Geka schreef:Terecht stelt Afgewezen dat de formele leer van een zich gereformeerd kerkverband de Schrift en de belijdenis zijn. Formeel ben je alleen daar aan verbonden.
Dat neemt niet weg dat de zuiver reformatorische opvatting dat het ware zaligmakende geloof in Christus rechtvaardigend van aard is, door de hoofdredacteur van De Saambinder is afgewezen: dat is niet wat 'wij' leren, zo schrijft hij in Genadeleven en genadeverbond.
De rechtvaardiging is ook volgens hem een nadere weldaad die slechts enkelen in het geestelijk leven kennen. Met een beroep op ds. G. van Reenen.
Dogmatisch wordt dat verder onderbouwd door te stellen dat de dadelijke rechtvaardiging aan de zijde Gods plaatsvind in de wedergeboorte, maar dat de lijdelijke rechtvaardiging in de vierschaar der conscientie een nadere weldaad is die slechts sommigen van Gods kinderen ontvangen.
Zo worden dadelijke en lijdelijke rechtvaardiging (die bij de oudvaders 2 zijden van dezelfde zaak zijn en onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn!) chronologisch helemaal uit elkaar gehaald.
Vergelijk bijvoorbeeld eens wat Thomas Halyburton over deze zaken schreef. En zelfs Comrie leert overduidelijk dat de dadelijke rvm nooit bestaat zonder de lijdelijke rvm in de conscientie.
Toch wordt dit onderscheid wat door de oudvaders Schriftuurlijk gebruikt werd aangegrepen om een element uit de standenleer van de gezelschapstraditie dogmatisch te onderbouwen.
Overigens gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat dit niet iets is wat slechts de laatste jaren binnen de GG en GGiN gehoord wordt. Rechtvaardiging als nadere weldaad lees je ook in preken van sommige oude GG predikanten voor de oorlog, terwijl Kersten in zijn dogmatiek dezelfde dogmatische constructie gebruikt rondom dadelijk en lijdelijke rvm om de nadere weldaad een plaats te geven.
Het laat helaas zien dat Kersten wel geprobeert heeft aansluiting te zoeken bij de brede gereformeerde traditie van Reformatie en Nadere Reformatie, maar op dit punt toch gekozen heeft voor een invulling van begrippen uit de gereformeerde theologie die vooral vanuit de gezelschapstraditie en niet vanuit de oude gereformeerde leer is ingegeven.
Zo is de Bijbelse en reformatorische leer van de rechtvaardiging van de (werkelijk in Gods ogen!) goddeloze door het naakte geloof in Christus, vervangen door de rechtvaardiging die een nadere en zeldzame weldaad is van mensen die reeds allerlei bevindingen van Gods genade kennen. De goddeloze wordt dan consequent: degene die bevindelijk doorleeft een goddeloze te zijn, maar in Gods ogen reeds een wedergeboren en behouden zondaar is.
Het zal duidelijk zijn dat het hart van het Evangelie hier in het geding is. Het is bijna 31 oktober. Laten we ons nog eens verdiepen in de werken van Luther en Calvijn. Laten we Calvijns preken over de rechtvaardiging door het geloof (Abraham) nog eens lezen. En laten we hopen en bidden om allereerst persoonlijk iets van dit onbegrijpelijke wonder te mogen kennen door Gods Geest. Maar laten we ook bidden dat deze oude reformatorische leer weer gepredikt mag worden in alle kerken van Nederland.
Ik denk dat je ds Moerkerken niet recht verstaat.
Ik heb een grote hoogachting voor ds Moerkerken en zijn visie op hoe God een mens bekeerd ( maar dat was al duidelijk), ik ga niet met hem mee in de bewering dat de rechtvaardigmaking slechts door een enkeling wordt meegemaakt in dit leven. Het is mijns inziens een noodzakelijk iets, en een wedergeboorte zonder rechtvaardigmaking bestaat niet. Ik denk dat ook ds Moerkerken ook de schaduwkanten van zijn visie ziet in de GG, mensen die uren volpraten met ellendekennis, Christuskennis ho maar, en toch nog reden zien om aan het HA deel te nemen. Dit bedoel ik niet veroordelend of wat dan ook, maar waar is dat volk gebleven dat huppelt vol zielevreugd?