jan34willem schreef:Ik ben bang dat de meeste opmerkingen over de gevolgen van het toelatingsbeleid van het curatorium die hier gemaakt worden allemaal rationalisaties achteraf zijn.
Ik heb het gevoel dat jouw posting daar ook toe behoort.
jan34willem schreef:Ik ben zeker voor orde en toezicht, maar ik denk persoonlijk dat het curatorium te ver gaat in het oordelen over andermans roeping en geestelijk leven. Het is mij niet duidelijk waaraan het curatorium deze autoriteit ontleent, en ik weet ook niet of deze werkwijze Bijbels is.
Ja, het feit dat de kerk opzicht houdt over de toelating van dienaren des Woords is een Bijbelse opdracht. In Romeinen 10: 13-15 staat:
"Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen!" Let dan vooral op het zinnetje "hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden". Het gaat hier niet louter over de zending door de Heere Zelf, maar ook door de medebroeders.
Matthew Henry heeft bij deze tekst het volgende opgemerkt:
M. Henry bij Rom. 10: 15 schreef:En hoe zullen zij prediken indien zij niet gezonden worden? Zij moeten gezonden en in zekere mate bevoegd gemaakt worden voor hun werk van prediking. Hoe zal iemand als gezant optreden tenzij hij zijn geloofsbrieven en zijn orders ontvangen heeft van de vorst, die hem zendt? Dit bewijst dat er een geregelde dienst des woords moet zijn; een geregelde uitzending en afvaardiging. Het is Gods eigen voorrecht om dienaren te zenden, Hij is de Heere des oogstes, en daarom moeten wij Hem bidden dat Hij arbeiders uitstote in Zijn wijngaard, Matth. 9:38. Hij alleen kan mensen bekwamen tot het ambt der bediening en hen er toe geneigd maken. Maar de echtheid van de bekwaammaking en de oprechtheid van die neiging kunnen niet overgelaten worden aan de beoordeling van ieder voor zichzelf; de aard der zaak verbiedt dat en laat het in geen geval toe; ter handhaving van de orde in de gemeente moet die noodzakelijk opgedragen en onderworpen worden aan het oordeel van een behoorlijk aantal van hen, die zelf tot de bediening zijn toegelaten en daarin wijsheid en ondervinding getoond hebben, en die gelijk in andere roepingen, ondersteld worden de meestbekwame rechters te zijn. Dezen worden gemachtigd hen af te zonderen, die zij bevinden genoegzaam bekwaamd en geneigd te zijn voor dit werk der bediening, opdat door deze bewaring van de opvolging de naam van Christus moge voortduren van eeuwigheid en tot eeuwigheid en Zijn troon in de hemelen bevestigd worden. En zij, die op deze wijze afgezonderd worden, mogen niet slechts, maar moeten prediken, want daartoe zijn zij gezonden.
De wijze waarop dat binnen een kerkverband is 'georganiseerd' wordt uiteraard door Henry hier niet nader ingevuld. Ik denk dat het van belang is dat er zowel aandacht besteed wordt aan het geestelijk, alsook aan het menselijk aspect. Die geestelijke houding zal er één moeten zijn van: Wij moeten gericht zijn op het horen van het werk van de Heere; afwijzen kan niet anders dan met pijn gedaan worden. Het menselijk aspect is ook van belang. En dan gaat het om eenvoudige zaken als: Is er echt een gesprek? Mag je bijvoorbeeld als voorbereiding het e.e.a. op papier de commissie van onderzoek of curatorium doen toekomen? Wordt er voldoende tijd voor uitgetrokken? Is er in het geval van afwijzing nazorg en transparantie over de redenen van afwijzing, etc. etc. Maar dat spreekt voor zich. (Ik weet overigens niet of dit altijd gebeurt.)
Het belangrijkste lijkt me toch dat de kerk toezicht heeft bij de toelating tot het ambt van predikant.
jan34willem schreef:Met hun uitermate strenge toelatingsbeleid is het curatorium inderdaad succesvol in het uitsluiten niet-gekwalificeerde kandidaten. Maar de keerzijde van dit beleid is dat ook veel gekwalificeerde kandidaten de deur gewezen wordt. De balans is volledig zoek. Op deze manier is het curatorium grotendeels verantwoordelijk voor het aanhoudende predikantentekort binnen de GG. Het is niet dat God geen predikanten roept. De opmerking dat het Gods bedoeling wel zal zijn dat afgewezen kandidaten in een ander kerkgenootschap aan de slag gaan kan ik moeilijk plaatsen. Hoewel het voor ons handig uitkomt, is het uit de Bijbel duidelijk dat het niet Gods bedoeling is dat we verdeeld zijn in zoveel verschillende kerkgenootschappen. Persoonlijk zou ik erg terughoudend zijn om zomaar aan te nemen dat wat wij als kerkmensen in al onze gebrokenheid bewerkstelligen in overeenstemming is met Gods bedoeling. Zo kun je je in gemoede afvragen of het instandhouden van een predikantentekort Gods bedoeling is.
Er zitten wat wonderlijke vooronderstellingen in deze alinea. Ik vraag me ernstig af of je hiermee recht doet aan het werk van een curatorium?
- Je hebt het over een 'streng toelatingsbeleid' dat 'succesvol' is. Persoonlijk vind ik dat een uitermate wereldse benadering. Alsof er een verborgen agenda bij het curatorium bestaat, waarover zij bij de GS elke drie jaar verantwoording moeten afleggen. Degenen die de last van het predikantentekort het meest lijfelijk voelen, zijn de predikanten zelf. Zij zitten ook in het curatorium en zullen er op gericht zijn om iedereen die ze horen, ook daadwerkelijk toe te laten.
- Je hebt het over gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde kandidaten. Ik vraag me af welke maatstaven jij hierbij voor ogen hebt, maar doorgaans is men huiverig voor mensen die zichzelf gekwalificeerd vinden. Niet ten onrechte, lijkt me, toch? En wie bepaalt die kwalificaties?
- Je stelt dat het curatorium verantwoordelijk is voor het grote predikantentekort. Ik denk dat je dat op zo niet kan en mag zeggen. Uiteindelijk gaat niets buiten Gods voorzienigheid om. Zijn er dan geen indringende vragen? O jazeker! Maakt een curatorium dan nooit fouten? O, dat zal zeker! Lopen er niet verschillende mensen klem met deze werkelijkheid? Ongetwijfeld ook. Ik heb er geen antwoord op. Wel weet ik dat de Heere dwars door allerlei krommingen heen Zijn eigen gang gaat en allerlei kerkelijke structuren en wegen soms flink door elkaar husselt zodat de één daar terecht komt, en de ander daar. Hopelijk is dat altijd op een plek waar ze met hun gaven en hun persoonlijkheid het meeste kunnen betekenen voor het Koninkrijk van God.