Zonderling schreef:Ik heb hier weinig op aan te merken. Enkele kleinere zaken wil ik opmerken.
- Zelf zou ik voor hoofdletters kiezen (Vader, Zoon, e.d.), zeker voor de zelfstandig naamwoorden.
Ik heb dat bewust niet gedaan. "Vader" en "Zoon" worden in onze kringen gezien als "namen", terwijl juist de functie daarin centraal staat.
- Vers 2a zie ik toch vooral gerelateerd aan vers 2b, daarom ben ik nog niet helemaal overtuigd van 'immers'. Dat vraagt wellicht verdere studie waar ik nu niet aan toekom.
Vond ik ook een moeilijke. Ik vond de uitleg van de Piller New Testament Commentary wel overtuigend, en heb daarom die uitleg gevolgd.
- In vers 2b is het inderdaad verleidelijk om 'allen die' te vertalen. Je merkt terecht op dat 'allen' in het Grieks in het enkelvoud staat en een relatie heeft met 'alle vlees'. Daarom heb ik toch voorkeur voor 'al wat' + de volgorde meer conform het Grieks aan te houden waardoor deze relatie met 'alle vlees' duidelijker is.
Juist vanwege die relatie met "alle vlees" heb ik er voor gekozen om "allen die" te vertalen. "Al wat" roept bij mij meer de associatie op met dingen, dan met mensen. Terwijl "alle vlees" duidelijk op mensen slaat. Juist door "allen die" blijft de relatie met "alle vlees" m.i. het meest zichtbaar. In het hypothetische geval dat ik ooit een vertaling zou uitgeven (gaat niet gebeuren), zou ik uitgebreide kanttekeningen plaatsen bij zulke vertaalkeuzes.
- In vers 3 is er inderdaad een conjunctief. Dit is echter een gevolg van het woord 'hina' waarop altijd een conjunctief volgt. Gezien het nadrukkelijke 'dít' dat vooraf gaat, vat ik 'hina' hier op als synoniem met 'hoti', dus niet zozeer gericht op een doel, maar eerder verklarend (wat het eeuwige leven is). Daarom vertaal ik toch liever met 'kennen' dan 'zouden kennen'.
Ik vond dit ook een moeilijke. Ik weet niet of conjunctieven in combinatie met hina vaker voorkomen als verklarend (ik kon in de grammatica's hierover zo snel niets vinden). Omdat ik een parallel zie tussen vers 2 en 3 (beide zinnen bevatten een 2-deling, gescheiden door hina), en in vers 2 duidelijk sprake is een hina die een doel aangeeft, meen ik dat in vers 3 ook te moeten doen.
De keuze voor "opdat zij zouden kennen" valt ook theologisch te onderbouwen. Ons kennen is nu ten dele, maar zal straks in de eeuwige heerlijkheid volmaakt zijn.