Als het een waarachtige door Gods Geest gewerkte schuldontdekking is kan het geen lange tijd voortduren. De nood is immers van houdbare nood onhoudbaar geworden. Met zo een nood kun je niet bij Christus vandaan blijven ( bloedvloeiende vrouw) kun je het niet laten om te blijven roepen en smeken. ( blinde Bartimeüs) kun je ook bij schijnbare afhoudingen het niet laten te volharden in het smeken (De Kananese vrouw)Luther schreef:Die twee dingen horen dus onlosmakelijk bij elkaar. terwijl ik bij sommige posters hier de indruk krijg dat de ontdekking van eigen schuld en verlorenheid een toestand is, die ook lange tijd kan voortduren zonder dat er een vluchten tot de Middelaar is.huisman schreef:@liz boer het gaat toch niet anders dan McCheyne in zijn gedicht verwoord ?
Schuldbrief
4. Maar toen mij Gods Geest al mijn schuld had ontdekt,
Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt,
Toen voelde ik wat eisen Godsheiligheid deed;
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!
Vluchten voor redding tot de Zaligmaker
5. Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered;
Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet;
Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij;
Ik boog me, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij."t
Maar buiten die nood is het schijn. Wel op weg naar de bruidegom maar voor altijd buiten ( vijf wijze en vijf dwaze maagden )