Ad Anker schreef:Ik vind het een beetje onzin om ds. Schot te betichten van een 'generaliserende' conclusie. Als je iets belezen bent en bijhoudt wat er her en der in meditaties in allerlei goede doelenblaadjes, kerkbladen en kranten voorbijkomt is het toch gemakkelijk om een conclusie te trekken? Als je dan ook nog de topic 'hoe was je zondag' een beetje bijhoudt, ben je aardig op de hoogte.
Ik begrijp daarom de opmerking van ds. Schot wel. En hij mag daarover best schrijven in het RD. Hij krijgt daar een podium om bepaalde standpunten Bijbels te funderen t.o.v. minder Bijbelse standpunten. Het zou raar zijn als hij daar geen gebruik van zou maken.
Zondag was er bij ons een adventspreek uit Johannes 3 vers 19, onder andere. Christus over Kerst. Daar hoor je niet veel over. Vers 16 is geliefder. En het is allebei waar. Zo breng ik de standpunten weer samen. Maar ja, het evenwicht hè.
Volgens mij begint het met deze passage van ds. Schot:
“ Ik krijg de indruk dat de adventsprediking in reformatorisch Nederland steeds overbodiger wordt. Velen beginnen direct bij de komst van Christus: „Je moet tot Jezus gaan en Hem aannemen.” En: „Door in Jezus te geloven leer je pas zonden kennen.” Mijn moeder zei nogal eens: „We zijn niet uit Jezus gevallen, maar we zijn uit God gevallen en moeten door Jezus met God verzoend worden.” Inderdaad, als Jezus’ komst helemaal op zichzelf staat, waarom zouden we dan nog een adventsperiode houden? Ik kan me voorstellen dat zulke mensen helemaal vastlopen met de adventsprediking.”
Dit zorgt er voor dat hij begint met een tegenstelling te creëren. Het tweede element dat we zien is dat hij de heilsfeiten volgordelijk lijkt te koppelen aan een bekeringsweg. Daarover is hier al eerder gesproken en weersproken.
Dat er een reactie komt is dan ook niet verwonderlijk. Of dan de reactie van ds. Post passend is (ook hij doet de tegenstelling nog eens dunnetjes over) bij het artikel vraag ik me wel af. Op zichzelfstaand een prima artikel, maar mijns inziens niet als reactie op ds. Schot. Nu valt het ook niet mee om uit het schrijfsel van ds. Schot op te maken wat hij bedoeld. Als ik het in 1 zin zou moeten samenvatten denk ik: “Er moet plaats gemaakt worden voor Christus in het hart van een zondaar.” En dat is op zichzelfstaand geheel juist. En zal ds. Post ook niet ontkennen. Maar als dat de spits van de prediking is (en dat verondersteld ds. Post) is dat te kort en benoemd dat de kern van de prediking een vrij aanbod van genade moet kennen, naast een scherpe wetsprediking. Zonder voorwaarden.
Beide predikanten zetten zich af tegenover een ‘ander’ of ’velen’. Volgens mij kun je ook een prima artikel ergens over schrijven zonder een tegenstelling te creëren.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.