Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Geplaatst: 29 mei 2018, 11:24
Nee, het zou duidelijker geweest zijn als ze het wel gebruikt hadden.huisman schreef:Voor de duidelijkheid het woordje “uitwendig” kent onze Heidelberger niet.

Nee, het zou duidelijker geweest zijn als ze het wel gebruikt hadden.huisman schreef:Voor de duidelijkheid het woordje “uitwendig” kent onze Heidelberger niet.
huisman schreef:Dus ze zijn te verontschuldigen? Ze waren maar uitwendig in het verbond en de verbondsweldaden waren niet welmenend geschonken?
Niet dus, zie bovenstaande quote waar ik op reageerde. Gelukkig neem jij dat schenken dus ook niet voor je rekening.huisman schreef:Het woord geschonken kwam van jou en nam ik in de beantwoording klakkeloos over.
Sorry, ik reik je je juist de broederhand met enkele nuancerende en relativerende opmerkingen.In mijn CGK kring maken wij wel degelijk onderscheid in de toezegging en de vervulling van de beloften. De vervulling gaat in de weg van wedergeboorte,geloof en bekering. Langs de drie stukken ellende,verlossing en dankbaarheid gewerkt door Gods Geest .
Ik wordt altijd een beetje verdrietig dat mensen die de Bijbelse rijkdom van de kinderdoop verdedigen verdacht worden gemaakt door te suggereren dat zij vinden dat wedergeboorte niet nodig zou zijn.
De zekerheid van de zaligheid is hen geschonken, tenzij zij in hun ongeloof volharden!Erasmiaan schreef:Het zou prettig zijn als je op de uitgelokte tegenwerpingen in zou gaan.huisman schreef:Dus ze zijn te verontschuldigen? Ze waren maar uitwendig in het verbond en de verbondsweldaden waren niet welmenend geschonken?
Die term “uitwendig” heeft al veel kapot gemaakt. Het houdt de genade en het welmenend aanbod op afstand.
Wat is de gedoopten geschonken? Zaligheid? Een beginsel van zaligheid?
Dat artikel is in de kern juist het tegenovergestelde van datgeen wat ds. A. Schot zegt. Fijn dat je met dit artikel, samen met @Erasmiaan, kan instemmen.Jantje schreef:Volgens mij is dikgedrukt gedeelte heel duidelijk en Bijbels. Het is toch niet zo dat aan een ieder die gedoopt wordt het wezen van het genadeverbond belooft wordt? Er is wel een verschil tussen de bediening van het genadeverbond en het wezen van het genadeverbond. En ik zie dat men de bediening van het genadeverbond gelijkstelt aan het wezen van het genadeverbond, iets wat de docenten ook doen en wat ds. Schot ook tegenspreekt.Ds. A. Schot schreef: Verbondsbeloften
Twee docenten uit het voortgezet onderwijs reageerden op het verslagje over mijn lezing voor de KLS (RD 26-5). Om te beginnen is het een hachelijke zaak om te reageren op een dergelijk verslag. Bijvoorbeeld: de kop die boven het verslag is geplaatst, ”Het genadeverbond geeft voorrechten”, is absoluut geen citaat van ondergetekende. In mijn visie geeft het genadeverbond zelfs rechten. Maar ik plaats geen isgelijkteken tussen het uitwendige teken van de doop en het wezen van het genadeverbond.
Ik heb gezegd dat het leven onder de bediening van het genadeverbond voorrechten geeft. De auteurs maken zich daar grote zorgen over. Ondergetekende maakt zich echter op zijn beurt grote zorgen over de wijze waarop deze docenten met de verbondsleer omgaan. Zij zien het genadeverbond blijkbaar als een persoonlijke verzegeling van het heil aan alle gedoopten. Zij zullen moeten erkennen dat het genadeverbond dan maar een zeer verbrekelijk verbond is of zij moeten ervan uitgaan dat alle gedoopten ook werkelijk zalig worden.
De docenten pretenderen dat zij de klassiek gereformeerde verbondsopvatting aanhangen. Zij stellen dat God met ons een verbond is aangegaan waarin Hij toezegt dat Hij onze Vader is. Zo klassiek vind ik hun opvatting niet. In de klassieke verbondsopvatting is God het verbond met Christus aangegaan. Hij is het Hoofd van het genadeverbond als Vertegenwoordiger van alle uitverkorenen. Alleen zij zijn wezenlijk in het genadeverbond die in Christus zijn. Daarom zijn de beloften van het verbond ook zo eeuwig vast. Die beloften worden betekend en verzegeld aan al degenen die in Christus zijn.
Het sacrament is ingesteld tot versterking van het geloof. Niet het geloof van het te dopen kind, maar het geloof van de Kerk, die spreekt in de catechismus en in het doopformulier, ontvangt daarin versterking. Laten deze docenten ook eens even goed uitzoeken tot wie Petrus zich richt in Handelingen 2:39. Ik hoop dat onze jongeren vele van zulke verslagen docenten mogen hebben.
Ds. A. Schot
Nunspeet
Hieronder een interessant artikel van ds. M. Golverdingen, die mijns inziens hetzelfde zegt als ds. Schot.
https://www.rd.nl/oud/kl/010217kl01.html
Dit vind ik cryptische taal. Leg dit maar eens uit op de catechisatie aan een puber.Wandelende schreef:De zekerheid van de zaligheid is hen geschonken, tenzij zij in hun ongeloof volharden!Erasmiaan schreef:Het zou prettig zijn als je op de uitgelokte tegenwerpingen in zou gaan.huisman schreef:Dus ze zijn te verontschuldigen? Ze waren maar uitwendig in het verbond en de verbondsweldaden waren niet welmenend geschonken?
Die term “uitwendig” heeft al veel kapot gemaakt. Het houdt de genade en het welmenend aanbod op afstand.
Wat is de gedoopten geschonken? Zaligheid? Een beginsel van zaligheid?
Ik wilde toch een mooi citaat aanhalen, uit deel VI van deze serie (waar ik verder wel het eea op aan te merken heb, maar dat is hierboven allemaal al een keer gezegd).-DIA- schreef:In het jaar 1969 werd in De Wachter Sions een preek geplaatst over
DE ZUIVERE LEER VAN DE HEILIGE DOOP...
Hier is de preek te lezen:
https://www.digibron.nl/search/results? ... onDate_ASC
DEEL VI schreef: ... Dat wil niet zegen dat die doop u al een eind op pad naar de hemel helpt, maar dat wil wel zeggen dat de vorst der duisternis alle grond en recht mist om u wijs te maken dat de zaligheid voor u niet is.
Helemaal niet, het is hetzelfde als wat ds. Schot zegt. Als jij de verschillen kan noemen, hoor ik dat graag.Wandelende schreef:Dat artikel is in de kern juist het tegenovergestelde van datgeen wat ds. A. Schot zegt. Fijn dat je met dit artikel, samen met @Erasmiaan, kan instemmen.Jantje schreef:Volgens mij is dikgedrukt gedeelte heel duidelijk en Bijbels. Het is toch niet zo dat aan een ieder die gedoopt wordt het wezen van het genadeverbond belooft wordt? Er is wel een verschil tussen de bediening van het genadeverbond en het wezen van het genadeverbond. En ik zie dat men de bediening van het genadeverbond gelijkstelt aan het wezen van het genadeverbond, iets wat de docenten ook doen en wat ds. Schot ook tegenspreekt.Ds. A. Schot schreef: Verbondsbeloften
Twee docenten uit het voortgezet onderwijs reageerden op het verslagje over mijn lezing voor de KLS (RD 26-5). Om te beginnen is het een hachelijke zaak om te reageren op een dergelijk verslag. Bijvoorbeeld: de kop die boven het verslag is geplaatst, ”Het genadeverbond geeft voorrechten”, is absoluut geen citaat van ondergetekende. In mijn visie geeft het genadeverbond zelfs rechten. Maar ik plaats geen isgelijkteken tussen het uitwendige teken van de doop en het wezen van het genadeverbond.
Ik heb gezegd dat het leven onder de bediening van het genadeverbond voorrechten geeft. De auteurs maken zich daar grote zorgen over. Ondergetekende maakt zich echter op zijn beurt grote zorgen over de wijze waarop deze docenten met de verbondsleer omgaan. Zij zien het genadeverbond blijkbaar als een persoonlijke verzegeling van het heil aan alle gedoopten. Zij zullen moeten erkennen dat het genadeverbond dan maar een zeer verbrekelijk verbond is of zij moeten ervan uitgaan dat alle gedoopten ook werkelijk zalig worden.
De docenten pretenderen dat zij de klassiek gereformeerde verbondsopvatting aanhangen. Zij stellen dat God met ons een verbond is aangegaan waarin Hij toezegt dat Hij onze Vader is. Zo klassiek vind ik hun opvatting niet. In de klassieke verbondsopvatting is God het verbond met Christus aangegaan. Hij is het Hoofd van het genadeverbond als Vertegenwoordiger van alle uitverkorenen. Alleen zij zijn wezenlijk in het genadeverbond die in Christus zijn. Daarom zijn de beloften van het verbond ook zo eeuwig vast. Die beloften worden betekend en verzegeld aan al degenen die in Christus zijn.
Het sacrament is ingesteld tot versterking van het geloof. Niet het geloof van het te dopen kind, maar het geloof van de Kerk, die spreekt in de catechismus en in het doopformulier, ontvangt daarin versterking. Laten deze docenten ook eens even goed uitzoeken tot wie Petrus zich richt in Handelingen 2:39. Ik hoop dat onze jongeren vele van zulke verslagen docenten mogen hebben.
Ds. A. Schot
Nunspeet
Hieronder een interessant artikel van ds. M. Golverdingen, die mijns inziens hetzelfde zegt als ds. Schot.
https://www.rd.nl/oud/kl/010217kl01.html
Het is toch geen cryptische taal. Het is de pleitgrond waarop onze gedoopte jongeren alles mogen leren verwachten van een Drie-enig God.Erasmiaan schreef:Dit vind ik cryptische taal. Leg dit maar eens uit op de catechisatie aan een puber.Wandelende schreef:De zekerheid van de zaligheid is hen geschonken, tenzij zij in hun ongeloof volharden!Erasmiaan schreef:Het zou prettig zijn als je op de uitgelokte tegenwerpingen in zou gaan.huisman schreef:Dus ze zijn te verontschuldigen? Ze waren maar uitwendig in het verbond en de verbondsweldaden waren niet welmenend geschonken?
Die term “uitwendig” heeft al veel kapot gemaakt. Het houdt de genade en het welmenend aanbod op afstand.
Wat is de gedoopten geschonken? Zaligheid? Een beginsel van zaligheid?
De zekerheid van de zaligheid wordt geschonken als men Jezus met al Zijn weldaden aanneemt. De doop is daar een teken en zegel van.
Bijzonder. Een sterk staaltje van: "ik lees, ik lees, wat jij niet leest..."Wandelende schreef: Dat artikel is in de kern juist het tegenovergestelde van datgeen wat ds. A. Schot zegt. Fijn dat je met dit artikel, samen met @Erasmiaan, kan instemmen.
De predikant uit Gorinchem wees ook op het belang van de doop. Geboorte en doop doen ons leven onder de bediening van het verbond. „De Heere zegt in de bediening van de Heilige Doop dat Hij de Eerste was om te zeggen wat er in Hem te vinden is: Ik heb geen lust in uw dood, Ik bied u de zaligheid aan. Op ons gedoopte voorhoofd staat geschreven: Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden. Ook wijst onze doop heen naar de Heilige Geest, Die ons alleen het heil kan schenken dat in Christus is. Daarom ligt in onze doop de grond om bij de Heere te bedelen om ware bekering.”Jantje schreef:Helemaal niet, het is hetzelfde als wat ds. Schot zegt. Als jij de verschillen kan noemen, hoor ik dat graag.Wandelende schreef:Dat artikel is in de kern juist het tegenovergestelde van datgeen wat ds. A. Schot zegt. Fijn dat je met dit artikel, samen met @Erasmiaan, kan instemmen.Jantje schreef:Volgens mij is dikgedrukt gedeelte heel duidelijk en Bijbels. Het is toch niet zo dat aan een ieder die gedoopt wordt het wezen van het genadeverbond belooft wordt? Er is wel een verschil tussen de bediening van het genadeverbond en het wezen van het genadeverbond. En ik zie dat men de bediening van het genadeverbond gelijkstelt aan het wezen van het genadeverbond, iets wat de docenten ook doen en wat ds. Schot ook tegenspreekt.Ds. A. Schot schreef: Verbondsbeloften
Twee docenten uit het voortgezet onderwijs reageerden op het verslagje over mijn lezing voor de KLS (RD 26-5). Om te beginnen is het een hachelijke zaak om te reageren op een dergelijk verslag. Bijvoorbeeld: de kop die boven het verslag is geplaatst, ”Het genadeverbond geeft voorrechten”, is absoluut geen citaat van ondergetekende. In mijn visie geeft het genadeverbond zelfs rechten. Maar ik plaats geen isgelijkteken tussen het uitwendige teken van de doop en het wezen van het genadeverbond.
Ik heb gezegd dat het leven onder de bediening van het genadeverbond voorrechten geeft. De auteurs maken zich daar grote zorgen over. Ondergetekende maakt zich echter op zijn beurt grote zorgen over de wijze waarop deze docenten met de verbondsleer omgaan. Zij zien het genadeverbond blijkbaar als een persoonlijke verzegeling van het heil aan alle gedoopten. Zij zullen moeten erkennen dat het genadeverbond dan maar een zeer verbrekelijk verbond is of zij moeten ervan uitgaan dat alle gedoopten ook werkelijk zalig worden.
De docenten pretenderen dat zij de klassiek gereformeerde verbondsopvatting aanhangen. Zij stellen dat God met ons een verbond is aangegaan waarin Hij toezegt dat Hij onze Vader is. Zo klassiek vind ik hun opvatting niet. In de klassieke verbondsopvatting is God het verbond met Christus aangegaan. Hij is het Hoofd van het genadeverbond als Vertegenwoordiger van alle uitverkorenen. Alleen zij zijn wezenlijk in het genadeverbond die in Christus zijn. Daarom zijn de beloften van het verbond ook zo eeuwig vast. Die beloften worden betekend en verzegeld aan al degenen die in Christus zijn.
Het sacrament is ingesteld tot versterking van het geloof. Niet het geloof van het te dopen kind, maar het geloof van de Kerk, die spreekt in de catechismus en in het doopformulier, ontvangt daarin versterking. Laten deze docenten ook eens even goed uitzoeken tot wie Petrus zich richt in Handelingen 2:39. Ik hoop dat onze jongeren vele van zulke verslagen docenten mogen hebben.
Ds. A. Schot
Nunspeet
Hieronder een interessant artikel van ds. M. Golverdingen, die mijns inziens hetzelfde zegt als ds. Schot.
https://www.rd.nl/oud/kl/010217kl01.html
Dan zit het bij punt 2 en 3 toch vast op jouw eerdere uitspraak:Erasmiaan schreef:Alles wat ik heb betoogd onderstreept ds. Golverdingen:
- twee verbonden
- genadeverbond kent wezen en bediening
- genadeverbond schenkt en kun je niet uit vallen
- alleen de uitverkorenen ontvangen wat het verbond schenkt (!!!!)
- het leven onder de aanbieding vergroot onze verantwoordelijkheid (letterlijk mijn tekst die ik overigens uit de zesde leeruitspraak heb)
- uitwendige verbondsrelatie
- ds. Golverdingen gaat nooit verder dan te zeggen dat de gedoopten het evangelie wordt aangeboden.