artistiek schreef:memento schreef:@artistiek: Toch noemt de Bijbel niet-geldgierig-zijn als kenmerk van het ware geloof. Zelfs zo sterk, dat onze vaderen in het avondmaalsformulier alle "gierigaards" vermanen, dat "allen, zolang zij in zulke zonden blijven, zullen zich van deze spijze (welke Christus alleen voor zijn gelovigen verordineerd heeft) onthouden, opdat hun gericht en hun verdoemenis niet des te zwaarder worde."
Ik denk dat het Avondmaalsformulier het vooral in de uitleving van de zonde bedoeld omdat er verderop ook staat:
Wij moeten erkennen dat wij nog
vele zonden en gebreken in onszelf aantreffen, bijvoorbeeld dat wij geen volkomen geloof hebben en er niet toe komen God met zo'n ijver te dienen als wij verplicht zijn, maar juist dagelijks strijd hebben te voeren met de zwakheid van ons geloof en
onze verdorven vleselijke begeerten.
En daarom, ik blijf maar bij Zondag 44 van de HC:
Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomenlijk houden?
Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid ; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven.
Je zet daar 2 dingen tegenover elkaar, die de Schrift en onze vaderen niet tegenover zetten. Niemand beweert hier dat er mensen zijn die zondeloos zijn. Ook niet als het gaat om de zonde van het materialisme. Maar een waar geloof veranderd méér dan alleen de buitenkant, alleen de uitbrekende zonden, zoals jij stelt. Een waar geloof veranderd het hart, en plant daar een haat tegen de zonde, ook de zonde van het materialisme. Waar dat geloof leeft, is die haat actief, en hangt een christen niet aan het aardse, en dat is zichtbaar. Voor het aangezicht van God zal hij altijd zondaar blijven in eigen beleving. Maar in contrast met de zondige wereld, ook de onbekeerde kerkmens, is hij een heilige. Waar aan de buitenkant nog geldgierigheid te zien is bij een kind Gods, is er wat mis...
Dat het slechts een klein beginsel is, is waar. Maar dat kleine beginsel is wel als een zuurdesem: Het doortrekt het hele leven. Zoals een klein btje zuurdesem in een brood zichtbaar en proefbaar is, zo is ook een beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid zichtbaar en proefbaar. Het is de genade Gods, die in de mens werkt, die zichtbaar en proefbaar wordt. Dat vormt de Bijbelse kenmerken van een waar geloof. Een mens kan vele bevindelijke kenmerken hebben, maar als de praktische Bijbelse kenmerken gemist worden, dan mag het nog eens goed nagekeken worden...
Juist de Nadere Reformatie, die zo graag aangehaald worden als het gaat om het bevindelijke leven, hebben op deze praktische heiligmaking aangedrongen. En als we het normaal vinden dat kinderen Gods materialistisch zijn, is hun aansporing nog even actueel als in hun tijd...