Ararat schreef:Anselmus schreef:Ararat schreef:Zou de groepen verdelen op niveau ipv leeftijd helpend kunnen zijn als een deel van de oplossing?
Daar ben ik in de kerk ook niet voor. Het is ongeveer de enige plaats in de samenleving waarbij je niet door niveau, prestatie, eigen keuze, etc. een groep vormt of waar gedifferentieerd wordt met plusklassen, maar waar iedereen gelijk is en aan elkaar gegeven is. Hoe inclusief kun je het maken ;-). In de gemeente ben je aan elkaar gegeven. Op zondag telt dat ook, of zou je voorstel daar ook zijn om de kerk te verdelen in een dienst met abstractie voor hoger opgeleiden en een dienst met praktische voorbeelden voor praktisch opgeleiden? Juist in de kerk mogen we leren om op een goede geduldige manier met elkaar om te gaan, elkaar te waarderen en van elkaar te leren en vooral om ook rekening met elkaar te houden. En te weten dat je tot een groep hoort zonder dat daar iets voor nodig is. Tegelijk realiseer ik me dat dit de nodige zelfverloochening van de catechisanten en creativiteit van de catecheet vraagt.
Goed dat je dit zegt, mijn spontane gedachte was er een zoals het op een school wordt opgelost (tenminste, ik neem aan dat het wordt geprobeerd). Dus eens met jou en @Ditbenik.
Toch vraag ik verder: Hoe zie je die mooi benoemde zelfverloochening van de catechisanten en creativiteit van de catecheet in de praktijk voor je in een diverse groep?
Hoe zou jij er als catechiseermeester voor zorgen dat jouw pupillen straks niet dezelfde herinnering hebben aan jouw catechisatielessen als jij nu hebt aan die van jou?
Het begint denk ik al met kleinere groepen en een persoonlijkere band. Mijn ouderling wist vroeger niet hoe ik heette en ooit kregen we huisbezoek en vroeg de ouderling wanneer ik belijdenis ging doen en kon ik hem vertellen dat ik dat afgelopen keer had gedaan. Het begint met een persoonlijke band omdat je op die manier de leefwereld kent van de jongeren en hier naar kunt vragen, maar ook voorbeelden bij kunt bedenken/gebruiken.
Vervolgens is voorkennis-activering belangrijk om aan te sluiten bij het goede haakje/laadje. Stel een open voorvraag waar iedereen op kan reageren. Er is geen goed of fout. Vervolgens kun je dan verder en stel je voor de praktisch opgeleiden wat meer feitenvragen, voor de abstracte denkers een consequentie-vraag of bedenk je met elkaar toepassingsvragen. De houding hierbij is van - en met elkaar leren (constructivistische leertheorie) en op verschillende niveaus binnen de taxonomie. Dit betekent dat je als catecheet ook luistert naar wat jongeren inbrengen, hen serieus neemt en luistert naar wat er leeft en wat hun vragen zijn. Niet elke keer kan elke vraag behandeld worden, maar het is wel mogelijk dit in de loop van het seizoen mee te nemen. Hieronder twee voorbeelden uit de losse pols:
Voorbeeld 1: thema armoede
- Voorkennisactivering: waar denk je aan bij 'armoede'
- Feitenvraag: kun je een Bijbelse figuur noemen die met armoede te maken had?
- Analysevraag: hoe verhoudt die Bijbelse geschiedenis zich tot de tijd waarin we nu leven?
- Toepassingsvraag: wat kunnen we leren van armoede in de Bijbel en hoe moeten we daar in onze tijd mee omgaan?
- Praktisch handen uit de mouwen: wat kunnen wij als gemeente en jij persoonlijk betekenen voor mensen die het krapper hebben zowel binnen als buiten de gemeente?
Behandelde onderwerpen: liefde tot God en Zijn schepping (1e tafel) naastenliefde (2e tafel), sociale gerechtigheid (Bijbelgedeelten en eventueel een aan te leren tekst of bijv. catechismusvraag over christelijke handreiking), praktische toepassing in de gemeente.
Voorbeeld 2: thema bekering
- Voorkennisactivering: stelling: bekering is een actief werkwoord, wat vind je daarvan?
- Feitenvraag: Kun je Bijbelse voorbeelden noemen van personen die bekeerd werden?
- Analysevraag: Zijn er verschillen, is dat wel of niet belangrijk? Welke overeenkomsten zijn er? Wat zegt de Bijbel over bekering?
- Toepassingsvraag: wat vind mooi of moeilijk als het om dit onderwerp gaat? Wat kunnen we leren vanuit de Bijbel?
- Praktische handelen: kies komende week 1 persoon uit waarmee je spreekt over 'bekering'. Dit mag zowel een kerkelijk als een onkerkelijk iemand zijn. Vraag eens hoe zij daar tegenaan kijken en op welke manier zij daar mee bezig zijn in hun leven.
Volgens mij bedien je zo elke doelgroep, leer je van en met elkaar en leer je elkaar ook waarderen binnen de gemeente. Geen idee of het werkt, maar zo zou ik het voor me zien.
Ik denk dat het ook belangrijk is dat de catecheet nadenkt over leerdoelen: wat wil ik dat ze in ieder geval vanavond meenemen naar huis? Dat maakt je doelen specifiek en als de les dan door een mooi gesprek anders loopt in plaats van dat de les volgens planning verliep, is dat ook goed, want het doel was dat er bewustwording was over onderwerp X en dat is dan gebeurt.
Wat de zelfverloochening van de catechisant betreft: met bovenstaand idee zit er mogelijk altijd wel iets bij om over na te denken. Verder kom je in een christelijke gemeente niet alleen wat halen, maar ook wat brengen en bij te dragen. En misschien kun jij met iets wat je zegt de ander op een denkspoor zetten of iets laten inzien wat de ander eerst niet zag. Verder kan de catecheet uitdagen tot het stellen van prikkelende en kritische vragen. Ik denk dat dat ook helpt: dat het mag en gewaardeerd wordt wanneer er vragen gesteld worden en waar dan eventueel samen naar een antwoord gezocht wordt. Misschien kan de catecheet als laatste nog wat denkduwtjes meegeven voor deze groep.