In het woord geloofswerk ligt besloten dat er al sprake is van geloof, anders zou het geloof ook niet werkzaam kunnen zijn.GJdeBruijn schreef:Ik bedoel dat in deze context de vraag niet klopt. Het is een paradox.jvdg schreef:Het door God geschonken geloofswerk ook niet?GJdeBruijn schreef:Geloofswerk bestaat niet. Deze vraag is dan ook onjuist en niet te beantwoorden.jvdg schreef:Een retorische vraag: Hoe komt een mens aan dat geloofswerk?
En dat is wat ik (en ik denk ook Afgewezen) bedoel.
Mag ik er een tegenvraag bij stellen? Want ik kan geen antwoord geven op een geloofsduiding in een situatie waarin de betrokken persoon zelf om geloof verlegen is.
Als deze nog moet pleiten in de veronderstelling dat er geen geloof is, wat bepaalt dan de feitelijke toestand? Je kunt iemand het geloof niet aanpraten, laat staan beloften die in Gods Woord staan zonder geloofshanden laten aangrijpen. Dat is tegen de aard van het geloof.
Maar ik denk dat we langs elkaar heen praten.
Zie de door mij geciteerde teksten.