopt. Alleen had ze toen Boaz nog niet ontmoet. Laat staan, dat ze al met hem getrouwd was.Bert Mulder schreef:Tib, Ruth deed belijdenis van haar geloof: "uw God is mijn God." Dat sprak van geloof, en niet van 'moeite met toe-eigening'.
Dat dus zeker niet, maar als een levendgemaakte, maar missende zondaar.Bert Mulder schreef:Want dan zou je ermee zeggen, dat de BELIJDENIS VAN EEN WAAR GELOOF! die Ruth deed (uw God is mijn God), door haar, als de 'oude mens' gesproken waren, in plaats van haar, zijnde wedergeboren.
Geen van beide, want op grond van Mattheüs 16 vers 16 is hij al een belijdend lid: "En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods".Tiberius schreef:Dat dus zeker niet, maar als een levendgemaakte, maar missende zondaar.Bert Mulder schreef:Want dan zou je ermee zeggen, dat de BELIJDENIS VAN EEN WAAR GELOOF! die Ruth deed (uw God is mijn God), door haar, als de 'oude mens' gesproken waren, in plaats van haar, zijnde wedergeboren.
Laat ik het anders zeggen.
Zou je een man als Petrus, van wie Christus in Johannes 14 zegt "Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij?", accepteren als belijdeniscatechisant? Of zou hij dooplid moeten blijven?
Dan ga je tegen de praktijk van de vaderen in, want dan kan je de vragen van Voetius niet gebruiken.ejvl schreef:Ik zal het nog veel simpeler zeggen hoe ik daar over denk:
Zodra iemand kan belijden dat hij geloofd in Jezus Christus en dat Deze voor zijn zonden gestorven is mag hij belijdenis afleggen, en dan kan het best zijn dat deze persoon nog niet alle weldaden of inlevingen heeft beleefd maar al wel kan getuigen van zijn geloof.
Als hij dit niet kan zal hij moeten wachten.
We kunnen pas achteraf zeggen als iemand op de toeleidende weg is of een oprecht missende zondaar is, dan kan deze al wel van God gerechtvaardigd zijn maar nog geen persoonlijke toepassing hebben, maar het kan ook zijn dat het een eigen berouw is wat weer afzwakt, daar kunnen wij mensen niets over zeggen en zal er tot de toepassing (of niet) gewacht moeten worden volgens mij.
In die staat kunnen we menselijk gesproken nog niet spreken over een waar geloof, en daar kunnen wij als mens dus niets over zeggen.
En wat voor gemis toonde ze dan? Ze had de wereld de rug toegekeerd, en toonde in haar leven, door haar goede werken, dat ze een waar gelovige was.Tiberius schreef:Dat dus zeker niet, maar als een levendgemaakte, maar missende zondaar.Bert Mulder schreef:Want dan zou je ermee zeggen, dat de BELIJDENIS VAN EEN WAAR GELOOF! die Ruth deed (uw God is mijn God), door haar, als de 'oude mens' gesproken waren, in plaats van haar, zijnde wedergeboren.
Laat ik het anders zeggen.
Zou je een man als Petrus, van wie Christus in Johannes 14 zegt "Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij?", accepteren als belijdeniscatechisant? Of zou hij dooplid moeten blijven?
5 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
16 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.
17 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.
19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
20 Toen verbood Hij Zijn discipelen, dat zij iemand zeggen zouden, dat Hij was Jezus, de Christus.
21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.
22 En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden.
23 Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn.
Dan hebben de opstellers van het avondmaalsformulier het aardig mis gehad...ejvl schreef:Ik zal het nog veel simpeler zeggen hoe ik daar over denk:
Zodra iemand kan belijden dat hij geloofd in Jezus Christus en dat Deze voor zijn zonden gestorven is mag hij belijdenis afleggen, en dan kan het best zijn dat deze persoon nog niet alle weldaden of inlevingen heeft beleefd maar al wel kan getuigen van zijn geloof.
Nee toch?Tiberius schreef: Dan ga je tegen de praktijk van de vaderen in, want dan kan je de vragen van Voetius niet gebruiken.
Je gaat dan van mensen eisen (of "verwachten" zo je wilt), waar ze nog niet aan toe zijn.
Dan ben je dopers bezig: een kerk met alleen wedergeborenen en tegen hetgeen de apostelen en de DL stellen.
Hoe bedoel je Marieke?Marieke schreef: Dan hebben de opstellers van het avondmaalsformulier het aardig mis gehad...
Precies. Maar het moment dat hij met Thomas kon zeggen "Mijn Heere en mijn God" ligt enige tijd verder.Cantate schreef:Geen van beide, want op grond van Mattheüs 16 vers 16 is hij al een belijdend lid: "En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods".Tiberius schreef:Dat dus zeker niet, maar als een levendgemaakte, maar missende zondaar.Bert Mulder schreef:Want dan zou je ermee zeggen, dat de BELIJDENIS VAN EEN WAAR GELOOF! die Ruth deed (uw God is mijn God), door haar, als de 'oude mens' gesproken waren, in plaats van haar, zijnde wedergeboren.
Laat ik het anders zeggen.
Zou je een man als Petrus, van wie Christus in Johannes 14 zegt "Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij?", accepteren als belijdeniscatechisant? Of zou hij dooplid moeten blijven?
Ik ben toch bijzonder dankbaar dat het in onze gemeente zo ontzettend ingewikkeld niet is. Wij kennen geen vragen van Voetius en van bloemhoven hebben we ook nooit gehoord.Tiberius schreef:Dan ga je tegen de praktijk van de vaderen in, want dan kan je de vragen van Voetius niet gebruiken.ejvl schreef:Ik zal het nog veel simpeler zeggen hoe ik daar over denk:
Zodra iemand kan belijden dat hij geloofd in Jezus Christus en dat Deze voor zijn zonden gestorven is mag hij belijdenis afleggen, en dan kan het best zijn dat deze persoon nog niet alle weldaden of inlevingen heeft beleefd maar al wel kan getuigen van zijn geloof.
Als hij dit niet kan zal hij moeten wachten.
We kunnen pas achteraf zeggen als iemand op de toeleidende weg is of een oprecht missende zondaar is, dan kan deze al wel van God gerechtvaardigd zijn maar nog geen persoonlijke toepassing hebben, maar het kan ook zijn dat het een eigen berouw is wat weer afzwakt, daar kunnen wij mensen niets over zeggen en zal er tot de toepassing (of niet) gewacht moeten worden volgens mij.
In die staat kunnen we menselijk gesproken nog niet spreken over een waar geloof, en daar kunnen wij als mens dus niets over zeggen.
Je gaat dan van mensen eisen (of "verwachten" zo je wilt), waar ze nog niet aan toe zijn.
Dan ben je dopers bezig: een kerk met alleen wedergeborenen en tegen hetgeen de apostelen en de DL stellen.
Marieke schreef: Dan hebben de opstellers van het avondmaalsformulier het aardig mis gehad...
Die nodigen ook de zwakgelovigen, die niet zeker weten dat hun zonden vergeven zijn, maar die de gewisse belofte Gods geloven dat hun zonden vergeven zijn.EjvL schreef:Hoe bedoel je Marieke?