Ik heb even een poosje de discussie niet gevolgd. En achteraf ben ik alles gaan lezen. Jullie begrijpen dat dat wel even zweten was, want er was genoeg heen-en-weer gereageerd:) Maar leerzaam was het wel.
Zo maar wat reacties van mijn kant erop.
De mens had wel de keus om te kiezen, maar volgens Gods besluit. Lezen we iet in Rom. 15 : 19 :
Want wie heeft Zijn wil wederstaan?
Maar de mens blijft zelf verantwoordelijk. De mens is dus geen marionet.
Vroeg of laat zal God de macht in ons leven krijgen! Wij kunnen nu - vrijwillig - ingaan tot het lijden van Christus, tot de enge poort, de smalle weg, we kunnen ook het oordeel Gods afwachten. DÃe keuze heb je... En op grond van dÃe keuze ben je al dan niet uitverkoren! Op grond van dÃe keuze bevestig je je roeping en verkiezing!
Fil 2: 13
Want het is God, Die in u werkt46) beide het willen47) en het werken,48) naar Zijn welbehagen.49)
Lois had deze ook al aangehaald. Ik zet nog even de verklaring erbij:
49) naar Zijn welbehagen.
Dat is, niet naar enige voorgaande goede schikking of voorbereiding, die Hij in den mens zou vinden, maar naar Zijn believen, uit loutere genade. Zie Ef. 1:5,9,11, en Ef. 2:8; 2 Tim. 1:9.
Gods wil is zijn wil. Zijn wil is in ieder geval nÃet dat ik zondig. Dat zou hypocriet zijn. En God is niet hypocriet. God wil dat alle mensen behouden worden. Helaas lijken de mensen dat zelf niet te willen.
God wil niet dat alle mensen behouden worden. Want dat zou in tegenspraak zijn. Een almachtig God die iets wil wat niet gebeurt. God is niet verantwoordelijk voor de zonde.
Wij moeten tweeërlei noodzakelijkheid onderscheiden.
1. een noodzakelijkheid van gevolg uit het voorgaande besluit;.
2. een dadelijke noodzakelijkheid, waardoor iets krachtens Gods besluit volgen moet, zonder bewuste medewerking van het schepsel.
Dus 1. Omdat God het besloten heeft moet het ook gebeuren, maar de mens blijft verantwoordelijk. 2. God besluit dat de zon opgaat en dat gebeurt zonder dat wij daar aan meewerken.
Maar de strijd tussen God en satan is nog steeds niet gestreden, ookal mogen wij al weten wie er aan het eind toch sterker blijkt.
Paulus moest uitroepen ik ellendig mens wie zal mij verlossen van het lichaam des doods. De nieuwe mens wil niet zondigen, maar de oude mens nog steeds. En soms ligt de oude mens boven, maar gelukkig door genade mag ook steeds de nieuwe mens de overhand krijgen. Maar ptl heeft dat volgens mij al duidelijk gemaakt.
Rom 7
En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe,47) dat zij goed is.
17 Ik dan doe datzelve nu niet meer,48) maar de zonde, die in mij woont.49)
18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij,50) maar het goede te doen,51) dat vind ik niet.
19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
21 Zo vind ik dan52) deze wet in mij:53) als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt.54)
22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;55)
23 Maar ik zie een andere wet in mijn leden,56) welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds,57) en mij gevangen neemt onder de wet der zonde,58) die in mijn leden is.
24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?59)
Even de kanttekeningen:
47) zo stem ik de wet toe,
Namelijk dewijl ik niet wil, noch voor goed houd de begeerlijheid die zij verbiedt.
48) Ik dan doe datzelve nu niet meer,
Namelijk naar den inwendigen mens, gelijk hij verklaart Rom. 7:22.
49) de zonde, die in mij woont.
Dat is, de overblijfselen der verdorvenheid, die nog in mij zijn, gelijk hij verklaart Rom. 7:18,20.
50) is wel bij mij,
Grieks ligt bij mij; namelijk door de genade Gods, die hetzelve in mij werkt; Filipp. 2:13.
51) het goede te doen,
Namleijk in zijne volmaaktheid. Zie Filipp. 3:12,13,14
52) vind ik dan
Dat is, bevinde.
53) deze wet in mij:
De apostel noemt hier alzo, gelijk ook Rom. 7:23 bij gelijkenis, de overgebleven verdorvenheid in de gelovigen, omdat, gelijk ene wet door hare geboden en verboden den mens vermaant en verplicht tot hare gehoorzaamheid, alzo ook de inwonende zonde hen daartoe drijft door hare begeerten en aanritzingen. Zie Rom. 7:23.
54) bijligt.
Of, aanligt; dat is aankleeft of aanhangt, namelijk, door de overblijfselen der verdorven natuur.
55) naar den inwendigen mens;
Hierdoor wordt niet verstaan de natuurlijke rede des mensen, die ook somwijlen wel strijdt voor de burgerlijke deugd; want de Schrift getuigt doorgaans dat de rede des natuurlijken mensen in geestelijke zaken blind en verkeerd is, dezelve voor dwaasheid houdt, 1 Cor. 2:14, vijandschap is tegen God, en der wet Gods niet wordt onderworpen, ja ook niet kan, Rom. 8:7; maar wordt verstaan van den mens, voorzoveel hij inwendig door Gods Geest verlicht en wedergeboren is, Rom. 2:29; 2 Cor. 4:16; Ef. 3:16, welke inwendige mens in de wet Gods, die geestelijk is, Rom. 7:14, zijn vermaak heeft; Ps. 1:2; Rom. 8:5
17 Want het vlees begeert tegen den Geest,61) en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander,62) alzo dat gij niet doet,63) hetgeen gij wildet.64)
61) begeert tegen den Geest, Dat is, de kwade lusten des vleses strijden tegen de goede lusten,
die de Heilige Geest in de wedergeborenen verwekt. 62) staan tegen elkander, Dat is, zijn tegenstrijdende lusten. 63) dat gij niet doet, Dat is, altijd niet kunt volbrengen. 64) gij wildet. Namelijk naar de goede lusten en begeerten, die de Heilige Geest in u gewrocht heeft; gelijk ook daarentegen de lusten des Geestes verhinderen dat gij de lusten des vleses volbrengt; Rom. 7:19, enz.
Daarom zondigt een wedergeboren mens wel, maar zal niet in de zonde leven. Daar zit een verschil tussen. Zoals ook staat in 1 Joh. 3:6
6 Een iegelijk, die in Hem blijft,24) die zondigt niet;25) een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet gezien, en heeft26) Hem niet gekend.
24) die in Hem blijft, Dat is, die door een waar geloof met Hem gemeenschap heeft. 25) die zondigt niet; Dat is, die begeeft zich niet tot een kwaad en zondig leven, die laat de zonde over zich niet heersen. Want anderszins zo vallen ook de ware gelovigen soms wel in zonden, 1 Kon. 8:46; Ps. 19:13; Spreuk. 20:9; Jak. 3:2; 1 Joh. 1:8. Door het woord zondigen en de zonde doen, verstaat Johannes dan hier hetgeen Paulus noemt wandelen naar het vlees, Rom. 8:1, en dienstknechten der zonde zijn, Rom. 6:17. Zie ook Joh. 8:34. 26) gezien, en heeft Namelijk met de ogen van het ware geloof, dat is, niet recht gekend, gelijk de volgende woorden verklaren.
Dus je blijft een kind van God. Maar soms heeft de oude mens de overhand Dus ook Gods kinderen zondigen nog.
Ik heb een klein gedeelte van de opmerkingen die ik opgeschreven had hier genoemd. Maar ik zie dat het anders veel van hetzelfde wordt. Wordt ook zo saai.
Zoals ik al aangaf heb ik achteraf alles gelezen. Gewoon uitprinten en doorlezen. Was maar 31 pagina’s.

Dus om dan op alles te reageren, dan wordt het nog veel meer. Ik hoop dat het zo in ieder geval duidelijk was. Ben je het er niet mee eens of is het niet duidelijk, dan hoor ik het wel.
Sorry dat het veel is, maar ik ben rijk van stof:)