Oude Paden schreef:Het blijft in deze discussie toch een diepgaand verschil van mening:
Of je stelt dat God genade aanbied zonder de conditie van boetvaardigheid.
Of je stelt dat God genade aanbied onder de conditie van boetvaardigheid.
Dit zal jammergenoeg m.i. toch de splijtzwam blijven in onze gezindte.
OP ik begrijp dat je ernstige bedenkingen hebt tegen de gedachte van het onvoorwaardelijk Evangelie.
Er zijn al vele discussies gevoerd over dit onderwerp, hier op het forum , maar ook door de tijd heen door mensen met veel meer theologische kennis, zowel bevindelijk als verstandelijk, als wij hier met zn allen bij elkaar.
Maar neem nu een ding van me aan : stop nu eens met het wroeten in jezelf of je de ware boetvaardigheid vind.
Nooit heeft een mens daar genoeg van beleefd.
Altijd alles te kort.
En niemand hier zal ontkennen dat de weg tot het heil in een weg gaat waar ook de boetvaardigheid geleerd wordt.
Maar laat het nu niet het belangrijkste zijn , het ware geloof in Hem dat is het zuiverste kenmerk van genade, niet onze boetvaardigheid.
Dan kan ik het toch niet laten om nog een citaat ter plaatsen van een prediker die een boek uitgaf : De Godvruchtige Avondmaalganger.
Dit boek is uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van de Classis Walcheren.
In die tijd stonden daar o.a. de Godvruchtigepredikanten Fruytier, Tuinman en Smytegelt. Deze stonden pal achter dit boekje.
Deze "diepte"of zoals jij het noemt "ruimte"prediking , is nu van het allergrootste belang, ja van zielsbelang.
P Immens in de Godvruchtige avondmaalganger schreef:
Hier heb ik allereerst een woord voor u, ellendige, onwetende en zorgeloze zondaren,die nog buiten het verbond leeft.
Tot u moet ik zeggen, dat ik een brief heb van de God des hemels, waarvan het begin en het einde, en van achter tot voren, niets anders is dan een beminnelijk aanbod, om u te nodigen; dat u met God in een verbond zou komen. En deze nodiging wordt u in Gods Naam op het allerkrachtigst en ernstig voorgesteld, om, was het mogelijk, uw hart in te winnen.
- Dan wordt het eens nodigender wijze voorgesteld, Jes. 45:22: "Wendt u naar Mij toe, en wordt behouden."
- Dan eens biddende door Zijn gezanten, die van Christus' wege bidden: "Laat u met God verzoenen", 2 Kor. 5 : 20.
- Soms radender wijze: "Ik raad u, dat gij van Mij koopt goud, beproefd, komende uit het vuur", Openb. 3 : 18.
- Soms klagender wijze: "Och, of u naar Mij geluisterd hadt", Psalm 81 : 14.
- Dan weer eens verwijtende: "Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven hebt", Joh. 5 : 40.
- Ja, dan zweert God weleens: "Zo waarachtig als Ik leef, Ik begeer uw dood niet", Ezech. 33 : 11.
- Ook wel dwingender wijze, Lukas 14 : 23, en dan is het: "Dwingt ze om in te komen." En wat zijn die dwangmiddelen anders dan al die hartelijke betuigingen, die de Heere van Zijnentwege aan de zondaar laat doen, waardoor hij wel eens zó in het nauw wordt gebracht, dat hem alle uitvluchten ontnomen worden?
Ik kom dan nu ook als een gezant van God, uit Zijn Naam en van Zijnentwege datzelfde aanbod van genade en zaligheid doen. Ik kom u lokken en nodigen, dat ge u aan Gods verbond zou onderwerpen, dat u toch uw zielen niet langer zou onttrekken, maar in de raad Gods een welbehagen nemen. O, hier is een God, Die staat met uitgebreide armen, met rommelende ingewanden van barmhartigheid, u toeroepende: "Hoe zou ik u stellen als Adama, en als Zeboïm. Mijn ingewand is in Mij omgekeerd, en al Mijn berouw is tezamen ontstoken", Hoséa 11 : 8. Zult u nu zo'n vermanende, biddende, smekende, nodigende, ja dwingende God langer weigeren te horen? Die betuigt: zondaar, wat zal u de dienst van de zonden en de wereld baten? Wend u naar Mij toe. In Mijn dienst is leven en zaligheid. En wat kan of mag u hier toch terughouden? Alle zwarigheden, die u kunt inbrengen, worden weggenomen. De aanbieding is algemeen, aan allen, die leven onder de bediening van de genade. Daar wordt niemand uitgezonderd. Die maar wil, die kome.
(de Godvruchtige Avondmaalganger, P. Immens blz 257)