Spruyt bekent kleur
LEES onderstaand commentaar!
hier wordt m. i. een interessante analyse gedaan en worden de juiste vragen gesteld
bron: http://www.openorthodoxie.nl
COMMENTAAR: DE STAP VAN SPRUYT
Een commentaar naar aanleiding van de stap van Bart Jan Spruyt om zich te verbinden aan de partij van Geert Wilders
door Erik van Goor
Het was vandaag en gisteren toch weer leerzaam om de twee christelijke dagbladen in ons land naast De Volkskrant [1] te leggen. De zakelijke berichtgeving van de laatste krant verschilde nogal van die in het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad [2]. Gezien het feit dat de stap van Spruyt niet geheel onbelangrijk is in het perspectief van de zaak van het conservatisme die ook Open Orthodoxie interesseert, en gezien het feit dat Bart Jan Spruyt "niet geheel onbekend" is voor Open Orthodoxie, lijkt ons een commentaar van onze kant op diens stap wel op zijn plaats.
Vergissen wij ons, of zit er toch een verongelijkte ondertoon in de artikelen van beide confessionele kranten? In ieder geval zit deze verongelijkte toon in de reacties van dr. C.S.L. Janse, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, en E. van Middelkoop, senator voor de ChristenUnie en oud-bestuurslid van de Edmund Burke Stichting [3].
Enkele reacties
De reactie van dr. Janse, de oud-werkgever van Spruyt, bevat kwalijke elementen die neigen naar karaktermoord. Regelrecht worden door Janse vraagtekens geplaatst bij het confessionele gehalte van dhr. Spruyt en diens integriteit: "Als het lang goed gaat met iemand die volstrekt andere levensbeschouwelijke uitgangspunten heeft, is dat voor Spruyt geen goed teken." En over zijn overstap naar Wilders zegt Janse: "Het is niet in overeenstemming met zijn kerkelijke belijdenis. Spruyt is opgegroeid in de SGP en heeft zich daar nu wel erg ver van verwijderd. Hopelijk is daar nog iets van overgebleven. Binnen het geheel van de kring die Wilders om zich heen verzamelt, zal Bart Jan Spruyt een vreemde eend zijn. En als hij dat niet is, is dat des te erger."
Senator Eimert van Middelkoop doet het ogenschijnlijk iets rustiger aan, maar tussen de regels door wijkt hij in feite niet af van wat dr. Janse ook meent. Van Middelkoop: "Wilders is hard seculier. Vergis je daarin niet. Zelf sta ik in de Kuyperiaanse traditie. Voor mij zou het heel moeilijk zijn om met zo iemand onder één politiek dak te werken." Impliciet beschuldigt Van Middelkoop Spruyt dus van een gespleten "zondagschristendom": "Ik heb wel gesprekken gehad met Bart Jan gehad over de vraag hoe je de zondag van de andere dagen kunt scheiden. (...) Leid je dan als kerklid niet een duaal leven? Hij (...) kon de combinatie van die twee werelden gemakkelijker maken dan ik."
Van Middelkoop kan het zogenaamd hard-seculiere karakter van Wilders dan wel goed inschatten, zo denkt hij zelf, maar ondertussen mist hij zijn eigen hard-Kuyperiaanse kronkel in het denken. Want hij suggereert weliswaar dat Spruyt een oneigenlijk onderscheid maakt tussen het zondagse geloof en het doordeweekse, maar zelf is hij "Kuyperiaans" in staat de wereld van het geloof en die van het "wereldse" gescheiden te houden en om zo "de zondag" ook "doordeweeks" te laten gelden. Wie maar hard in het Kuyperiaanse scheidingswandje blijft geloven, gaat vanzelf "zien" dat het zo is - nu alleen Wilders en de rest van Nederland nog...
Rustiger en sympathieker zijn de reacties van Hans Hillen, SGP'er Menno de Bruyne en (ook) van SGP-voorzitter Kolijn. Laatstgenoemde begrijpt weliswaar weinig van Spruyt's stap, maar wil hem desondanks niet af- of wegschrijven: "Ik denk niet zo gauw in termen van afschrijven". Met name Menno de Bruyne en Hans Hillen laten Spruyt's kwaliteiten en zijn integriteit recht overeind staan; zij laten tenminste zien dat het in de politiek niet altijd hard tegen hard hoeft te gaan.
De consistentie van Spruyt’s stap
Kortweg komen de reacties uit de christelijk-politieke hoek hierop neer: de stap van Spruyt is een opmerkelijke stap die weliswaar te verwachten was, maar Spruyt verwijdert zichzelf - volgens de een minder en volgens de ander meer - nog meer van zijn christelijke basis (of zijn oorspronkelijke doelstelling) dan hij al deed. Onze vraag is of dat zo is, en wat is dan volgens genoemde heren de andere keuzemogelijkheid voor de heer Spruyt - die andere mogelijkheid om het tij te doen keren?
De verschillende commentatoren doen het voorkomen alsof Spruyt een geheel andere keuze doet dan dat zij doen: zij zitten niet "onder één politiek dak" met harde seculieren. Dat is een vreemde bewering. Door te kiezen voor participatie binnen het huidige systeem kiest men er juist voor om onder datzelfde politieke dak te vertoeven en zich desnoods uit te leveren aan de grillen van deze “harde seculieren”. Kuyperiaanse en antirevolutionaire denkconstructies kunnen niet verhullen dat men ondertussen wel het liberale democratische rechtsstaatidee als ruimte voor politiek denken, handelen en existeren aanvaardt. Men participeert binnen dit systeem om eigen belangen te behartigen en op te komen voor de eigen rechten die door het systeem worden geformuleerd en binnen dit systeem geldingskracht hebben.
Wie als Bart Jan Spruyt ervoor kiest om binnen het huidige systeem te opereren, doet stap een consistente stap die alle begrip verdient. De vraag is dan ook niet naar de status van de juistheid van zijn stap, maar naar die van de juistheid van het politieke systeem en hoe zinvol het is om dit systeem te versterken. Spruyt meent dat hij – op dezelfde basis als genoemde heren – de belangen van de orthodoxen in het bijzonder en van het Nederlandse volk in het algemeen het beste kan dienen door qua partijvorm samen te werken met seculieren; slechts een meer bijzondere vorm van samenwerken met seculieren als dat genoemde heren dat voorstaan.
De werkelijke stap van Spruyt
Er is een andere stap die Spruyt heeft gemaakt en die opmerkelijk genoemd mag worden: onderdeel van het systeem en het risico te nemen datgene te versterken dat hij juist zo verfoeit. Spruyt heeft in zijn essay De toekomst van de stad de studie aangehaald van Hans Wansink: De erfenis van Fortuyn: de Nederlandse democratie na de opstand van de kiezers (Amsterdam, 2004). Deze volkskrant-medewerker stelde in zijn dissertatie naar aanleiding van het "Geval Pim Fortuyn" dat het huidige systeem elke bedreiging na een periode van afweer en verweer uiteindelijk in zich opneemt en zodoende zichzelf versterkt ten aanzien van eventuele toekomstige aanvallen op het systeem. Fortuyn werd eerste genegeerd. Toen dat niet hielp probeerde men hem weg te honen tot aan scherpe aanvallen toe. Na het onomstotelijke “succes” van zijn inzet, presteerde men echter om als Haags gebeuren zogenaamd met Fortuyn’s ideeën aan de haal te gaan en deze te incorporeren in het bestaande systeem om zodoende haar macht, en daarmee tegelijkertijd de onmacht van de burgers en de critici, te versterken.
Het is een opmerkelijke stap van Spruyt dat hij het opneemt tegen het systeem door in de Haagse arena te stappen. Zeker gelet op zijn woorden die in de notitie van de Edmund Burke Stichting stonden: "Oude, irreële tegenstellingen worden nog altijd gekoesterd om het systeem van consensus en gepolder – de MPP (Monarchie en Politieke Partijen) – in stand te houden. (…) Het is de taak van de EBS om klaar te zijn op het moment dat de ultieme provocatie of een crisis (economisch dan wel terroristisch) het systeem doet imploderen en ongekende politieke ruimte schept. (…) Met klaar zijn wordt hier bedoeld: het gedachtegoed (filosofisch en politiek) op orde hebben en de juiste mensen klaar hebben staan. Die mensen en dat gedachtegoed zullen na de paradigmawisseling als gevolg van crisis en/of provocatie het enige geloofwaardige alternatief zijn. Zolang die crisis of provocatie zich niet heeft voorgedaan, is het een zaak van levensbelang om een outsider te blijven, zonder enige concessie aan de MPP. (...) MPP’ers kunnen nooit een vitaal bestanddeel zijn van een beweging die zich moet profileren als oppositie van buitenaf." [4]
De vraag naar de stap naar Wilders wordt in het licht van Wansink's beschouwingen dan ook des te prangender: is de stap van Spruyt een verzwakking of juist een versterking van het systeem? Is het mogelijk de rug recht te houden en door het voorstaan van zogenaamde “niet onderhandelbare punten” de nodige afstand te houden tot het complex van Monarchie en Politieke Partijen (MPP)? Of is Spruyt tot de conclusie gekomen dat de afstand tussen hem enerzijds en het MPP-complex anderzijds dermate groot is gebleken, dat deze afstand wel eens vruchtbaar zou kunnen zijn om zijn idealen “binnenskamers” te verwezenlijken?
Theocratie en liberalisme - Het dilemma van de huidige christenheid
De rol van de kleine confessionele partijen is uitgespeeld sinds de teloorgang van de christen-democratie - het wordt tijd dat men dat zelf in de gaten krijgt. Maar de vraag is: wat dan? Een obscure minoriteit worden, of jezelf affiliëren met lieden die voorheen niet moreel en religieus "bruikbaar" waren en daarom niet werden gezien? Spruyt kiest voor de risicovolle actie – om erger te voorkomen. Dat hij daarin voor een opereren binnen het systeem kiest, is, zoals we al zeiden, consistent. Ten allen tijde voerde Spruyt namelijk in staatkundig opzicht in zijn publicaties een neoconservatieve ondertoon die geheel in de lijn is en was met zijn antirevolutionaire, christelijk-historische en staatkundig-gereformeerde background.
Is het zo erg dat Bart Jan Spruyt stapt in een constructie waarbij hij bij een beginnende politieke partij i.c. beweging met een maximum aan invloed te werk kan gaan? Hij mag een partijprogramma opstellen, kandidaten vormen - en naar het zich laat aanzien wordt hij niet alleen de "tweede man" in de nieuwe partij, maar ook het intellectuele gezicht van de partij. Mocht het iets worden, dan is de stap van Spruyt een gouden greep geweest. Natuurlijk: nu lijkt het nog op een avontuur, maar juist in een avontuur als dit kon en kan Spruyt bewijzen dat hij iemand is waar Wilders en anderen echt iets aan hebben.
Een belangrijkere vraag voor Spruyt is deze: hoe verhoudt zich de fundamentele verhouding tussen theocratie en liberalisme. Het moge duidelijk zijn dat Spruyt de theocratische opvatting van een SGP niet deelt, maar doet hij dat dan wel met de liberale opvatting van velen bij wie hij zich nu lijkt te scharen? Voor een scherp denker als hij moet het ondertussen toch duidelijk zijn dat de idee van de theocratie, zoals dit in de praktijk wordt gehanteerd, toch niet veel anders blijkt te zijn dan een fideïstische denkconstructie? Want wie een theocratie meent te moeten (en te kunnen) vestigen, geeft daarmee aan dat het ons handelen en onze idealen zijn die deze “werkelijkheid” vestigen. Daarmee is de theocratie geen constitutionele factor meer. Aangezien echter het liberalisme op eenzelfde wijze kan worden bekritiseerd, is daarmee aangetoond dat ook het liberalisme tekort schiet om de werkelijke factor te zijn die ons politieke leven constitueert.
Deze niet-constitutionele wijze van spreken en denken - in termen als "theocratisch" en "liberaal" - klinkt door wanneer men spreekt over een "christelijk Nederland" als denominatie binnen het huidige Nederland. Deze denkwijze klinkt ook door bij verschillende, in het begin van dit artikel, genoemde commentatoren. Wat in deze wijze van denken ontbreekt is deze constitutieve factor: dat ons land al een christelijke natie is. De vraag zou dan ook moeten zijn in hoeverre en door welke politiek ons christelijke Nederland wordt gediend? Door een politiek van afzondering, zoals de confessionele partijen dit lijken te praktiseren. (Deze laatste politiek – die van afzondering, antithese en verzuiling - werkt niet alleen verlammend, maar gaat zelfs gepaard met een minder en minder principieel worden van de christelijke partijen zelf.) Of door een andere politiek die in een tijd van vervreemding van de christelijke beginselen probeert andere ingangen te zoeken in de werkelijkheid van Gods onderhouding en bemoeienis met deze wereld en met ons land? In het licht van deze tweede vorm van politiek dienen we te overdenken hoe de stap van Spruyt past in de theocratische (of christelijke) werkelijkheid van ons land.
Het werkelijke vraagstuk
De onderhuidse fideïsering van christelijke, theocratische en Kuyperiaanse begrippen en denkkaders blijkt met name hierin: nu de mogelijkheid om de fideïstische werkelijkheid te vestigen met ons handelen is weggevallen, lijkt ons niets meer te resten dan werkeloos toe te zien - alsof de werkelijkheid een andere is geworden. Het dilemma van de huidige christenheid lijkt erop hoe ze de liberale uitdaging te lijf kan gaan in de "theocratische" (what’s in a name: "christelijke", "antirevolutionaire", "christelijk-historische", "Kuyperiaanse") setting. Het werkelijke dilemma is echter dit: blijven we opereren in het huidige liberale systeem? Of verwerpen we het liberalisme en dus het systeem? Spruyt kiest voor het eerste, net als al de dames en heren van ChristenUnie, SGP, CDA enz. Is er een andere keuze mogelijk? En zo ja, hoe dan?
Bronverwijzingen
[1] Conservatief Spruyt sluit zich aan bij Wilders, door Raoul du Pré in De Volkskrant d.d. 04/01/2005, en Geen club gefrustreerde LPF-ers door Raoul du Pré in De Volkskrant d.d. 04/01/2005
[2] Bart Jan Spruyt gaat toch de politiek in in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006 en U weet dat ik daar totaal ongeschikt voor ben door Rien van den Berg in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006
[3] Scepsis over politieke ambities Bart Jan Spruyt in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006 en Onbegrip over politieke stap Spruyt in het Reformatorisch Dagblad d.d. 05/01/2006
[4] De Burke Stichting staat paraat door Pieter van Os in de De Groene Amsterdammer nr. 42, d.d. 21/10/2005
hier wordt m. i. een interessante analyse gedaan en worden de juiste vragen gesteld
bron: http://www.openorthodoxie.nl
COMMENTAAR: DE STAP VAN SPRUYT
Een commentaar naar aanleiding van de stap van Bart Jan Spruyt om zich te verbinden aan de partij van Geert Wilders
door Erik van Goor
Het was vandaag en gisteren toch weer leerzaam om de twee christelijke dagbladen in ons land naast De Volkskrant [1] te leggen. De zakelijke berichtgeving van de laatste krant verschilde nogal van die in het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad [2]. Gezien het feit dat de stap van Spruyt niet geheel onbelangrijk is in het perspectief van de zaak van het conservatisme die ook Open Orthodoxie interesseert, en gezien het feit dat Bart Jan Spruyt "niet geheel onbekend" is voor Open Orthodoxie, lijkt ons een commentaar van onze kant op diens stap wel op zijn plaats.
Vergissen wij ons, of zit er toch een verongelijkte ondertoon in de artikelen van beide confessionele kranten? In ieder geval zit deze verongelijkte toon in de reacties van dr. C.S.L. Janse, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, en E. van Middelkoop, senator voor de ChristenUnie en oud-bestuurslid van de Edmund Burke Stichting [3].
Enkele reacties
De reactie van dr. Janse, de oud-werkgever van Spruyt, bevat kwalijke elementen die neigen naar karaktermoord. Regelrecht worden door Janse vraagtekens geplaatst bij het confessionele gehalte van dhr. Spruyt en diens integriteit: "Als het lang goed gaat met iemand die volstrekt andere levensbeschouwelijke uitgangspunten heeft, is dat voor Spruyt geen goed teken." En over zijn overstap naar Wilders zegt Janse: "Het is niet in overeenstemming met zijn kerkelijke belijdenis. Spruyt is opgegroeid in de SGP en heeft zich daar nu wel erg ver van verwijderd. Hopelijk is daar nog iets van overgebleven. Binnen het geheel van de kring die Wilders om zich heen verzamelt, zal Bart Jan Spruyt een vreemde eend zijn. En als hij dat niet is, is dat des te erger."
Senator Eimert van Middelkoop doet het ogenschijnlijk iets rustiger aan, maar tussen de regels door wijkt hij in feite niet af van wat dr. Janse ook meent. Van Middelkoop: "Wilders is hard seculier. Vergis je daarin niet. Zelf sta ik in de Kuyperiaanse traditie. Voor mij zou het heel moeilijk zijn om met zo iemand onder één politiek dak te werken." Impliciet beschuldigt Van Middelkoop Spruyt dus van een gespleten "zondagschristendom": "Ik heb wel gesprekken gehad met Bart Jan gehad over de vraag hoe je de zondag van de andere dagen kunt scheiden. (...) Leid je dan als kerklid niet een duaal leven? Hij (...) kon de combinatie van die twee werelden gemakkelijker maken dan ik."
Van Middelkoop kan het zogenaamd hard-seculiere karakter van Wilders dan wel goed inschatten, zo denkt hij zelf, maar ondertussen mist hij zijn eigen hard-Kuyperiaanse kronkel in het denken. Want hij suggereert weliswaar dat Spruyt een oneigenlijk onderscheid maakt tussen het zondagse geloof en het doordeweekse, maar zelf is hij "Kuyperiaans" in staat de wereld van het geloof en die van het "wereldse" gescheiden te houden en om zo "de zondag" ook "doordeweeks" te laten gelden. Wie maar hard in het Kuyperiaanse scheidingswandje blijft geloven, gaat vanzelf "zien" dat het zo is - nu alleen Wilders en de rest van Nederland nog...
Rustiger en sympathieker zijn de reacties van Hans Hillen, SGP'er Menno de Bruyne en (ook) van SGP-voorzitter Kolijn. Laatstgenoemde begrijpt weliswaar weinig van Spruyt's stap, maar wil hem desondanks niet af- of wegschrijven: "Ik denk niet zo gauw in termen van afschrijven". Met name Menno de Bruyne en Hans Hillen laten Spruyt's kwaliteiten en zijn integriteit recht overeind staan; zij laten tenminste zien dat het in de politiek niet altijd hard tegen hard hoeft te gaan.
De consistentie van Spruyt’s stap
Kortweg komen de reacties uit de christelijk-politieke hoek hierop neer: de stap van Spruyt is een opmerkelijke stap die weliswaar te verwachten was, maar Spruyt verwijdert zichzelf - volgens de een minder en volgens de ander meer - nog meer van zijn christelijke basis (of zijn oorspronkelijke doelstelling) dan hij al deed. Onze vraag is of dat zo is, en wat is dan volgens genoemde heren de andere keuzemogelijkheid voor de heer Spruyt - die andere mogelijkheid om het tij te doen keren?
De verschillende commentatoren doen het voorkomen alsof Spruyt een geheel andere keuze doet dan dat zij doen: zij zitten niet "onder één politiek dak" met harde seculieren. Dat is een vreemde bewering. Door te kiezen voor participatie binnen het huidige systeem kiest men er juist voor om onder datzelfde politieke dak te vertoeven en zich desnoods uit te leveren aan de grillen van deze “harde seculieren”. Kuyperiaanse en antirevolutionaire denkconstructies kunnen niet verhullen dat men ondertussen wel het liberale democratische rechtsstaatidee als ruimte voor politiek denken, handelen en existeren aanvaardt. Men participeert binnen dit systeem om eigen belangen te behartigen en op te komen voor de eigen rechten die door het systeem worden geformuleerd en binnen dit systeem geldingskracht hebben.
Wie als Bart Jan Spruyt ervoor kiest om binnen het huidige systeem te opereren, doet stap een consistente stap die alle begrip verdient. De vraag is dan ook niet naar de status van de juistheid van zijn stap, maar naar die van de juistheid van het politieke systeem en hoe zinvol het is om dit systeem te versterken. Spruyt meent dat hij – op dezelfde basis als genoemde heren – de belangen van de orthodoxen in het bijzonder en van het Nederlandse volk in het algemeen het beste kan dienen door qua partijvorm samen te werken met seculieren; slechts een meer bijzondere vorm van samenwerken met seculieren als dat genoemde heren dat voorstaan.
De werkelijke stap van Spruyt
Er is een andere stap die Spruyt heeft gemaakt en die opmerkelijk genoemd mag worden: onderdeel van het systeem en het risico te nemen datgene te versterken dat hij juist zo verfoeit. Spruyt heeft in zijn essay De toekomst van de stad de studie aangehaald van Hans Wansink: De erfenis van Fortuyn: de Nederlandse democratie na de opstand van de kiezers (Amsterdam, 2004). Deze volkskrant-medewerker stelde in zijn dissertatie naar aanleiding van het "Geval Pim Fortuyn" dat het huidige systeem elke bedreiging na een periode van afweer en verweer uiteindelijk in zich opneemt en zodoende zichzelf versterkt ten aanzien van eventuele toekomstige aanvallen op het systeem. Fortuyn werd eerste genegeerd. Toen dat niet hielp probeerde men hem weg te honen tot aan scherpe aanvallen toe. Na het onomstotelijke “succes” van zijn inzet, presteerde men echter om als Haags gebeuren zogenaamd met Fortuyn’s ideeën aan de haal te gaan en deze te incorporeren in het bestaande systeem om zodoende haar macht, en daarmee tegelijkertijd de onmacht van de burgers en de critici, te versterken.
Het is een opmerkelijke stap van Spruyt dat hij het opneemt tegen het systeem door in de Haagse arena te stappen. Zeker gelet op zijn woorden die in de notitie van de Edmund Burke Stichting stonden: "Oude, irreële tegenstellingen worden nog altijd gekoesterd om het systeem van consensus en gepolder – de MPP (Monarchie en Politieke Partijen) – in stand te houden. (…) Het is de taak van de EBS om klaar te zijn op het moment dat de ultieme provocatie of een crisis (economisch dan wel terroristisch) het systeem doet imploderen en ongekende politieke ruimte schept. (…) Met klaar zijn wordt hier bedoeld: het gedachtegoed (filosofisch en politiek) op orde hebben en de juiste mensen klaar hebben staan. Die mensen en dat gedachtegoed zullen na de paradigmawisseling als gevolg van crisis en/of provocatie het enige geloofwaardige alternatief zijn. Zolang die crisis of provocatie zich niet heeft voorgedaan, is het een zaak van levensbelang om een outsider te blijven, zonder enige concessie aan de MPP. (...) MPP’ers kunnen nooit een vitaal bestanddeel zijn van een beweging die zich moet profileren als oppositie van buitenaf." [4]
De vraag naar de stap naar Wilders wordt in het licht van Wansink's beschouwingen dan ook des te prangender: is de stap van Spruyt een verzwakking of juist een versterking van het systeem? Is het mogelijk de rug recht te houden en door het voorstaan van zogenaamde “niet onderhandelbare punten” de nodige afstand te houden tot het complex van Monarchie en Politieke Partijen (MPP)? Of is Spruyt tot de conclusie gekomen dat de afstand tussen hem enerzijds en het MPP-complex anderzijds dermate groot is gebleken, dat deze afstand wel eens vruchtbaar zou kunnen zijn om zijn idealen “binnenskamers” te verwezenlijken?
Theocratie en liberalisme - Het dilemma van de huidige christenheid
De rol van de kleine confessionele partijen is uitgespeeld sinds de teloorgang van de christen-democratie - het wordt tijd dat men dat zelf in de gaten krijgt. Maar de vraag is: wat dan? Een obscure minoriteit worden, of jezelf affiliëren met lieden die voorheen niet moreel en religieus "bruikbaar" waren en daarom niet werden gezien? Spruyt kiest voor de risicovolle actie – om erger te voorkomen. Dat hij daarin voor een opereren binnen het systeem kiest, is, zoals we al zeiden, consistent. Ten allen tijde voerde Spruyt namelijk in staatkundig opzicht in zijn publicaties een neoconservatieve ondertoon die geheel in de lijn is en was met zijn antirevolutionaire, christelijk-historische en staatkundig-gereformeerde background.
Is het zo erg dat Bart Jan Spruyt stapt in een constructie waarbij hij bij een beginnende politieke partij i.c. beweging met een maximum aan invloed te werk kan gaan? Hij mag een partijprogramma opstellen, kandidaten vormen - en naar het zich laat aanzien wordt hij niet alleen de "tweede man" in de nieuwe partij, maar ook het intellectuele gezicht van de partij. Mocht het iets worden, dan is de stap van Spruyt een gouden greep geweest. Natuurlijk: nu lijkt het nog op een avontuur, maar juist in een avontuur als dit kon en kan Spruyt bewijzen dat hij iemand is waar Wilders en anderen echt iets aan hebben.
Een belangrijkere vraag voor Spruyt is deze: hoe verhoudt zich de fundamentele verhouding tussen theocratie en liberalisme. Het moge duidelijk zijn dat Spruyt de theocratische opvatting van een SGP niet deelt, maar doet hij dat dan wel met de liberale opvatting van velen bij wie hij zich nu lijkt te scharen? Voor een scherp denker als hij moet het ondertussen toch duidelijk zijn dat de idee van de theocratie, zoals dit in de praktijk wordt gehanteerd, toch niet veel anders blijkt te zijn dan een fideïstische denkconstructie? Want wie een theocratie meent te moeten (en te kunnen) vestigen, geeft daarmee aan dat het ons handelen en onze idealen zijn die deze “werkelijkheid” vestigen. Daarmee is de theocratie geen constitutionele factor meer. Aangezien echter het liberalisme op eenzelfde wijze kan worden bekritiseerd, is daarmee aangetoond dat ook het liberalisme tekort schiet om de werkelijke factor te zijn die ons politieke leven constitueert.
Deze niet-constitutionele wijze van spreken en denken - in termen als "theocratisch" en "liberaal" - klinkt door wanneer men spreekt over een "christelijk Nederland" als denominatie binnen het huidige Nederland. Deze denkwijze klinkt ook door bij verschillende, in het begin van dit artikel, genoemde commentatoren. Wat in deze wijze van denken ontbreekt is deze constitutieve factor: dat ons land al een christelijke natie is. De vraag zou dan ook moeten zijn in hoeverre en door welke politiek ons christelijke Nederland wordt gediend? Door een politiek van afzondering, zoals de confessionele partijen dit lijken te praktiseren. (Deze laatste politiek – die van afzondering, antithese en verzuiling - werkt niet alleen verlammend, maar gaat zelfs gepaard met een minder en minder principieel worden van de christelijke partijen zelf.) Of door een andere politiek die in een tijd van vervreemding van de christelijke beginselen probeert andere ingangen te zoeken in de werkelijkheid van Gods onderhouding en bemoeienis met deze wereld en met ons land? In het licht van deze tweede vorm van politiek dienen we te overdenken hoe de stap van Spruyt past in de theocratische (of christelijke) werkelijkheid van ons land.
Het werkelijke vraagstuk
De onderhuidse fideïsering van christelijke, theocratische en Kuyperiaanse begrippen en denkkaders blijkt met name hierin: nu de mogelijkheid om de fideïstische werkelijkheid te vestigen met ons handelen is weggevallen, lijkt ons niets meer te resten dan werkeloos toe te zien - alsof de werkelijkheid een andere is geworden. Het dilemma van de huidige christenheid lijkt erop hoe ze de liberale uitdaging te lijf kan gaan in de "theocratische" (what’s in a name: "christelijke", "antirevolutionaire", "christelijk-historische", "Kuyperiaanse") setting. Het werkelijke dilemma is echter dit: blijven we opereren in het huidige liberale systeem? Of verwerpen we het liberalisme en dus het systeem? Spruyt kiest voor het eerste, net als al de dames en heren van ChristenUnie, SGP, CDA enz. Is er een andere keuze mogelijk? En zo ja, hoe dan?
Bronverwijzingen
[1] Conservatief Spruyt sluit zich aan bij Wilders, door Raoul du Pré in De Volkskrant d.d. 04/01/2005, en Geen club gefrustreerde LPF-ers door Raoul du Pré in De Volkskrant d.d. 04/01/2005
[2] Bart Jan Spruyt gaat toch de politiek in in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006 en U weet dat ik daar totaal ongeschikt voor ben door Rien van den Berg in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006
[3] Scepsis over politieke ambities Bart Jan Spruyt in het Nederlands Dagblad d.d. 05/01/2006 en Onbegrip over politieke stap Spruyt in het Reformatorisch Dagblad d.d. 05/01/2006
[4] De Burke Stichting staat paraat door Pieter van Os in de De Groene Amsterdammer nr. 42, d.d. 21/10/2005
"Indien het hier in 't Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo ist er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken, zoo lang als mijn oogen open staan."
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Daar zit wat in......Leonius schreef:De reactie van dr. Janse, de oud-werkgever van Spruyt, is dezelfde als de reactie van ds. De Wit t.a.v. Van der Zwaag....
Spruyt is het reforeservaat uit en wordt door een zegsman van de refozuil zowat als persona non grata verklaard.......
Gelooft het evangelie en bekeert u !
Toch denk ik van wel. Het zegt iets over de cultuur van elkaar oordelen en veroordelen. Bovendien krijgt het op die manier haast sectarisch....Ar-Jan schreef:ik weet niet of het verstandig is deze lijn te trekken.. (bij die andere discussie liggen de meningen nogal scherp verdeeld)Leonius schreef:De reactie van dr. Janse, de oud-werkgever van Spruyt, is dezelfde als de reactie van ds. De Wit t.a.v. Van der Zwaag....
ff wat gedachten/meningen tussendoor
1. Als Billy voor minimaal 80 % zich vind in de stellingmanes van Spruyt, betekent dat dat billy expliciet uit de refocultuur stapt?
2 Mag/ kan je geen andere POLITIEK MAATSCHAPPELIJKE keuzes als orthodox christen maken dan alleen SGP?
3. Het RD is geen objectieve journalistieke partij in deze, zoals ze zich altijd en ook nu opstellen tov Spruyt. Kwalitatief is het al helemaal bagger als je niet verder komt dan in elk artikel structureel de kerkelijke achtergrond van BJS te noemen en mensen uit eigen parochie aan het woord te laten.
oproep: RD kom nu eens met de visie van een ander als iemand uit dat eigen bastionnetje
dan doet het ND het ietsje beter met een : "Hillen"
Ik wacht nog op een reactie van Niek Donselaar...
1. Als Billy voor minimaal 80 % zich vind in de stellingmanes van Spruyt, betekent dat dat billy expliciet uit de refocultuur stapt?
2 Mag/ kan je geen andere POLITIEK MAATSCHAPPELIJKE keuzes als orthodox christen maken dan alleen SGP?
3. Het RD is geen objectieve journalistieke partij in deze, zoals ze zich altijd en ook nu opstellen tov Spruyt. Kwalitatief is het al helemaal bagger als je niet verder komt dan in elk artikel structureel de kerkelijke achtergrond van BJS te noemen en mensen uit eigen parochie aan het woord te laten.
oproep: RD kom nu eens met de visie van een ander als iemand uit dat eigen bastionnetje
dan doet het ND het ietsje beter met een : "Hillen"
Ik wacht nog op een reactie van Niek Donselaar...
"Indien het hier in 't Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo ist er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken, zoo lang als mijn oogen open staan."
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Ik kan niet nalaten ook dit onderstaande commentaar onder jullie aandacht te brengen.....
REALPOLITIK
een column van Lucas Hartong, op 6 januari 2006
Oud-theocraat Bart Jan Spruyt en oud-liberaal Geert Wilders hebben zich verloofd. Na een voorzichtige vrijage is het er dan toch van gekomen en dat is opmerkelijk. Gereformeerd en katholiek hebben elkaar gevonden, maar met name de ultraconfessionelen, betrokken bij ‘klein rechts’ gruwen ervan. Spruyt zou ‘van zijn geloof zijn afgevallen’, een ‘doodlopende weg zijn ingeslagen’ en meer van dat soort fraais. “Spruyt is meer een intellectueel dan een praktisch politicus”, zo orakelde Dr. Janse, hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad gisteren. Alsof dat een probleem is voor ons land! De vaderlandse politiek schreeuwt juist om intellectuele inhoud… Janse lijkt warempel in de voetsporen te treden van die hoofdredacteuren, die Pim Fortuyn reeds bij voorbaat afbrandden, nog voor hij iets neer had gezet in politiek opzicht.
Het is allemaal begrijpelijk, want de ‘klein rechtsen’ zijn gewoonweg jaloers. De rol van deze confessionele partijen is namelijk uitgespeeld. De SGP is, na de zoveelste vrouwenkwestie, in wel heel smal vaarwater gekomen en staat op scheuren. De ChristenUnie is met Eerste Kamerlid Eimert van Middelkoop de ‘zaak Spruyt’ stevig aan het opkloppen door Groep Wilders af te schilderen als een splintergroepering: “Spruyt loopt een doodlopende straat in, omdat ik de kans niet groot acht dat Wilders meer dan één zetel haalt. Hij kiest nu voor een splinterpartij zonder uitgesproken conservatief profiel.” De partij van Van Middelkoop heeft de afgelopen jaren een stevige zwaai naar links gemaakt en ook daarom is deze uitspraak te verklaren. Bovendien raakt de ChristenUnie steeds meer achterban kwijt, die al die jaren trouw op deze partij heeft gestemd. Die achterban was te zoeken onder met name het evangelische smaldeel van Nederland (zeg maar: EO-leden) en kerkelijk-conservatief ingestelden. Deze groep zag met de komst van freule Tineke Huizinga wel erg veel linkse actiepunten de partij binnenkomen en daarvan houdt dit kiezersdeel niet zo. Zowel SGP als ChristenUnie hebben om diverse redenen dus nogal wat te vrezen van Het Alternatief Geert Wilders.
Ondertussen ziet de VVD met lede ogen aan hoe Wilders aan kracht wint. Zijn Groep wil maar niet uit de peilingen verdwijnen zoals gebeurde met voorgangers LPF, PRDV en Partij voor de Dieren. Integendeel: Wilders staat al maandenlang op minimaal zes zetels in die peilingen, terwijl de VVD toch flink aan de weg timmert met bijvoorbeeld Rita Verdonk. Op één of andere manier weet de VVD maar geen electoraal gewin te slaan uit het optreden van deze ‘enige echte man in het kabinet’. Dat is een veeg teken, want de VVD zal het bij de komende verkiezingen toch echt moeten hebben van stevige taal, anders staat een groot verlies te wachten.
Meest opvallend in de hele discussie rondom de verloving van Spruyt met Wilders is wel dat de confessionelen Spruyt beschuldigen van ‘geloofsafval’. Alsof Spruyt al zijn principes en privé geloofsovertuiging bij het grof vuil heeft gezet door zich over te leveren aan ‘de duivel’. Ultraconservatief Nederland weet dus nog steeds geen scheiding aan te brengen tussen Kerk en Staat en het blijkt een gelovige evenmin toegestaan zijn of haar werk te doen op het Marktplein van het Dagelijks Leven. Dat is een wel heel smalle uitleg van de boodschap van Christus, die volop in het dagelijkse leven stond en opmerkelijk tekeer ging tegen de hypocrisie van de destijds gevestigde geestelijke orde. Een pact met die roomse Wilders is natuurlijk ook wel heel ernstig te noemen! Joie de vivre gekoppeld aan inhoudelijke ernst moet wel leiden tot brokken in de dagelijkse Haagse politiek.
Dat is maar helemaal de vraag. Zelf schat ik deze verloving in als een zeer opmerkelijke, met grote kans op slagen. Sterker nog: een langdurig huwelijk lijkt me geen slechte zaak. Het is verheugend te zien dat deze interconfessionele samenwerking een sterke verbreding biedt aan conservatief Nederland en dat niet alleen. De partij wordt zo aantrekkelijk voor allerlei potentiële stemmers, die al jaren wachten op een levensvatbaar, krachtig alternatief naast de reeds bestaande partijen. Een partij die opkomt voor de belangen van ons land, die het opneemt voor het joods-christelijke erfgoed en daarmee nadrukkelijk ook de belangen van het conservatiefchristelijke deel van Nederland wil behartigen. Dat hebben de kiezers allang door en daarom ook zijn zij geneigd hun stem te geven aan de tandem Wilders-Spruyt. Klein Rechts ziet de bui al hangen. Wat hen resteert is hooguit getuigenispolitiek, maar dat zal nooit verandering teweeg brengen in ons land. Wil je daadwerkelijk invloed uitoefenen dan zul je naar andere wegen moeten zoeken die wél zoden aan de dijk zetten. Respectvolle samenwerking met overtuigende inhoud om ons land weer op de rails te krijgen is dan wel zo zinvol. En misschien dat er dan weer enig vooruitzicht op Realpolitiek is.
REALPOLITIK
een column van Lucas Hartong, op 6 januari 2006
Oud-theocraat Bart Jan Spruyt en oud-liberaal Geert Wilders hebben zich verloofd. Na een voorzichtige vrijage is het er dan toch van gekomen en dat is opmerkelijk. Gereformeerd en katholiek hebben elkaar gevonden, maar met name de ultraconfessionelen, betrokken bij ‘klein rechts’ gruwen ervan. Spruyt zou ‘van zijn geloof zijn afgevallen’, een ‘doodlopende weg zijn ingeslagen’ en meer van dat soort fraais. “Spruyt is meer een intellectueel dan een praktisch politicus”, zo orakelde Dr. Janse, hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad gisteren. Alsof dat een probleem is voor ons land! De vaderlandse politiek schreeuwt juist om intellectuele inhoud… Janse lijkt warempel in de voetsporen te treden van die hoofdredacteuren, die Pim Fortuyn reeds bij voorbaat afbrandden, nog voor hij iets neer had gezet in politiek opzicht.
Het is allemaal begrijpelijk, want de ‘klein rechtsen’ zijn gewoonweg jaloers. De rol van deze confessionele partijen is namelijk uitgespeeld. De SGP is, na de zoveelste vrouwenkwestie, in wel heel smal vaarwater gekomen en staat op scheuren. De ChristenUnie is met Eerste Kamerlid Eimert van Middelkoop de ‘zaak Spruyt’ stevig aan het opkloppen door Groep Wilders af te schilderen als een splintergroepering: “Spruyt loopt een doodlopende straat in, omdat ik de kans niet groot acht dat Wilders meer dan één zetel haalt. Hij kiest nu voor een splinterpartij zonder uitgesproken conservatief profiel.” De partij van Van Middelkoop heeft de afgelopen jaren een stevige zwaai naar links gemaakt en ook daarom is deze uitspraak te verklaren. Bovendien raakt de ChristenUnie steeds meer achterban kwijt, die al die jaren trouw op deze partij heeft gestemd. Die achterban was te zoeken onder met name het evangelische smaldeel van Nederland (zeg maar: EO-leden) en kerkelijk-conservatief ingestelden. Deze groep zag met de komst van freule Tineke Huizinga wel erg veel linkse actiepunten de partij binnenkomen en daarvan houdt dit kiezersdeel niet zo. Zowel SGP als ChristenUnie hebben om diverse redenen dus nogal wat te vrezen van Het Alternatief Geert Wilders.
Ondertussen ziet de VVD met lede ogen aan hoe Wilders aan kracht wint. Zijn Groep wil maar niet uit de peilingen verdwijnen zoals gebeurde met voorgangers LPF, PRDV en Partij voor de Dieren. Integendeel: Wilders staat al maandenlang op minimaal zes zetels in die peilingen, terwijl de VVD toch flink aan de weg timmert met bijvoorbeeld Rita Verdonk. Op één of andere manier weet de VVD maar geen electoraal gewin te slaan uit het optreden van deze ‘enige echte man in het kabinet’. Dat is een veeg teken, want de VVD zal het bij de komende verkiezingen toch echt moeten hebben van stevige taal, anders staat een groot verlies te wachten.
Meest opvallend in de hele discussie rondom de verloving van Spruyt met Wilders is wel dat de confessionelen Spruyt beschuldigen van ‘geloofsafval’. Alsof Spruyt al zijn principes en privé geloofsovertuiging bij het grof vuil heeft gezet door zich over te leveren aan ‘de duivel’. Ultraconservatief Nederland weet dus nog steeds geen scheiding aan te brengen tussen Kerk en Staat en het blijkt een gelovige evenmin toegestaan zijn of haar werk te doen op het Marktplein van het Dagelijks Leven. Dat is een wel heel smalle uitleg van de boodschap van Christus, die volop in het dagelijkse leven stond en opmerkelijk tekeer ging tegen de hypocrisie van de destijds gevestigde geestelijke orde. Een pact met die roomse Wilders is natuurlijk ook wel heel ernstig te noemen! Joie de vivre gekoppeld aan inhoudelijke ernst moet wel leiden tot brokken in de dagelijkse Haagse politiek.
Dat is maar helemaal de vraag. Zelf schat ik deze verloving in als een zeer opmerkelijke, met grote kans op slagen. Sterker nog: een langdurig huwelijk lijkt me geen slechte zaak. Het is verheugend te zien dat deze interconfessionele samenwerking een sterke verbreding biedt aan conservatief Nederland en dat niet alleen. De partij wordt zo aantrekkelijk voor allerlei potentiële stemmers, die al jaren wachten op een levensvatbaar, krachtig alternatief naast de reeds bestaande partijen. Een partij die opkomt voor de belangen van ons land, die het opneemt voor het joods-christelijke erfgoed en daarmee nadrukkelijk ook de belangen van het conservatiefchristelijke deel van Nederland wil behartigen. Dat hebben de kiezers allang door en daarom ook zijn zij geneigd hun stem te geven aan de tandem Wilders-Spruyt. Klein Rechts ziet de bui al hangen. Wat hen resteert is hooguit getuigenispolitiek, maar dat zal nooit verandering teweeg brengen in ons land. Wil je daadwerkelijk invloed uitoefenen dan zul je naar andere wegen moeten zoeken die wél zoden aan de dijk zetten. Respectvolle samenwerking met overtuigende inhoud om ons land weer op de rails te krijgen is dan wel zo zinvol. En misschien dat er dan weer enig vooruitzicht op Realpolitiek is.
"Indien het hier in 't Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo ist er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken, zoo lang als mijn oogen open staan."
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
dit is ook mijn idee...............memento schreef:Auch, ik ben erg bang voor de SGP, dat deze collumn schrijver wel eens gelijk kan gaan krijgen. Spruit doet, wat de SGP al veel eerder had moeten doen, daadkrachtige politiek ipv praat-politiek. Compromisen met haalbaarheid, ipv overal teugen zijn...
ben nu al nieuwsgierig naar De Banier van volgende week.
Spruyt en zijn conservatisme zullen wel weer een douw krijgen.
Overigens las ik op de sgp-site het volgende:
#################################################
Kick-off SGP Debating Society Rotterdam!
Locatie: Pro Rege, Oudedijk 113, Rotterdam (nabij metrostation Voorschoterlaan)
Tijd: 12 januari om 19:45 uur
Debatteren is leuk en belangrijk maar kan ook lastig zijn. Vanaf januari 2006 heb je de uitgelezen kans om deel te nemen aan de maandelijkse oefenavonden van de SDS Rotterdam. Kom naar de openingsavond op D.V. 12 januari 2006! Op deze avond houdt dr. Bart Jan Spruyt eerst een inleiding over ‘het belang van debat in de politiek’. Aan de hand van stellingen is er vervolgens een lagerhuisdebat over ‘De kloof tussen de burger en de politiek’. Graag vooraf even aanmelden. Tot 12 januari!
Wat: Startavond SGP Debating Society Rotterdam
Waar: Pro Rege, Oudedijk 113, Rotterdam (nabij metrostation Voorschoterlaan)
Wanneer: DV 12 januari om 19:45
Voor: studenten (WO/HBO)
Spreker: dr. Bart Jan Spruyt
Debat thema: ‘de kloof tussen de burger en de politiek’ Stellingen:
(1) “Het invoeren van het referendum is wenselijk”;
(2) “Een gekozen burgemeester komt het land ten goede”;
(3) “Nederland heeft behoefte aan een districtenstelstel”.
Aanmelden en vragen via robertvandoorn@solcon.nl
Hou de website http://www.sgpj.nl in de gaten!
**************************************************************************
Ben benieuwd of "deze spreker " doorgaat
Met bname een deel van de jongere SGP-garde is sterk geinteresseerd in Spruyt zijn gedachtengoed en politieke keuze
"Indien het hier in 't Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo ist er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken, zoo lang als mijn oogen open staan."
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
En toch stem ik CU of SGP. Al hebben ze minpunten. Die zullen klein blijken te zijn vergeleken bij de minpunten van deze partij. Tis heel makkelijk om nu idealistisch keurig over te komen met de meest fantastische ideeen, maar ik moet ze eerst nog maar eens in de kamer zien zitten. Dat was met Pim Fortuyn ook zo. Die man stierf helaas, maar als hij was blijven leven, dan was er ook niet veel van zijn ideeen terecht gekomen. Regeren is nu eenmaal moeilijker dan opositievoeren.
Hier word ik helemaal naar van: wat een zielig verhaal, waarin totaal geen nieuws word verteld .
mag ik dit SGP propaganda noemen? of chargeer ik dan?
en dan nog sentimenteel eindigen met "je oud-collega"
wat een eng naar clubje is dat RD zeg.
en ja hoor natuuuuurlijk moet gezegd worden dat hij tot de GGiNed behoort :x :x :x :x je zou het een 's vergeten te zeggen................
tevens de zinsnede over artikel 23 klopt NIET. Wilders is VOOR instandhouding van artikel 23 GW.
RD wees eerlijk en objectief in je analyse over Wilders en nog meer over Spruyt!!!
tuurlijk is dit een persoonlijke brief, maar hij wordt wel gepubliceerd en houdt de achterban deels onwaarheden voor!!!
je hoeft het niet met Spruyt eens te zijn, maar dit word wel een gedemoniseer van de bovenste plank!!!!!!!!!
van: refdag.nl
Bart Jan, wat doe je nou?
Beste Bart Jan,
Eerlijk gezegd, ik had een paar dagen nodig om eraan te wennen. Spruyt in dienst van de Groep Wilders. Ik geloofde aanvankelijk mijn ogen niet. Maar het staat zwart op wit in de Volkskrant van dinsdag en in een kort interview leg je in die krant uit hoe je ertoe gekomen bent.
Toch blijven er tal van vragen. Allereerst hoe deze stap te rijmen valt met je stellige uitspraken in het achterliggende jaar dat je niet met Wilders in zee gaat, omdat je niet weet waar je met hem aan toe bent. Dat zei je met zoveel woorden in maart in het Nederlands Dagblad. In september vertelde je in HP/De Tijd te willen gaan schrijven en dus niet voor het werk van de politicus te kiezen. En in oktober vertelde je in deze krant dat er geen sprake was van een vrijage met Wilders.
Toegegeven: over dat laatste punt bestond er bij ons wel voortdurend de nodige twijfel. Nadat je in oktober 2004 in Het Parool samen met Wilders een artikel had gepubliceerd, verklaarde je op 4 november van dat jaar de voormalige VVD’er de liefde. Een stevige handdruk voor de camera maakte duidelijk dat het jullie menens was om als span de politieke arena te betreden. Er zou een nieuwe rechtse partij komen.
Nog geen 24 uur later nuanceerde je op briljante wijze de liefdesverklaring: geen daadwerkelijke oprichting van een partij, maar jullie hadden een ideologisch fundament voor een nieuwe partij, een contourennota, in de aanbieding voor mensen die zoiets wilden oprichten. Waar kom je dat vandaag de dag nog tegen: een proeve van een program, gratis aangeboden? Helaas, geen andere groep dan de partij van Wilders had er belangstelling voor. Jouw contourennota was hetzelfde lot beschoren als de notitie die minister Van Kemenade ooit schreef over vernieuwing van het onderwijsbestel en die dezelfde naam droeg: er was geen breed maatschappelijk draagvlak voor de ideeën.
Toen jouw omgeving, lees: het bestuur van de Burke Stichting, zag welke koers je inzette, distantieerde een deel zich van je. Het moet je -gelet op je geestelijke achtergrond- pijn hebben gedaan dat het vooral de mensen waren die je het meest na stonden; christenen die actief zijn op het terrein van de politiek, te weten Hillen, Van Middelkoop en niet te vergeten Menno de Bruyne, met wie je veel bespiegelende gedachten in stevige sigarenrook hebt laten opgaan.
Het andere deel van het bestuur van de Burke Stichting wist je binnenboord te houden. In een persverklaring zei het op 8 november 2004 dat jij en Wilders beslist niet de bedoeling hadden samen een nieuwe politieke partij op te richten.
Bovendien maakte je met je bestuur de afspraak je niet meer in het openbaar met Wilders te verbinden. Dat is je enige tijd redelijk gelukt, zij het dat een reis die je volgende week precies een jaar geleden met hem naar Amerika maakte, voor ons niet verborgen kon blijven.
In gesprekken over deze reis beweerde je Wilders te willen „dompelen in het conservatieve gedachtegoed om te voorkomen dat hij de verkeerde richting in zou slaan.” Verder wekte je wel de indruk bekomen te zijn van het idee dat Wilders een „golden opportunity” was voor de conservatieve beweging.
Ondanks die verklaringen van afstand leidde je verborgen verkering met Wilders tot problemen met de overige bestuursleden. Zij wilden eind maart een gesprek met je waarbij het vooral ging om jouw verhouding tot de ex-VVD’er. Daarnaast speelde verschil van visie over de koers van de Burke Stichting een rol. Uiteindelijk moest je zonder het grootste deel van je bestuur verder.
Naar aanleiding van deze problemen verklaarde je opnieuw dat je liefde voor Wilders was bekoeld. In het Nederlands Dagblad vertelde je zeker te weten dat je directeur van de Burke Stichting bleef en dat je geen trek had in een kamerlidmaatschap voor de Groep Wilders, want je wist „niet waar je met Wilders aan toe was.”
Enige aarzeling was er in je uitlatingen van afgelopen najaar. De situatie bij de Burke Stichting was inmiddels precair. Je zou verder moeten zonder inkomen. Door het wegvallen van geldschieters moest het budget van de conservatieve denktank drastisch omlaag. Een directeur kon er niet meer van af.
Je bleef echter trouw aan je principes. Als onbezoldigd bestuurder zou je je voluit inzetten voor het conservatieve ideaal. Je wilde opiniestukken schrijven. Hoe je aan je inkomen moest komen, wist je niet. Maar met bewonderenswaardige heldhaftigheid zei je in Trouw liever een paria dan een parvenu te willen zijn.
Op dat moment lokte het werken voor Wilders kennelijk niet. Want in november vertelde je in De Groene Amsterdammer dat jouw Burke Stichting zich weer onafhankelijk moest opstellen van alle politieke partijen, „inclusief de partij-in-wording van Wilders.”
Inmiddels weten we dat je met Wilders verder gaat. Er is een oude volkswijsheid die zegt: Af en an, maakt vrouw en man. Zo lijkt het ook bij jou te zijn gegaan. Veertien maanden na jullie liefdesverklaring blijkt er dan toch sprake te zijn van een verloving waardoor een huwelijk steeds waarschijnlijker wordt. Want je hebt ook laten weten bereid te zijn voor de Groep Wilders de Kamer in te gaan, als je daarvoor tenminste wordt gevraagd.
Ik blijf gissen naar je motieven. Eerlijk gezegd kan ik niet geloven dat het vinden van inkomenszekerheid je drijfveer is. Natuurlijk moet er brood op de plank komen. Je hebt een gezin te onderhouden. Maar je uitsluitend daardoor te laten leiden, past niet bij jou. Daarvoor ben je te principieel, te gepassioneerd.
Wat dan wel? Zoek je nationale bekendheid? Die heb je al. Je behoorde tot nu toe tot het selecte gezelschap Nederlanders dat zeer frequent in discussieprogramma’s en debatten optreedt. Ik durf de stelling te poneren dat je nu op je werkkamer bij Wilders en straks eventueel in je Kamerbankje minder bij zult dragen aan het nationale debat dan in je tijd als directeur van de Burke Stichting. In die kwaliteit speelde je de eerste viool, maar het kan niet anders of straks krijg je hooguit de tweede in handen. Ik ben bang dat het je ook niet meevalt die rol te vervullen. Je wilt op zijn minst primus inter pares zijn en als het kan meer. Intellectueel steek je ook ver boven de middelmaat uit. Wat dan als Wilders dingen roept die jij in je bankje met kromme tenen moet aanhoren?
Ik vraag me ook in gemoede af of je in je werk als volksvertegenwoordiger werkelijk intellectuele bevrediging zult vinden. Zelf heb je ooit de vraag of je voelde voor een Kamerlidmaatschap hartelijk weggelachen met de opmerking: „U weet dat ik daar totaal ongeschikt voor ben.” Zelf ben ik ervan overtuigd dat dit een juiste analyse is. Je bent de man van grootse, weliswaar soms wat eenzijdige visies, vernieuwende gedachten; niet degene die zich ingraaft in rapporten en wetsvoorstellen.
Ongetwijfeld zul je zeggen dat je op dit moment alle ruimte hebt je intellectuele creativiteit uit te leven. Dat geloof ik best voor zover het de eerste maanden betreft. Zelf noemde je Wilders ooit de man met de geuzenkop, een predicaat dat in het verleden overigens aan prof. Hugo Visscher werd gegeven. Wil jij de geblondeerde parlementariër op één lijn stellen met deze hervormde theoloog?
Geuzen waren doeners. Zonder een strategisch plan gingen zij aan de slag. Dus dat de doener Wilders een denker naast zich wil hebben om zijn ideologisch fundament te verankeren, snap ik best. Maar wat is voor jou de uitdaging als de contouren zijn uitgewerkt in een duidelijk omschreven visie? Ik ben bang dat dan de spanning eruit is. Eerdere fasen in je carrière hebben dat aangetoond. Je bent een rusteloze zoeker naar nieuwe uitdagingen.
Overigens, wat is de koers van de partij van Wilders? Daarmee kom ik aan mijn meest fundamentele punt van vertwijfeling. Waar wil je met Wilders heen? Ooit motiveerde je je activiteiten voor de Burke Stichting door te zeggen dat je vooral wilde zorgen dat voor het orthodox-christelijke deel van onze bevolking straks nog voldoende leef- en speelruimte over bleef. Daarom hamerde je er bij allerlei politici op oog te hebben voor de joods-christelijke wortels van onze beschaving. Niet iedereen in de kring waarin je bent opgegroeid, begreep dat. Maar ik heb steeds geloofd dat dit je diepste drijfveer was. Krijg je binnen de groep Wilders ook de ruimte om daarvoor te strijden? Ik waag het te betwijfelen.
Zeer bezorgd was je over de plannen van liberalen en socialisten om de vrijheid van onderwijs om zeep te helpen. Maar hoe kan het dan dat je met Wilders in zee gaat, die meer dan eens heeft gezegd dat artikel 23 in zijn huidige vorm moet verdwijnen?
Nog maar vijf jaar geleden schreef je in deze krant dat antipartijen doorgaans een kort leven zijn beschoren omdat hun programma in één woord valt samen te vatten: ”tegen”. Ze missen „de verworteling in een ideologie en hebben hun succes vaak te danken aan het charisma van een of enkele personen.” In alle eerlijkheid valt te constateren dat Wilders tot nu toe niet veel meer heeft laten zien dan ”tegen” te zijn. En wat zijn imago betreft? Hij heeft enige uitstraling, maar het is zeker geen Pim Fortuyn. Trouwens, wat wil Wilders nog meer? Wat zijn zijn positieve programmapunten? Anders gezegd: we weten waar hij tegen is, maar waar is hij voor?
Blijft natuurlijk ook het punt hoe jij als reformatorisch christen denkt te kunnen opereren in deze volstrekt seculiere partij. Ik weet hoe je denkt over het theocratisch denken zoals dat bijvoorbeeld binnen de SGP -de partij waar je wortels liggen- wordt aangehangen. Maar het is dan wel een hele stap om vanuit het reformatorisch milieu de kring van geseculariseerde liberalen binnen te stappen.
Dan zwijg ik nog maar over het feit dat Wilders van huis uit rooms-katholiek is. Als lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en als beheerder van een rijke boekenschat van gereformeerde theologen weet je dat Kuyper ernaast zat met zijn gedachte dat Rome en de Reformatie stoelen op eenzelfde wortel des geloof. Trouwens, dat oude goud, dat je door en door kent, wijst een andere weg. Dat wijst naar een volkomen rijk, waar mensen als Augustinus en Calvijn naar hunkerden.
Ik blijf zitten met de vraag hoe je deze stap kunt rijmen met jouw principieel-kerkelijke overtuiging. De vraag is misschien heel scherp. Toch stel ik hem: Is de Groep Wilders te combineren met hetgeen je ’s zondags hoort en wat je in de kerk belijdt? Dat zijn toch twee totaal verschillende werelden waartussen een diepe kloof gaapt?
Bart Jan, ik weet dat je niet altijd gewaardeerd bent in de reformatorische kring. Men doorgrondde je bedoeling en gedachten niet en daardoor kreeg je kritiek. Voor een deel had dit te maken met de soms onnavolgbare denkstappen die je maakte en met je onrustige natuur. Voor een ander deel met het feit dat je verder keek dan velen in de reformatorische kring. Niet alle kritiek was terecht.
Toch heb je binnen die kring je betekenis. Of moet ik zeggen: betekenis gehad? Je zette mensen aan het denken, waarschuwde voor ontwikkelingen en gevaren. En al waren er meningsverschillen, een deel zag je toch als een boegbeeld, als een voorman.
Dat lijkt nu te veranderen. Je haalt een brug op. Er ontstaat een kloof. Je gaat nu werkelijk een onbegrepen weg. Vanuit de sympathie die ik voor je heb en vanuit een gevoel van werkelijke verbondenheid roep ik je met klem op: Keer terug en gebruik je gaven voor de kring die je altijd lief is geweest.
je oud-collega
Wim Kranendonk
mag ik dit SGP propaganda noemen? of chargeer ik dan?
en dan nog sentimenteel eindigen met "je oud-collega"
wat een eng naar clubje is dat RD zeg.
en ja hoor natuuuuurlijk moet gezegd worden dat hij tot de GGiNed behoort :x :x :x :x je zou het een 's vergeten te zeggen................
tevens de zinsnede over artikel 23 klopt NIET. Wilders is VOOR instandhouding van artikel 23 GW.
RD wees eerlijk en objectief in je analyse over Wilders en nog meer over Spruyt!!!
tuurlijk is dit een persoonlijke brief, maar hij wordt wel gepubliceerd en houdt de achterban deels onwaarheden voor!!!
je hoeft het niet met Spruyt eens te zijn, maar dit word wel een gedemoniseer van de bovenste plank!!!!!!!!!
van: refdag.nl
Bart Jan, wat doe je nou?
Beste Bart Jan,
Eerlijk gezegd, ik had een paar dagen nodig om eraan te wennen. Spruyt in dienst van de Groep Wilders. Ik geloofde aanvankelijk mijn ogen niet. Maar het staat zwart op wit in de Volkskrant van dinsdag en in een kort interview leg je in die krant uit hoe je ertoe gekomen bent.
Toch blijven er tal van vragen. Allereerst hoe deze stap te rijmen valt met je stellige uitspraken in het achterliggende jaar dat je niet met Wilders in zee gaat, omdat je niet weet waar je met hem aan toe bent. Dat zei je met zoveel woorden in maart in het Nederlands Dagblad. In september vertelde je in HP/De Tijd te willen gaan schrijven en dus niet voor het werk van de politicus te kiezen. En in oktober vertelde je in deze krant dat er geen sprake was van een vrijage met Wilders.
Toegegeven: over dat laatste punt bestond er bij ons wel voortdurend de nodige twijfel. Nadat je in oktober 2004 in Het Parool samen met Wilders een artikel had gepubliceerd, verklaarde je op 4 november van dat jaar de voormalige VVD’er de liefde. Een stevige handdruk voor de camera maakte duidelijk dat het jullie menens was om als span de politieke arena te betreden. Er zou een nieuwe rechtse partij komen.
Nog geen 24 uur later nuanceerde je op briljante wijze de liefdesverklaring: geen daadwerkelijke oprichting van een partij, maar jullie hadden een ideologisch fundament voor een nieuwe partij, een contourennota, in de aanbieding voor mensen die zoiets wilden oprichten. Waar kom je dat vandaag de dag nog tegen: een proeve van een program, gratis aangeboden? Helaas, geen andere groep dan de partij van Wilders had er belangstelling voor. Jouw contourennota was hetzelfde lot beschoren als de notitie die minister Van Kemenade ooit schreef over vernieuwing van het onderwijsbestel en die dezelfde naam droeg: er was geen breed maatschappelijk draagvlak voor de ideeën.
Toen jouw omgeving, lees: het bestuur van de Burke Stichting, zag welke koers je inzette, distantieerde een deel zich van je. Het moet je -gelet op je geestelijke achtergrond- pijn hebben gedaan dat het vooral de mensen waren die je het meest na stonden; christenen die actief zijn op het terrein van de politiek, te weten Hillen, Van Middelkoop en niet te vergeten Menno de Bruyne, met wie je veel bespiegelende gedachten in stevige sigarenrook hebt laten opgaan.
Het andere deel van het bestuur van de Burke Stichting wist je binnenboord te houden. In een persverklaring zei het op 8 november 2004 dat jij en Wilders beslist niet de bedoeling hadden samen een nieuwe politieke partij op te richten.
Bovendien maakte je met je bestuur de afspraak je niet meer in het openbaar met Wilders te verbinden. Dat is je enige tijd redelijk gelukt, zij het dat een reis die je volgende week precies een jaar geleden met hem naar Amerika maakte, voor ons niet verborgen kon blijven.
In gesprekken over deze reis beweerde je Wilders te willen „dompelen in het conservatieve gedachtegoed om te voorkomen dat hij de verkeerde richting in zou slaan.” Verder wekte je wel de indruk bekomen te zijn van het idee dat Wilders een „golden opportunity” was voor de conservatieve beweging.
Ondanks die verklaringen van afstand leidde je verborgen verkering met Wilders tot problemen met de overige bestuursleden. Zij wilden eind maart een gesprek met je waarbij het vooral ging om jouw verhouding tot de ex-VVD’er. Daarnaast speelde verschil van visie over de koers van de Burke Stichting een rol. Uiteindelijk moest je zonder het grootste deel van je bestuur verder.
Naar aanleiding van deze problemen verklaarde je opnieuw dat je liefde voor Wilders was bekoeld. In het Nederlands Dagblad vertelde je zeker te weten dat je directeur van de Burke Stichting bleef en dat je geen trek had in een kamerlidmaatschap voor de Groep Wilders, want je wist „niet waar je met Wilders aan toe was.”
Enige aarzeling was er in je uitlatingen van afgelopen najaar. De situatie bij de Burke Stichting was inmiddels precair. Je zou verder moeten zonder inkomen. Door het wegvallen van geldschieters moest het budget van de conservatieve denktank drastisch omlaag. Een directeur kon er niet meer van af.
Je bleef echter trouw aan je principes. Als onbezoldigd bestuurder zou je je voluit inzetten voor het conservatieve ideaal. Je wilde opiniestukken schrijven. Hoe je aan je inkomen moest komen, wist je niet. Maar met bewonderenswaardige heldhaftigheid zei je in Trouw liever een paria dan een parvenu te willen zijn.
Op dat moment lokte het werken voor Wilders kennelijk niet. Want in november vertelde je in De Groene Amsterdammer dat jouw Burke Stichting zich weer onafhankelijk moest opstellen van alle politieke partijen, „inclusief de partij-in-wording van Wilders.”
Inmiddels weten we dat je met Wilders verder gaat. Er is een oude volkswijsheid die zegt: Af en an, maakt vrouw en man. Zo lijkt het ook bij jou te zijn gegaan. Veertien maanden na jullie liefdesverklaring blijkt er dan toch sprake te zijn van een verloving waardoor een huwelijk steeds waarschijnlijker wordt. Want je hebt ook laten weten bereid te zijn voor de Groep Wilders de Kamer in te gaan, als je daarvoor tenminste wordt gevraagd.
Ik blijf gissen naar je motieven. Eerlijk gezegd kan ik niet geloven dat het vinden van inkomenszekerheid je drijfveer is. Natuurlijk moet er brood op de plank komen. Je hebt een gezin te onderhouden. Maar je uitsluitend daardoor te laten leiden, past niet bij jou. Daarvoor ben je te principieel, te gepassioneerd.
Wat dan wel? Zoek je nationale bekendheid? Die heb je al. Je behoorde tot nu toe tot het selecte gezelschap Nederlanders dat zeer frequent in discussieprogramma’s en debatten optreedt. Ik durf de stelling te poneren dat je nu op je werkkamer bij Wilders en straks eventueel in je Kamerbankje minder bij zult dragen aan het nationale debat dan in je tijd als directeur van de Burke Stichting. In die kwaliteit speelde je de eerste viool, maar het kan niet anders of straks krijg je hooguit de tweede in handen. Ik ben bang dat het je ook niet meevalt die rol te vervullen. Je wilt op zijn minst primus inter pares zijn en als het kan meer. Intellectueel steek je ook ver boven de middelmaat uit. Wat dan als Wilders dingen roept die jij in je bankje met kromme tenen moet aanhoren?
Ik vraag me ook in gemoede af of je in je werk als volksvertegenwoordiger werkelijk intellectuele bevrediging zult vinden. Zelf heb je ooit de vraag of je voelde voor een Kamerlidmaatschap hartelijk weggelachen met de opmerking: „U weet dat ik daar totaal ongeschikt voor ben.” Zelf ben ik ervan overtuigd dat dit een juiste analyse is. Je bent de man van grootse, weliswaar soms wat eenzijdige visies, vernieuwende gedachten; niet degene die zich ingraaft in rapporten en wetsvoorstellen.
Ongetwijfeld zul je zeggen dat je op dit moment alle ruimte hebt je intellectuele creativiteit uit te leven. Dat geloof ik best voor zover het de eerste maanden betreft. Zelf noemde je Wilders ooit de man met de geuzenkop, een predicaat dat in het verleden overigens aan prof. Hugo Visscher werd gegeven. Wil jij de geblondeerde parlementariër op één lijn stellen met deze hervormde theoloog?
Geuzen waren doeners. Zonder een strategisch plan gingen zij aan de slag. Dus dat de doener Wilders een denker naast zich wil hebben om zijn ideologisch fundament te verankeren, snap ik best. Maar wat is voor jou de uitdaging als de contouren zijn uitgewerkt in een duidelijk omschreven visie? Ik ben bang dat dan de spanning eruit is. Eerdere fasen in je carrière hebben dat aangetoond. Je bent een rusteloze zoeker naar nieuwe uitdagingen.
Overigens, wat is de koers van de partij van Wilders? Daarmee kom ik aan mijn meest fundamentele punt van vertwijfeling. Waar wil je met Wilders heen? Ooit motiveerde je je activiteiten voor de Burke Stichting door te zeggen dat je vooral wilde zorgen dat voor het orthodox-christelijke deel van onze bevolking straks nog voldoende leef- en speelruimte over bleef. Daarom hamerde je er bij allerlei politici op oog te hebben voor de joods-christelijke wortels van onze beschaving. Niet iedereen in de kring waarin je bent opgegroeid, begreep dat. Maar ik heb steeds geloofd dat dit je diepste drijfveer was. Krijg je binnen de groep Wilders ook de ruimte om daarvoor te strijden? Ik waag het te betwijfelen.
Zeer bezorgd was je over de plannen van liberalen en socialisten om de vrijheid van onderwijs om zeep te helpen. Maar hoe kan het dan dat je met Wilders in zee gaat, die meer dan eens heeft gezegd dat artikel 23 in zijn huidige vorm moet verdwijnen?
Nog maar vijf jaar geleden schreef je in deze krant dat antipartijen doorgaans een kort leven zijn beschoren omdat hun programma in één woord valt samen te vatten: ”tegen”. Ze missen „de verworteling in een ideologie en hebben hun succes vaak te danken aan het charisma van een of enkele personen.” In alle eerlijkheid valt te constateren dat Wilders tot nu toe niet veel meer heeft laten zien dan ”tegen” te zijn. En wat zijn imago betreft? Hij heeft enige uitstraling, maar het is zeker geen Pim Fortuyn. Trouwens, wat wil Wilders nog meer? Wat zijn zijn positieve programmapunten? Anders gezegd: we weten waar hij tegen is, maar waar is hij voor?
Blijft natuurlijk ook het punt hoe jij als reformatorisch christen denkt te kunnen opereren in deze volstrekt seculiere partij. Ik weet hoe je denkt over het theocratisch denken zoals dat bijvoorbeeld binnen de SGP -de partij waar je wortels liggen- wordt aangehangen. Maar het is dan wel een hele stap om vanuit het reformatorisch milieu de kring van geseculariseerde liberalen binnen te stappen.
Dan zwijg ik nog maar over het feit dat Wilders van huis uit rooms-katholiek is. Als lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en als beheerder van een rijke boekenschat van gereformeerde theologen weet je dat Kuyper ernaast zat met zijn gedachte dat Rome en de Reformatie stoelen op eenzelfde wortel des geloof. Trouwens, dat oude goud, dat je door en door kent, wijst een andere weg. Dat wijst naar een volkomen rijk, waar mensen als Augustinus en Calvijn naar hunkerden.
Ik blijf zitten met de vraag hoe je deze stap kunt rijmen met jouw principieel-kerkelijke overtuiging. De vraag is misschien heel scherp. Toch stel ik hem: Is de Groep Wilders te combineren met hetgeen je ’s zondags hoort en wat je in de kerk belijdt? Dat zijn toch twee totaal verschillende werelden waartussen een diepe kloof gaapt?
Bart Jan, ik weet dat je niet altijd gewaardeerd bent in de reformatorische kring. Men doorgrondde je bedoeling en gedachten niet en daardoor kreeg je kritiek. Voor een deel had dit te maken met de soms onnavolgbare denkstappen die je maakte en met je onrustige natuur. Voor een ander deel met het feit dat je verder keek dan velen in de reformatorische kring. Niet alle kritiek was terecht.
Toch heb je binnen die kring je betekenis. Of moet ik zeggen: betekenis gehad? Je zette mensen aan het denken, waarschuwde voor ontwikkelingen en gevaren. En al waren er meningsverschillen, een deel zag je toch als een boegbeeld, als een voorman.
Dat lijkt nu te veranderen. Je haalt een brug op. Er ontstaat een kloof. Je gaat nu werkelijk een onbegrepen weg. Vanuit de sympathie die ik voor je heb en vanuit een gevoel van werkelijke verbondenheid roep ik je met klem op: Keer terug en gebruik je gaven voor de kring die je altijd lief is geweest.
je oud-collega
Wim Kranendonk
"Indien het hier in 't Vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo ist er ellendig gesteld. Nochtans zal ik die spreken, zoo lang als mijn oogen open staan."
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
Blegh, idd wat een rotopmerkingen.
Deze is onder de riem:
Deze is onder de riem:
Ooit gehoord van scheiding van kerk en staat?Dan zwijg ik nog maar over het feit dat Wilders van huis uit rooms-katholiek is. Als lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en als beheerder van een rijke boekenschat van gereformeerde theologen weet je dat Kuyper ernaast zat met zijn gedachte dat Rome en de Reformatie stoelen op eenzelfde wortel des geloof. Trouwens, dat oude goud, dat je door en door kent, wijst een andere weg. Dat wijst naar een volkomen rijk, waar mensen als Augustinus en Calvijn naar hunkerden.
Dat bedoel ik dus: een eng zuil-denken waarvan ik griezel. Het getuigt bovendien niet van respect! Stuur die man dan een persoonlijke brief, en doe dat niet zo publiekelijk. Nu wordt hij publiekelijk ter verantwoording geroepen. Alsof hij verantwoording verschuldigt is aan zijn oud-werkgever.....
Laatst gewijzigd door Leonius op 07 jan 2006, 12:12, 1 keer totaal gewijzigd.
politiek
Ik heb net ook met gemengde gevoelens deze toch wel persoonlijke en gevoelige brief zitten lezen. Ik vind het niet deugdzaam van de heer Kranendonk om zijn persoonlijke gedachten over de heer Spruyt via het medium 'krant' te publiceren. In vergelijking met de meeste politieke activisten ben ik anti-politiek, maar hier wilde ik toch wel even op reageren.
Als iedereen op deze manier zijn of haar gedachtengoed aan te man zou brengen(alsof het rd dat zal accepteren?) wat zullen we dan beleven?
Billy(opmerkelijk trouwens!!!) merkt terecht op dat heel het rd geen objectieve krant is op politiek, ethisch en theolgisch vlak. Erg triest. En ligt het er weer duimendik bovenop dat ook het rd dient om 'ons bastion', dat allerlei scheuren en deuken vertoont 'kunstmatig' in stand te houden....Billy: heldere analyse....!!
gr, Grace(die helemaal niet politiek-geínteresseerd is, maar het hier niet kon laten om te reageren)
Als iedereen op deze manier zijn of haar gedachtengoed aan te man zou brengen(alsof het rd dat zal accepteren?) wat zullen we dan beleven?
Billy(opmerkelijk trouwens!!!) merkt terecht op dat heel het rd geen objectieve krant is op politiek, ethisch en theolgisch vlak. Erg triest. En ligt het er weer duimendik bovenop dat ook het rd dient om 'ons bastion', dat allerlei scheuren en deuken vertoont 'kunstmatig' in stand te houden....Billy: heldere analyse....!!
gr, Grace(die helemaal niet politiek-geínteresseerd is, maar het hier niet kon laten om te reageren)