Jan schreef:Eveneens in de Terdege van deze week staat een opmerking van drs. L. Snoek. Hij zegt feitelijk dat de HSV niet uitgaat van dezelfde vertaalprincipes dan de StatenVertaling. De HSV zou in zijn optiek dan ook zo eerlijk zijn om hun nieuwe vertaling niet Herziene StatenVertaling te noemen, want dat is het gewoon niet.
Graag zou ik reacties zien puur op de feitelijke vraag of de HSV wel of niet een herziening is van de StatenVertaling. Los dus van de vraag of je de HSV zou willen of moeten gebruiken en of de HSV wel of geen goede vertaling is. Puur dus de volgende vraag:
Is de HSV een Herziene StatenVertaling?
Marnix schreef:Ik denk dat men globaal wel aan die vertaalprincipes vast heeft willen houden maar op bepaalde vlakken toch voor andere principes heeft gekozen omdat men vond dat dat beter is. Een voorbeeld is het van cultuur naar cultuur vertalen. "Het regent pijpenstelen" vertaal je niet naar het engels met: It's raining pipesteels maar "it's raining cats and dogs" bijvoorbeeld. Bij de SV is dat volgens mij iets minder zo gedaan dan in de HSV. Als je wil overbrengen hoe ze het in die cultuur uitdrukken vertaal je het letterlijk, maar kan dat voor iemand die niet in die cultuur leeft vreemd of slecht te begrijpen zijn. Vertaal je het naar de andere cultuur, dan komt de boodschap (dat het heel hard regent dus) goed over maar je neemt niet een stukje cultuur (en inzicht daarin) mee in je vertaling.
De HSV vertaalt de Hebreeuwse en Griekse uitdrukkingen minder letterlijk en is daardoor minder brontaalgericht. We zouden vertalingen aan de hand van brontaalgerichtheid kunnen indelen, bijvoorbeeld als volgt:
A. Zeer brontaalgericht (uitdrukkingswijze en woordkeus brontaal (=grondtaal) prevaleert sterk boven doeltaal (= taal waarin vertaald wordt).
B. Overwegend brontaalgericht (uitdrukkingswijze en woordkeus brontaal prevaleert doorgaans boven doeltaal).
C. Overwegend doeltaalgericht (uitdrukkingswijze doeltaal prevaleert doorgaans boven brontaal, maar structuur en woordkeus van brontaal goed herkenbaar).
D. Zeer doeltaalgericht (uitdrukkingen in de brontaal worden volledig herschreven in doeltaal).
Voorbeelden:
A. Statenvertaling, KJV, Naardense Bijbel, NASB, Elberfelder vertaling.
(Binnen deze groep zijn weer gradaties, bijvoorbeeld is de Statenvertaling letterlijker dan de (gereviseerde) Elberfelder vertaling.)
B. HSV, NBG '51, RSV (Revised Standard Version), Luther vertaling.
C. NIV (New International Version) (hoewel misschien toch categorie B)
D. NBV, Willibrord vertaling, Groot Nieuws.
Hoe dichter bij A, hoe minder interpretatie in de vertaling. Hoe dichter bij D, hoe meer interpretatie.
Anderzijds zijn vertalingen in categorie B en C 'gemakkelijker' te lezen.
Het is ieders recht om in een nieuwe vertaling een keuze te maken tussen A, B of C.
D is voor mij geen echte vertaling maar een 'navertelling' en daarom onaanvaardbaar.
De Statenvertaling is gebaseerd op de keuze om de uitdrukkingen van de brontaal zoveel mogelijk te volgen (categorie A). Wat dit betreft zijn NBG '51 en HSV minder strikt. Inderdaad volgt de HSV dus een andere vertaalmethode dan de Statenvertaling.
Wat betreft de vraag van Jan of de HSV nog wel de Statenvertaling is.
Mijn antwoord daarop is: Nee, omdat:
1. De vertaalprincipes niet gelijk zijn en de structuur van de oorspronkelijke tekst niet in die mate wordt gevolgd als in de Statenvertaling. (Hierboven genoemd.)
2. Heel veel teksten volledig worden herschreven. (Zie bijvoorbeeld de zendbrieven en Psalmen.)
3. De interpretatie van de Statenvertaling dikwijls niet gevolgd is, terwijl in heel veel van deze gevallen de interpretatie van de Statenvertaling zonder meer legitiem/correct is. (Zie bijvoorbeeld Genesis 4:7b, Psalm 22:22b gebiedende wijs).
4. Ook in gevallen waarin de Statenvertaling een goede woordkeus heeft en deze woordkeus niet onjuist of verouderd is, deze woordkeus tóch regelmatig wordt aangepast.
Van voorbeelden van 2, 3 en 4 zouden lange lijsten kunnen worden samengesteld.
M.vr.gr.
Zonderling