memento schreef:Ik heb moeite met het zegel-gedeelte uit de uitspraak 'teken en zegel', als het gaat om de sacramenten.
M.i. is het nieuwe verbond met de hele mensheid opgericht. Iedereen die gelooft, wordt zalig, ook al ben je niet gedoopt. Een gedoopte heeft m.i. geen andere rechten of plichten, dan een niet-gedoopte, en gaat zonder te geloven even hard verloren als de rest.
Hetzelfde zie ik het avondmaal. Het is een gedachtenis, een teken, van Jezus dood voor ons. De bevestiging, het zegel, is er slechts indien de Geest zich met het teken paart.
Ik wil niet zo ver gaan als Zwingli, die het als kale tekenen zag, waarbij de bediening van Gods Geest niet vanzelfsprekend was, ook al geschiedde de deelname aan het sacrament in geloof. Anderzijds heb ik moeite met het calvinistische spreken over 'kinderen van het verbond' met betrekking tot ongelovige kinderen van ongelovige ouderen, en de zekerheid waarmee men spreekt over het avondmaal, alsof elke deelnemer in het geloof versterkt wordt.
Ik houd toch graag vast aan het doopformulier, de DL en de HC, zonder enig punt af te willen zwakken. Helaas blijken er ook ongedoopte kinderen te volharden in ongeloof, maar dat doet niets af van het genadeverbond of de belofte! De 'reactie' van de mens op het verbond is niet bepalend voor de vervulling, laat staan voor het teken en zegel dat op het Verbond als zodanig is gericht.
Een sacrament betekent en verzegelt een van God gegeven belofte binnen een verbondsbetrekking. Een belofte met een eis en een toezegging.
Het sacrament versterkt het geloof dat zich richt op Gods beloftes van het genadeverbond.
De beloftes van het Genadeverbond als zijde ja en amen.
Het gaat ook niet enkel om de vervulling maar om het gehele verbond als vast fundament.
Er is dan wel degelijk een verschil tussen gedoopten en wereldlingen.
Binnen het verbond geboren worden, op het erf van de kerk, of hoe het ook onderscheiden mag worden, kern is een kind van gelovigen geheiligd is. Dit is in de DL zelfs de basis om de troost te benoemen in H1-17. De troost die zich troost met de belofte dat de kinderen van de gelovigen zijn begrepen in hetzelfde verbond der genade (met theologische onderscheidingen in- en uitwendig, dat maakt hier niet uit) als de gelovigen die zich uitverkoren weten. Dat er bij het niet geopenbaard zijn van ongeloof niet getwijfeld hoeft te worden aan de zaligheid van de jonggestorven kinderen. Dat is pas wat je noemt gelóóf. Het vertrouwt God op Zijn Woord. Als vast en onwankelbaar getuigenis.
Gods Beloftes in het verbond zijn heel persoonlijke gerichte Evangelienodigingen. Niemand die gedoopt is hoeft te twijfelen of de belofte hem geldt. Het is een bijzondere bemoeienis van God met een persoonlijke adressering.
Het sacrament als zodanig is ter
versterking van het geloof van de ouders en met hen de hele gemeente. En als middel
tot en ter versterking van het geloof van de kinderen als zij tot hun verstand zullen gekomen zijn. Daarom ligt er ook zo'n nadruk op de doopvragen aan de ouders. Die zijn gehouden hun kinderen hierin breder te onderwijzen, als middelijke weg, in onderwijs vanuit Gods Woord waardoor Gods Geest werkt. Maar let wel, de belofte wordt
enkel vervuld in het geloof. De doop is niet alleen een verwijzing naar de belofte, maar ook naar eis van het verbond. De eis van het verbond is Vervuld in Christus. Enkel in Hem is de belofte vervuld.
Het geloof doet delen in Christus. De wedergeboorte doet het geloof als vrucht delen in de vervulling van het Verbond. Daarom heet de doop ook het bad der wedergeboorte.
De belofte als zodanig staat vast. Wie dan met gedoopt voorhoofd volhard in ongeloof, trekt daarmee de belofte in twijfel.
Zonder geloof kan er niet worden gedeeld in de belofte, want enkel in Christus komt de zondaar tot de vervulling van de belofte.
Het verbond evenwel vanuit God ligt vast en dat is de basis van het sacrament. De vastheid van het Verbond vanuit Gods kant is de basis waarop het geloof zich kan versterken. Temeer omdat de inwilliging van de eis van het Verbond even vast ligt als de belofte Zelf. En daarmee is de doop van eenzelfde gewicht als het Heilige Avondmaal. Beide sacramenten richten zich op de Vervulling in Christus en Zijn verworven vervulling van de beloftes.