Sheba schreef:rekcor schreef:Geloof jij dat wij, ieder mens, van nature vol ongeloof zijn? Dat wij aards gericht zijn? En niet meer op God? Dat wij alleen maar doelmissers zijn! En tot niets anders in staat zijn?
Of denk je dat dat niet voor alle mensen geldt? En dat de Geest ons moet overtuigen daarvan?
Ja dat geloof ik. Maar wat wil je daar mee zeggen?
Wanneer je dat echt gelooft. Hoe kan je dan tot je antwoord hiervoor komen?
Wanneer je gelooft dat ons ongeloof de grootste zonde is. Ongeloof om te geloven wie en wat we buiten Christus zijn. En ongeloof van wat Christus voor ons wil zijn... Het ongeloof dat we nu al verloren zijn tenzij....) is het dan nog steeds je loopt klem bij het jezelf bekeren als God het niet verhoedt?
Ik heb het idee dat we niet op dezelfde golflengte zitten, want mijn antwoord zou zijn: hoe kun jij het niet eens zijn met wat ik zeg?
We noemen "wij, ieder mens, van nature vol ongeloof zijn? Dat wij aards gericht zijn? En niet meer op God? Dat wij alleen maar doelmissers zijn! En tot niets anders in staat zijn?" even "G" (van gereformeerd)
Jij schreef:
sheba schreef:Probeer je maar te bekeren. Je loopt vast, je kan het niet zelf. En dan blijft God alleen over.
Waarop ik antwoordde:
in de praktijk zal een onbekeerde m.i. niet altijd vastlopen.
Waarom denk ik dat? Niet omdat het oneens ben met G (dat zij verre!), maar omdat ik geloof dat we een levende Heere hebben, die mensen tot leven kan wekken. Met andere woorden, de persoon loopt niet vast omdat God hem niet vast laat lopen, omdat God het hart van de persoon in kwestie levend maakt. Daar zit dus niets van de mens bij, het allemaal genade.
De manier waarop jij het verwoord komt op mij over als een vast, bijna mechanisch stappenplan, wat altijd op dezelfde manier verloopt/moet verlopen. Zoiets als:
1. Een mens is onbekeerd.
2. God laat de mens zien dat hij onbekeerd is, en stopt vervolgens.
3. De mens weet dat hij onbekeerd is en probeert zichzelf te bekeren.
4. God laat de mens zien dat hij zichzelf niet kan bekeren (en stopt weer met handelen).
5. De mens weet dat hij zichzelf niet kan bekeren en komt in grote nood.
6. God laat de mens zien dat Christus uitkomst kan bieden (en stopt weer met handelen)
7. De mens gelooft dat Christus uitkomst kan bieden, maar nog niet dat Christus hem/haar uitkomst kan bieden (m.a.w. de persoon is nog steeds onbekeerd).
8. God laat de mens zien dat Christus ook hem/haar uitkomst kan bieden (en stopt weer met handelen)
9. De mens gelooft dat...
...
x. De mens is bekeerd
Let op: ik geloof zeker dat het zo kan gaan. Echter, ik geloof ook dat God stappen tussen 1 en x over kan slaan. (of bijv. stap 4-6, of 7-9, of 4-9). Hij is immers geheel vrijmachtig! Dat is wat ik probeerde te zeggen
