Voor de vakantiegangers onder ons trof ik in het Terdege het door Ds. M. van Kooten geciteerde gedicht van Revius aan:
Wat batet veel gereyst in landen wijt-gelegen
Soo ghy niet in en gaet des Heeren smalle wegen?
Wat batet te besien soo menich schoone stat
Soo ghy het hemelrijck int herte niet bevat?
Wat batet dat ghy roemt van velerhande spraken
Indien des Geestes tael u niet en can vermaken?
Wat batet dat ghy weet, en vele daer van cout,
Hoe hier of daer een weirt syn gasten onderhout
Indien ghy niet en weet hoe dat ghy moet onthalen
Dien Gast die in u siel comt vanden hemel dalen?
Reist vry ter plaetsen daer ghy vremde dingen siet,
Maer wacht u, en vervremt van uwen Schepper niet.
Marnix schreef:Ik kwam deze vandaag tegen,kende hem nog niet... kon er wel om lachen:
Het wordt gefabriceerd in Friesland
Het heeft een koninklijke naam
Er zijn natuurlijk andere merken
Maar deze heeft de meeste faam
Je kunt er lekker lang op zuigen
Bijt je tanden er op stuk
En als ik vroeger in de kerk zat
Was het mijn redding en geluk
Pepermunt
Pepermunt
Als de preek je gaat vervelen
Als je niet meer luisteren kunt
Pepermunt
Pepermunt
Het is de protestantse cocaïne
Voor de gereformeerde junk
Als de dominee op dreef was
Tegen oorlog en geweld
En als ik alle kleine ruitjes
Van elk kerkraam had geteld
Dan greep mijn moeder in haar handtas
Voor het juiste medicijn
En ze gaf me witte pillen
En die verzachtten alle pijn
Pepermunt
Pepermunt
Als de preek je gaat vervelen
Als je niet meer luisteren kunt
Pepermunt
Pepermunt
Het is de protestantse cocaïne
Voor de gereformeerde junk
Het is de protestantse hostie
De gereformeerde drugs
En als er nooit geen kerk geweest was
Dan was er ook geen
P-p-p-p-p.........pepermunt
Als de preek je gaat vervelen
Als je niet meer luisteren kunt
Pepermunt
Pepermunt
Het is de protestantse cocaïne
Voor de gereformeerde junk
Stef Bos.
Gereformeerd opgevoed, maar wil er niets meer van weten.
Schreef de tranentrekker: pappa, een schokkend lied, omdat ze elkaar na de dood niet meer tegen zullen komen.
Pappa gaat naar de hemel, Stef gaat naar de hel.
En hij zingt het zonder enige schrik
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
jvdg schreef:Voor de vakantiegangers onder ons trof ik in het Terdege het door Ds. M. van Kooten geciteerde gedicht van Revius aan:
Wat batet veel gereyst in landen wijt-gelegen
Soo ghy niet in en gaet des Heeren smalle wegen?
Wat batet te besien soo menich schoone stat
Soo ghy het hemelrijck int herte niet bevat?
Wat batet dat ghy roemt van velerhande spraken
Indien des Geestes tael u niet en can vermaken?
Wat batet dat ghy weet, en vele daer van cout,
Hoe hier of daer een weirt syn gasten onderhout
Indien ghy niet en weet hoe dat ghy moet onthalen
Dien Gast die in u siel comt vanden hemel dalen?
Reist vry ter plaetsen daer ghy vremde dingen siet,
Maer wacht u, en vervremt van uwen Schepper niet.
Die heeft hij ooit eens bij ons geciteert. Nadat enkele personen vragen hadden gestelt over ons vakantie gaan. (immers, 6 dagen zult gij arbeiden!!)
O God, als de lange dag begint,
een nieuwe dienst breekt aan.
Geef dan aan mij een moedig hart,
om voor mijn taakte staan.
Geef mij een oog voor ieder mens.
Hetzij jong of welbedaagd.
Opdat ik nooit door een van hen,
bij U word aangeklaagd.
Bij elke handgreep die ik doe,
al is die nog zo klein.
Moet Gij mijn hart, mijn voet en hand
en mijn geweten zijn!
Ontmoet ik leed, ontmoet ik rouw,
Kzag reeds zoveel daarvan.
Schenk dan aan mij bewogenheid,
Opdat ik troosten kan.
Geef dat in spanning en gevaar
mijn oog de naaste ziet.
Ja, schenk het mij op deze dag,
Want,... zelf heb ik het niet.
Wees Gij dan Zelf der zielen troost,
Die al de krankheen kent.
Gebruik het verblijf op deze zaal
Tot 't hart van de patient.
Vergeet o God ook ons dan niet.
Ik ben zo zwak zo klein!
Betoon in gunst toch uw gena,
Wil mij tot zegen zijn!
Ber10e en Sweelinck, nogmaals bedankt!!!
Zo herkenbaar wat hierin staat, zo nodig om dit dagelijks in gebed te brengen!
Een collegiale groet en liefs voor jullie van Barm.
Ik ken Uw gunst, ik ken Uw trouw hieraan, Dat zich mijn vijand niet
Beroemen zal, noch ik te gronde gaan; Wijl gij mij bijstand biedt,
Mij onderhoudt in mijn oprechtigheid, en, voor Uw aangezicht,
Met teed're zorg en trouwe hulp, geleidt naar 't eeuwig zalig licht
Ik ben op reis, heb eigenlijk geen doel
en zwerf over verre donkere velden
leeg zijn mijn gedachten zonder gevoel
alleen een leegte laat zich in mij gelden.
En in mij klopt mijn hart zo doods en koud
alsof geen liefde mij kan warmen.
“O Vader, die ook mij hier aanschouwt
wilt U mij vertroosten in Uw armen.
Laat mij niet dwalen door het stille veld
maar leid mij door Uw heldere ster
waar eens Uw engelen hebben verteld
naar die kribbe. Hij is vast niet meer ver!”
Een vriendelijk woord hoeft niet veel tijd te kosten maar de echo ervan duurt eindeloos....
Zij hebben Hem, zonder zich af te vragen
of Hij het kon verdragen,
met nagels aan een kruis geslagen.
En toen Hij daar te lijden hing,
- een spijker is een lelijk ding -
zei Hij: Vader vergeef het hun.
Zei Hij: ze weten niet wat ze doen.
Het was hun er immers om te doen,
om eens te zien wat of Hij nu zou doen!
Zo heeft Hij nog voor hen gebeden,
en in Zijn sterven aan hen meegegeven
een alibi voor hun geweten.
En ik stond in de verte quasi wat te praten
met 'n paar onnodige, onnozele soldaten.
Ze deden immers toch wat ze niet konden laten.
Maar Hij beriep zich op het allerlaatste:
de handen van Zijn Vader; - nog voor Pasen
moest ik me naar mijn schip in Jaffa haasten.
II
Toen heb ik - 't was op Cyprus - in de krant gelezen:
J.v.N., Christus geheten,
is, na voor drie dagen gekruist te wezen,
zoals onze geachte lezers weten,
niet in Zijn graf gevonden: het was open.
Hardnekkige geruchten lopen,
dat Zijn discipelen de wacht beslopen,
toen deze sliep, en zo het lijk ontvreemdden.
Geexalteerde vrouwen echter meenden,
dat zij Hem zagen wandelen door de beemden;
Maria moet gestameld hebben, Here!
Er zijn ook vissers, die beweren:
Hij heeft met ons gegeten bij de meren.
Maar dit is van bevoegde zijde wedersproken.
Men late zich geen knol voor een citroen verkopen.
III
Rome. Het anker valt. Wij varen thuis.
Ik spoed me naar de thermen, word ontluisd
van reis en roes en in mijn eigen huis
bij vrouw en kind en radio gezeten,
ben ik alras Christus en kruis vergeten.
....Toen heeft een S.O.S. mijn ziel doorreten:
'Mijn Geest wordt uitgestort op alle vlees.
Wie niet voor mij is tegen mij geweest',
seint de Geheime Zender, wit en hees.
Weer onder zeil, over de eenzaamheden
van oceanen die mij van U scheiden,
Christus, wil mij verschijnen aan den einder.
'Reiziger doet Golgotha'. Ooit, toen ik in de schoolkrantredactie van mijn middelbare school zat, plaatsten we dit gedicht, mèt gedegen uitleg. Dat hebben we geweten... Niet iedere kerkenraad bleek zich ermee te kunnen verenigen, om het voorzichtig uit te drukken.
Alleen wie door de duisternis van de nacht is gegaan, kan het licht van de morgen naar waarde schatten !
He will wipe away every tear from their eyes. Death shall be no more, neither shall be mourning nor crying nor pain anymore, for the former things have passed away. Revelation 21:4
Ik vind er nog eentje van dezelfde dichter (rijmer, zo men wil)
Vaste Hoop
Vaste hoop zal niet beschamen.
Gods belofte is ja en amen.
En Zijn liefde gestort in 't hart,
zalft en zacht daar alle smart.
Och, kon ik dat maar geloven!
'k Kwam dan alles licht te boven.
Dan verdroot mij geen verdriet,
lijd ik 't in Gods toorne niet.
Zoveel afgetreurde uren,
en mijns huis besloten muren
en mijn natte legerstee
zijn getuigen van mijn wee.
Als ik, ingekeerd naar binnen,
alles evenwel bezinne,
en mijn zaken overloop,
dan schep ik een weinig hoop.
Ziet Ge nog niet van die liefde,
die Gij eens in 't harte griefde,
enig overblijfsel Heer'.
Ziet Ge daar geen letters meer,
die Gij zelf daar hebt geschreven?
Is dat alles uitgewreven,
en geen indruk van omhoog,
zelfs voor U niet, alom oog?
Vindt Ge daar geen liefdepanden?
Zie dan toch Uw eigen handen!
Daar blijft alles onverzeerd;
daar 's mijn naam toch gegraveerd!
Is 't niet waar, volstand'ge Minnaar?
Och, Hij knikt: Ik blijf Verwinnaar!
Goede God, geef Gij toch recht,
d' onbeschaamdheid van Uw knecht.
'k Kan mijn tranen niet bedwingen.
Zij beletten mij het zingen,
en zij dempen mijn geluid;
al te vol en lekt niet uit.
Weg nu, wereld. Welkom, hemel!
'k Voel en weet niet wat gewemel
in zijn ziel, tevoren dood.
Och, die vreugd is mij te groot!
En opdat ik voor mijn sterven
niet weer kom deez' vreugd te derven,
wens ik dat het U beviel:
neem nu tot U mijne ziel!
(Ja, kom Heere Jezus; Amen!).
Is dat nu wel van Witsius? Of gebruikt iemand zijn naam alleen maar?
'Uws goedheids' is niet eens Nederlands.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.