Nee, je zegt dan wat anders dan ik bedoel duidelijk te maken.Zonderling schreef:Maar dan zeg je dus wel dat een wedergeborene aanvankelijk Christus nog niet kent als Zijn persoonlijke Zaligmaker. En dat vind ik een uitermate gevaarlijke stelling, in strijd met de Schrift, de geloofsbeschrijving van de HC + Westminster Confessie en ook met Erskine, Calvijn en vele, vele anderen.
Mijns inziens koppel je op deze wijze de persoonlijke toeeigening teveel aan het wezen van het geloof. Het wezen bevat slechts Christus. Eigen gevoel, eigen rust, het is allemaal wel nodig, maar niet noodzakelijk om het zonder dat als waar geloof te duiden.
Een klein geloof is even waar als een groot geloof.
Dat onderscheid zou bij jou dan niet bestaan?
Het waarzaligmakende geloof kent Christus als de ware Zaligmaker, en erkent Hem altijd als de Enige die zondaren zaligt en als de Messias. De zondaar die dit gelooft heeft Hem nodig, en heeft Hem lief.
Als er geloof is en de zekerheid die rust geeft ontbreekt, en de vertwijfeling overheerst, dan moet deze kleingelovige gebouwd worden in Christus. Het aannemen van Hem en Zijn weldaden is dan wat anders dan het persoonlijk toeëigenen waarin er sprake is van zekerheid. Ik geloof niet in een verborgen Jezus voor de kleingelovige. Dat kan niet. Wel in een verborgen bevestiging aan eigen ziel, de verzekering.
De kern, het wezen van het geloof:
Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam. Joh.20:31
Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren; en een iegelijk, die liefheeft Dengene, Die geboren heeft, die heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren is. 1 Joh.5:1
Hier staat het onderwerp van het geloof centraal: Christus, de Messias. De erkenning van Hem als de Zaligmaker voor zondaren. Dat is de definitie van het geloof!
Maar het onderwerp van het Geloof Christus is wat anders dan het onderwerp eigen ziel daarbij te betrekken. Ik hou dat op de zekerheid van het geloof waar Petrus op wijst:
Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. 2 Petr. 1:10
Daarom: 1 Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus;
2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;
3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;
4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
5 En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis,
6 En bij de kennis matigheid, en bij de matigheid lijdzaamheid, en bij de lijdzaamheid godzaligheid,
7 En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde jegens allen.
8 Want zo deze dingen bij u zijn, en in u overvloedig zijn, zij zullen u niet ledig noch onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus.
9 Want bij welken deze dingen niet zijn, die is blind, van verre niet ziende, hebbende vergeten de reiniging zijner vorige zonden.
Als zondaren de verkiezing vast moeten maken is er geen sprake van zekerheid in persoonlijk geloof. Wel aangaande de Zaligmaker, niet aangaande de toeëigening. En Petrus gunt de gelovigen(!) hier ook geen rust, zie vers 9!
Hier zie ik een gelovige aangesproken die als wedergeborene wordt geduidt -hoort immers bijelkaar- en uitverkoren is, maar dat vast moet maken om niet te struikelen.
Let ook op het 1e vers waar de rechtvaardiging wordt genoemd in de aanspraak van de gelovigen. En toch de verkiezing vast maken!
De opwas in de genade heeft niet als beginpunt de verkiezing, want ik meen dat enkel een vastgemaakte verkiezing zekerheid geeft. De verkiezing is altijd oorzaak van wedergeboorte. En ook: Wedergeboorte en geloof horen bij elkaar.
Maar dat wil niet zeggen dat het in de uitwerking voor de Heilige Geest zo is te benoemen dat er een sluitend systeem ontstaat van een wedergeboorte die direct een verzekerd geloof heeft. Want dan kan ik geen kant meer op met de teksten van Petrus, en verschuift het onderwerp van het geloof van de Zaligmaker naar de mens die zekerheid voelt. Dan wordt de ervaring van de mens onderwerp van het geloof. Ik geloof niet dat de door jou aangehaalde theologen dat zo bedoelen.
Om geloof en wedergeboorte bijéén te houden, is het van belang niet het punt van de wedergeboorte te willen bepalen, maar het punt van het geloof dat Christus en al Zijn weldaden aanneemt, om dan vervolgens achterom kijkend verwonderd te mogen zien dat de Heere al veel eerder begonnen was en dat het geloof zo wankelmoedig is. In dat licht kan Brakel ook stellen dat we de wedergeboorte vaak te laat stellen, en dan kan ook overeind gehouden worden dat het leven pas ervaren wordt als Christus persoonlijk wordt geëigend.
En dan komen we uit in dezelfde prediking die alles afsnijdt wat Christus niet kent als persoonlijke Borg en Middelaar, en dan worden ook kleingelovigen dus vermaand niet te twijfelen aan de persoonlijke toepassing. Want uiteindelijk is dat een toestand van het laten overheersen van ongeloof over het geloof. Het ware geloof, de nieuwe mens wordt niet altijd als een groter mens geboren als de oude mens opdat moment is. De oude gaat eraan, de nieuwe groeit op en hoe sneller de nieuwe mens groeit, des te sneller deze de oude overheerst. Daarom is een leven dicht bij Gods Woord zo belangrijk. Enkel dat Woord geeft teerkost voor het groeien van de nieuwe mens.
Eén punt van aandacht wat daarbij niet mag ontbreken:
Als er lange tijd zit tussen het waar geloven in Christus als de Zaligmaker en het toeëigenen daarvan, dan is er iets mis in de prediking. Dat zal niet iedereen met mee eens zijn, maar ik
poog hier de 2 visies die we kortweg als Comrie en Van de Groe kunnen aanduiden denk ik, bijeen te brengen.
Als er lange tijd zit tussen Zoeken en Vinden, dan is er een lange tijd van bekommernis, zoals dat dan wel genoemd wordt.
Dan wordt er mijns insziens ten onrecht onvoldoende afgesneden en onvoldoende eigen gerechtigheid aangewezen en vermaand om persoonlijk tot de Borg en Middelaar te gaan. De prediking bevat alle waarheden van Gods getuigenis die een zondaar geloof aanwijzen als weg van behoud voor de zondaar persoonlijk. Als daar een belemmering in zit die het persoonlijke aspect in de weg staat, dan is de dwaasheid der prediking als middel geboden de zondaar direct op Christus te wijzen. Dit openstaande deel is enkel met een krachtig aanbod van genade op te vullen, zo is mijn overtuiging. Op dit punt zijn Comrie en Van der Groe eensgezind, en kan ik Calvijn, Erskines, Boston, Kohlbrugge etc. plaatsen.
Ik weet wel dat er in mijn kerkverband op dit punt verschillende meningen zijn, maar ik denk dat enkel op deze wijze een verbinding te maken is tussen verscheidene visies, als zijnde verscheidene theologische onderscheidingen op punten als rechtvaardiging.