Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Geplaatst: 21 mar 2020, 13:44
"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Dat is een goed gezegd.Johannes 3:16 schreef:"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Door wie?Arja schreef:Dat is een goed gezegd.Johannes 3:16 schreef:"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Bron: een nieuwsbrief, die dit citeerd vanuit het blad van Vereniging ‘Een Handreiking’Ds. J.A. Weststrate schreef:
Roemen in verdrukkingen
En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt. Romeinen 5:3
Geliefde lezer, u zult uzelf afvragen: ‘Hoe kan ik ooit roemen, terwijl ik gedrukt word door het lijden van een geliefde die in psychische nood is?’
Dat kan inderdaad alleen als men in deze verdrukkingen de liefde Gods gevoelt en mag ervaren dat Hij ‘de zoon kastijdt die Hij liefheeft’.
We kennen allemaal verdrukkingen. Toch is er verschil tussen verdrukkingen.
Bij Gods kinderen is het een liefdeskastijding en bij de onbekeerden is het een uiting van Gods toorn over de zonde.
De verdrukkingen van Gods kinderen zijn verbonden aan het volgen van Christus. ‘Want zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij’.
Trek nu niet de conclusie: ik heb verdrukkingen….dus ik volg Jezus.
Nee, verdrukkingen zijn gevolgen van het volgen van Jezus en niet de oorzaak van het volgen van Jezus. Wel hoop ik dat de verdrukkingen u uitdrijven naar Christus, de overste Leidsman, Die het kruis heeft verdragen en de schande veracht. Alleen aan Zijn voeten is er rust te midden van de verdrukkingen. Paulus roemt in ons tekstvers niet in de verdrukkingen zelf, want de ‘onderdrukking zou wel een wijze dol maken’. Als de Heere verdrukkingen geeft, dan is er bij aanvang geen roemen. Vaak vervalt men in moedeloosheid of in zelfbeklag. In verdrukkingen komt zo openbaar dat we geen gewillige, lieve en volgzame mensen zijn. Die ervaring had Paulus ook. Hij wist dat zijn vlees niet onderworpen wil en kan zijn aan Gods wet. Maar hij wist – ook uit ondervinding – dat de liefde Gods in de verdrukkingen Gode verheerlijkende vruchten voortbrengt. Die zekerheid doet hem getuigen: ‘wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt’.
Lijdzaamheid is wat anders dan lijdelijkheid.
Lijdelijkheid doet namelijk berusten in een situatie waarvan men onmachtig zegt: ‘Het is nu eenmaal zo’.
Lijdelijkheid geeft geen troost.
Maar de oefening van lijdzaamheid geeft wel troost.
Lijdzaamheid is een bijzondere genade die voortvloeit uit de liefde Gods.
Lijdzaamheid geeft onderwerping aan de verdrukkingen, ook al zit men vol vragen en raadsels en is het pijnlijk voor vlees en bloed.
Lijdzaamheid doet als Aäron stil zijn in de verdrukkingen en zegt met Psalm 62: ‘Doch gij, mijn ziel, het ga zo ’t wil, stel u gerust, zwijg Gode stil’.
Lijdzaamheid doet danken in de verdrukking, omdat men niet langer Gods toorn, maar Gods troost ervaart: ‘Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij’.
Lijdzaamheid vloeit voort uit geloofsgemeenschap met de lijdende Christus. Bijvoorbeeld als men Hem met het geloofsoog in uiterste benauwdheid en van God verlaten ziet hangen aan Golgotha’s kruis en dan inleeft: ‘ik heb Zijn kroon gevlochten en Zijn beker gevuld’. Dan gaat de hand op de mond. Maar als dan gehoord mag worden ‘en Ik voor u’, dan breekt het hart.
Hij dronk de volle beker van Gods ongedeelde toorn die ik verdiend heb, en ik drink slechts een druppel die vermengd is met liefde. Dan kust men de doornen die het pad omtuinen en mag men volgen zonder vragen.
De Heere brengt uit liefde in verdrukkingen, opdat een geheel ontkracht mens zijn krachteloze armen in het geloof mag uitstrekken naar Hem Die kracht in zwakheid geeft. Om dan in de verdrukkingen, leunend op de krachtige Held ter hulpe, Paulus na te zeggen: ‘Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone’.
Geliefde onbekeerde lezer, strijd niet langer tegen het kruis. Smeek of de Heere het kruis wil heiligen. Opdat u met McCheyne mag getuigen: ‘Nu reis ik getroost onder het heiligend kruis, naar het erfgoed daar boven, naar het Vaderlijk huis’.
Kinderen des Heeren, strijd niet langer tegen het kruis dat de Heere u in liefde oplegt. Juist in verdrukkingen is Hij zo nabij. Met Zijn ene hand slaat Hij, maar met de andere hand draagt Hij. De doornen zijn nodig om u te leiden naar het Jeruzalem dat boven is; waar geen verdrukkingen meer zijn, maar waar men eeuwig een Drie-enig God mag roemen…., ook voor Zijn wijze verdrukkingen.
Ja, ik zag vandaag een berichtje op Twitter dat de meet apparatuur significant minder stikstof meten.CvdW schreef:Weet iemand hier op RF hoe het zit met de stikstof getallen op dit moment?
Nu vliegverkeer en autoverkeer afgenomen zijn kan er misschien een balans worden opgemaakt over het stikstofgebeuren.
Bron: een nieuwsbriefConrad Mell (1666-1733) schreef:
Gebed in tijden van pest en besmettelijke ziekten
Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.
Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burcht; mijn God, op Welken ik vertrouw.
Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Psalm 91:1-3
O, heilige en rechtvaardige God, Die ons, aangezien wij tegen U, onze almachtige Schepper en Weldoener, gezondigd hadden, door besmettelijke en schielijk wegrukkende ziektes bezoekt.
Ach, wij bekennen onze schuld dat wij Uw goedheid en lankmoedigheid tot toorn en rechtvaardige straffen getergd hebben, daarom laat U zulke zware bezoekingen over ons komen, die ons schielijk en onverwacht uit de tijd in de eeuwigheid brengen. De dood klimt in onze vensters en rukt de een na de ander weg, zodat zelfs onze beste vrienden voor ons schuwen en wegvluchten.
U hebt een vuur van besmetting onder ons ontstoken, wat niemand blussen kan dan U alleen Die onze ware Helper en Geneesmeester bent. Wij zien overal waar wij ons keren, niet anders dan dode mensen. En de menigvuldige dode lichamen die men wegdraagt, zeggen ons zonder spreken, dat wij ook haast kunnen worden gelijk zij.
Ach God, wij staan tussen de doden en levenden gelijk Aaron, en brengen U, onze Ontfermer, het reukoffer van een hartgrondig gebed. Wij roepen en zuchten met een bewogen ziel: Ach, Heere HEERE, verschoon toch en laat Uw doodsengel zijn zwaard in de schede steken!
Ontferm U toch over Uw volk en over de schapen Uwer weide! Vergeef ons, lieve God, al onze zonden waarmee wij Uw toorn gaande hebben gemaakt, om Jezus, Uw allerliefste Zoons wil. Neem deze schadelijke plaag weg en weer dit onheil van ons af. U hebt immers gezegd: ‘En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; lk zal er u uithelpen, en Gij zult Mij eren.’ Waar is een groter nood, Heere, dan deze waarin het met alle menselijke hulp schijnt gedaan te zijn, waar de dood menigeen overvalt zonder dat hij er aan denkt of tijd heeft om zich tot dusdanig grote verandering behoorlijk te kunnen voorbereiden?
Ach God, ruk ons toch niet weg in het midden van onze zonden door zo een schadelijke en schielijke dood, en geef, dat we alle dagen, ja alle uren op onze hoede moge zijn. Opdat, wanneer het U behagen mocht ook over ons de dood te gebieden, wij bereid bevonden worden.
Laten wij het op het laatste, schielijke en benauwde uur niet laten aankomen, maar onze roeping en verkiezing vast maken, zodat, indien het U behaagt ons mede uit deze ellendige wereld te roepen, wij gerust kunnen sterven op wat wij U, onze hemelse Vader, voorheen in boete, geloof en hoop betuigd hadden.
Echter willen wij, Heere, aan Uw machtige hulp niet wanhopen, want U kunt, zo U wilt, zelfs in het midden van het vuur van deze besmettelijkheden en plagen, redden en behouden. U kunt, onder zoveel doden, aan levenden Uw wonderen bewijzen.
Laat ons, o God, Uw macht aanschouwen. Laat ons Uw barmhartigheid zien in de diepte van onze nood en ellende. Bewaar ons ‘voor de pestilentie die in de donkerheid wandelt, voor het verderf dat op den middag verwoest.’ En bewijs Uw almogendheid over ons, die hier voor het altaar van Uw oneindige barmhartigheid neerliggen. Behoed ons voor schrik en vrees in deze gelegenheid, en laat ons zijn als een vuurbrand uit het vuur gerukt.
Zullen wij langer leven, Heere, zo toon ons Uw heil en genadige hulp, opdat wij U prijzen in het land van de levenden. Zullen wij haast sterven, zo laat ons zacht en zalig ontslapen. Laat ons onze laatste strijd dapper strijden en in geloof en vaste hoop, met een gezicht en voorsmaak van onze aanstaande hemelse heerlijkheid, vanhier gaan en haast geraken op die plaats, alwaar wij een onuitsprekelijke en eeuwige gelukzaligheid genieten zullen.
Amen, Heere Jezus, amen.
"dinsdagavond 24 maart om 19:00u hoopt Avond meditatie voor te gaan".Geytenbeekje schreef:https://kerkfoon.nl/hhgstmaartensdijk.php
Elke avond een meditatie
Over die tekst (maar dan in de SV) preekte onze ds. eens met een bid- of dankdagavond. Dat zijn vanouds ook echte boetedagen. Ik denk dat ik het nog ergens vermeld heb bij een bid- of dankdagtopic of bij 'waar ging de preek over'... Maar die preek staat me nog helder bij. Een zeer ernstig woord.Tiberius schreef:Een bijzonder mooie preek van Spurgeon voor deze tijd: http://charlesspurgeon.nl/goed-advies-v ... ke-tijden/