SGP-partijvoorzitter Van Leeuwen:
Onbegrijpelijk, schrijnend, zorgelijk
20-07-2012 22:57 | gewijzigd 21-07-2012 00:17 | Gerard Vroegindeweij
DEN HAAG – „Onbegrijpelijk, schrijnend, zorgelijk.” De uitspraak van het Europees Hof voor de
Rechten van de mens over het SGP-vrouwenstandpunt roept bij de partijvoorzitter van de
staatkundig gereformeerden, M. F. van Leeuwen, veel emoties op.
„Hoe kan het bestaan dat de staat moet gaan ingrijpen bij een politieke partij waar mensen uit vrije wil
tot een bepaalde overtuiging zijn gekomen? Echt onbegrijpelijk. En dat terwijl zestig jaar geleden de
opvatting dat het regeerambt de vrouw niet toekomt, gemeengoed was. En nu worden degenen die dat
nog vinden, geconfronteerd met staatsdwang. Dit raakt me tot in mijn haarvaten”, zo stelt de
partijvoorzitter.
Het EHRM stelde de partij donderdag op de hoogte van de uitspraak. Niet-ontvankelijk en ongegrond,
zo luidt het vonnis over klacht die door de SGP werd ingediend. Daarmee is de uitspraak van de
Hoge Raad van april 2010 onherroepelijk geworden en is de staat gehouden om passende maatregelen
te nemen die ertoe leiden dat er op SGP-kandidatenlijsten ook vrouwen geplaatst kunnen worden.
Wat gaat de SGP nu doen?
„We gaan de uitspraak zorgvuldig bestuderen. Het kabinet is nu aan zet. Maar ik verwacht niet dat het
huidige demissionaire kabinet nog met een plan zal komen. Dus zal het een zaak zijn van het volgende
kabinet.”
Maar als de SGP vooruitlopend daarop besluit wel vrouwen op SGP-lijsten toe te laten, is het
probleem toch opgelost?
„Het SGP-vrouwenstandpunt is niet iets wat op een regenachtige donderdagmiddag tot stand is gekomen.
Het gaat om een diepgewortelde overtuiging gebaseerd op de Bijbel. De regel dat het regeerambt vrouwen
niet toekomt, zit diep geworteld in het SGP-denken. Al sinds de oprichting in 1918.”
Betekent een plicht om de kandidatenlijsten open te stellen het einde van de SGP?
„Daar wil ik niet op vooruitlopen, maar ik kan niet geloven dat het ooit zo ver gaat komen. Er moet toch
een kentering in het denken mogelijk zijn? Als we dit gelijkheidsdenken over de samenleving gaan leggen,
stuiten we ook op niet-christelijke verenigingen waar alleen mannen of vrouwen lid van kunnen worden,
of mensen alleen onder bepaalde voorwaarden lid kunnen worden. Dan is er nog veel werk aan de
winkel voor gelijkheidsdrijvers. Of is het zo dat dit gelijkheidsbeginsel alleen orthodoxen treft? Feitelijk
is er sprake van omgekeerde discriminatie nu opnieuw uitgesproken is dat SGP-mannen en -vrouwen
niet meer in vrijheid hun overtuiging tot beginsel mogen maken in het publieke domein. Wat ik schrijnend
vind, is dat er geen oog is voor de reikwijdte van klassieke vrijheiden van godsdienst en vereniging.
De SGP krijgt steun van diverse juristen die niet uit de achterban komen, en zeggen dat de uitspraak
van de Hoge Raad nogal wat discutabele elementen bevat.”
Maar de staat is nu toch gehouden om de uitspraak van de Hoge Raad uit te voeren?
„Dat valt nog te bezien. Er ligt ook een uitspraak van de hoogste bestuursrechter in ons land, de
Raad van State. Die heeft uitgesproken dat de SGP met haar vrouwenstandpunt een legitieme plaats
inneemt in ons plurale democratisch systeem.”
Wat adviseert u het kabinet?
„Ik hoop dat de staat rekening wil houden met en ruimte wil bieden aan een politieke partij die zich al
tientallen jaren binnen de democratische rechtsstaat beweegt en die voor zichzelf bepaalde regels heeft
vastgesteld. Waarom zou dat niet kunnen in een samenleving waarin bijna alles kan en mag?”
Welke consequenties heeft dit vonnis voor andere orthodoxe instellingen?
„Dat is moeilijk in te schatten. Als het gelijkheidsbeginsel als een benauwende deken over identiteits-
gebonden instellingen zou worden gelegd kan dat verontrustende consequenties hebben. Dat is dan een
zeer zorgelijk perspectief. Wat mij persoonlijk bezighoudt, is de vraag wat de Heere hiermee wil. Uiteindelijk
leidt Hij alle dingen, dus ook dit. Beproeft Hij ons? Hebben we als SGP wel voldoende gedaan om ons
gedachtegoed naar buiten te brengen? Zijn we op onze lauweren gaan rusten toen ‘onze’ instellingen ruimte
kregen binnen de samenleving? Klonk het appel voldoende door? Vragen die wat mij betreft nadere
doordenking vragen.”
Bron: Reformatorisch Dagblad
http://www.refdag.nl/nieuws/politiek/sg ... k_1_661586