Ik zie dat we snel langs elkaar heen praten. Daarom probeer ik het zo duidelijk mogelijk te zeggen:Tiberius schreef:Op dit punt zijn we het dan volmondig eens. :DZonderling schreef:Het lijkt alsof we het eens zijn, maar volgens mij meen je niet wat je zegt anders hadden we er niet zolang over hoeven te doen.
Maar in ernst:
Onze belijdenisgeschriften houden inderdaad de door jou genoemde zaken bij elkaar (met uitzondering overigens van de wedergeboorte in ruimere zin, want die vindt de hele rest van het leven plaats).
Maar wat ik in jouw eerdere postings denk te lezen (ik zal het maar ronduit typen voor het gemak; corrigeer me maar als ik het mis heb), is dat je in navolging van mr. Bart de ellendekennis niet in de wedergeboorte plaatst. En dat bestrijd ik.
- Ellendekennis is kennis van zonde, dadelijke en aangeboren zonden, kennis niet alleen van de letter maar ook van de geestelijke zin van de wet, kennis van de schuld, smet en de heerschappij van de zonde, kennis van de val, van de zonde in Adam, kennis van het ongeloof, kennis van het zijn in een verloren staat, van het gescheiden zijn van Christus.
- De Heilige Geest werkt deze kennis. Ten dele reeds vóórdat iemand waarlijk tot Christus getrokken wordt en hem aanneemt. Ten dele volgt deze kennis daarop. Ik heb iemand (een waar gelovige) wel horen zeggen dat de kennis van zonde al dieper wordt naarmate iemand ouder.
- Dus: de kennis van zonde is er zeker in de wedergeboorte en verdiept zich in het verdere leven.
- Maar anderzijds: in het voorbereidend werk wordt ook reeds kennis en overtuiging van zonde gewerkt. Deze kennis gaat aan het geloven van Christus vooraf. Dit wordt gewerkt in iemand die nog niet is wedergeboren.
- Wedergeboorte begint niet met ellendekennis, maar het is een nieuwe schepping waarbij tegelijkertijd iemand gegeven wordt om te geloven. (Conform DL III/IV.12.14.)
- Wedergeboorte gaat gepáárd met ellendekennis, maar ellendekennis gaat ten dele ook aan de wedergeboorte vooraf.
Zonderling