Afgewezen schreef:Luther schreef:Fjodor schreef:Het hele punt waar het steeds om gaat is dat de besnijdenis eigenlijk niet gaat om het nut van Rom 3:1 en 2.
Maar Afgewezen zegt wel steeds dat het onnut is: Wat heb je eraan zonder geloof?
Terwijl er echt nog wel meer over de doop te zeggen is.
Het is precies wat Fjodor zegt. En wat wil je dan nog meer van de doop zeggen? Als we niet geloven, is ons gedoopt zijn tot ongedoopt-zijn geworden, de doop getuigt dan tegen ons. En dat is heel wat anders dan het voorhoofdverhaal, zoals dat in onze kringen inmiddels breed ingang gevonden heeft.
Iets meer respect zou ik wel op prijs stellen. Woorden als "voorhoofdverhaal" getuigen daar niet echt van, maar dat terzijde...
Jullie zijn beide aanspreekbaar op de 3FvE. En ik lees dat we daarin op grond van Gods Woord over de Heilige Doop belijden. Lees dan met name vraag en antwoord 74. Daar wordt toch echt de lijn getrokken van het OT naar het NT, van besnijdenis naar doop, van Abraham en zijn zaad naar de gelovigen en hun kinderen.
Heidelbergse Catechismus schreef:Vr.72. Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing der zonden zelve?
Antw. Neen het; want alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden.
Vr.73. Waarom noemt dan de Heilige Geest den Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden?
Antw. God spreekt alzo niet zonder grote oorzaak; namelijk niet alleen om ons daarmede te leren, dat, gelijk de onzuiverheid des lichaams door het water, alzo ook onze zonden door het bloed en den Geest van Jezus Christus weggenomen worden, maar veelmeer, omdat Hij ons door dit Goddelijk pand en waarteken wil verzekeren dat wij zo waarachtiglijk van onze zonden geestelijk gewassen zijn, als wij uitwendig met het water gewassen worden.
Vr.74. Zal men ook de jonge kinderen dopen?
Antw. Ja het; want mitsdien zij alzowel als de volwassenen in het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn, en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, Die het geloof werkt, niet minder dan den volwassenen toegezegd wordt, zo moeten zij ook door den Doop, als door het teken des verbonds, der Christelijke Kerk ingelijfd en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, gelijk in het Oude Verbond of Testament door de Besnijdenis geschied is, voor dewelke in het Nieuwe Verbond de Doop ingezet is.
Het feit dat de Heere de dopelingen, de kinderen des verbonds apart zet van de wereld, is niet genoeg ter zaligheid. Daarin val ik jullie (Fjodor en Afgewezen) bij, maar het is niet zo dat de doop waarden-loos is. Juist de doop moet vrijmoedigheid geven om als een arme, ongelovige zondaar aan de voeten van Christus te komen en te zeggen: Heere, ik zoek U niet, maar U heeft mij gezocht en U zoekt mij nog steeds op met Uw Woord. Wilt U in mijn leven de betekenende zaak (het bloed van Christus) toepassen, waarvan ik het teken reeds draag.
Dan blijf ik maar liever bij de eenvoduigheid van Ledeboer: "Laat de Heere je gedoopte voorhoofd maar zien." Juist de doop moet een aansporing zijn om de Heere heilig lastig te vallen met Zijn Woord om ook de vervulling ervan te mogen ontvangen.
Uit het lange artikel 34 van de NGB citeer ik:
NGB schreef:Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, Die het einde der wet is, door Zijn vergoten bloed een einde gemaakt heeft aan alle andere bloedstortingen die men zou kunnen of willen doen tot verzoening en voldoening der zonden; en dat Hij, afgedaan hebbende de besnijdenis, die met bloed geschiedde, in de plaats daarvan heeft verordend het sacrament des Doops, door hetwelk wij in de Kerke Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde religies afgezonderd worden, om geheellijk Hem toegeëigend te zijn, Zijn merk en veldteken dragende.
(...)
Hierom verwerpen wij de dwaling der wederdopers, die niet tevreden zijn met een enig doopsel, dat zij eens ontvangen hebben,daarenboven verdoemen den doop der kinderkens der gelovigen; dewelke wij geloven dat men behoort te dopen en met het merkteken des verbonds te verzegelen, gelijk de kinderkens in Israël besneden werden, op dezelfde beloften die onzen kinderen gedaan zijn. En voorwaar, Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderkens der gelovigen te wassen, dan Hij gedaan heeft om de volwassenen. En daarom behoren zij het teken te ontvangen en het sacrament van hetgeen dat Christus voor hen gedaan heeft; gelijk de Heere in de wet beval hun mede te delen het sacrament des lijdens en stervens van Christus, kort nadat zij geboren waren, offerende voor hen een lammeken, hetwelk was een sacrament van Jezus Christus. Daarenboven, hetgeen de besnijdenis deed aan het Joodse volk, hetzelfde doet de Doop aan onze kinderen; welke de oorzaak is waarom de heilige Paulus den Doop noemt de besnijdenis van Christus.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)