Afgewezen schreef:Fjodor schreef:Ja, ok. En je denkt niet dat hierdoor zaken die letterlijk gezien niet remonstrants zijn, misschien toch wel als remonstrants gezien gaan worden? Ik denk dat dat kan leiden tot een te krampachtig geloofsleven.
Nee. Misschien heb jij een wat andere kerkelijke achtergrond dan het doorsnee RF-lid. Wie een orgaan heeft ontwikkeld voor wat remonstrants is, d.w.z. waarbij op de een of andere manier de genade afhankelijk wordt gesteld van de beslissing van de mens, zal bepaalde artikelen anders lezen dan iemand die dat orgaan níét heeft. Maar onbevangen lezen is niet altijd beter lezen, domweg omdat je wanneer je bepaalde informatie mist, zaken niet altijd juist kunt beoordelen.
Ok. Maar nu zit je al meteen met een probleem. Want wat verstaan we onder het woord afhankelijk? Het is toch de mens die geloven moet. Begrijp me goed, ik wil dit
binnen de kaders van Dordt zeggen. Maar ik denk dat ik hierin niet alleen sta. Allereerst als ik kijk naar het algemene spreken van de bijbel. Verder als ik kijk naar de reformatie.
Het gaat hierin natuurlijk over wat we bedoelen met het woord afhankelijk.
In eerste instantie gaat het mij erom dat we een aantal zaken moeten kunnen blijven zeggen die in het artikel van ds. Van de Brink naar voren komen.
Ik citeer uit het artikel van Van de Brink:
p. 160
Zoals bleek stemmen Arminius en Comrie op twee punten overeen: de
geloofsdaad kan geen instrument zijn, en daarom is de geloofsact geen instrument
voor de toerekening van Christus’ gerechtigheid. Hoe is er op deze
zaken gereageerd in de periode rondom de Dordtse synode?
p. 161
Wij ontkennen niet dat het geloof als een daad die uit een inwendige dispositie
voortkomt, een werk is en onze daad.
Trigland benadrukt de eigenlijke kwestie: wat is de materiële oorzaak van de
rechtvaardiging? Als dat duidelijk is gemaakt, is er geen bezwaar om de
geloofsdaad als instrument aan te merken. Een bedelaar steekt zijn hand uit
op bevel van een rijke; vervolgens ontvangt hij de gift. De daad van de bedelaar
kan worden beschouwd zowel als gehoorzaamheid aan de opdracht alsook
als een eigen daad.82
p. 162
Lubbertus (volgens Forbes84 de meest starre en hardnekkige tegenstander
van de arminianen) stelt hetzelfde. De vraag is niet of het woord ‘geloof’ in
Rom. 4:5 wel of geen daad is. Daarover is geen verschil van mening: het ís een
daad, een werk (Joh. 6:29).85 Geloven is namelijk een ondersoort (species) van
werken.86 Het is dus zeker juist om te zeggen dat wij door het werk van geloven
worden gerechtvaardigd.87