parsifal schreef:De reden waarom ik hier zo nadrukkelijk post is om aan te geven dat ik me kan voorstellen dat mensen die de Bijbel serieus nemen de doop van kinderen afwijzen.
Het kost me enige moeite, maar zelfs ik kan me dat ergens rationeel voorstellen. Maar dat is echt wat anders dan 'overdopen'. En daar ging het in dit topic over. Zie de redenering van @Edg... die is als kind gedoopt, zou graag nogmaals gedoopt worden, maar doet dat niet. Dat is de juiste weg! Niet Gods verbondsspreken bij de kinderdoop tot niets verklaren.
Parsifal schreef:Ik ben het niet eens met hun argumenten, maar ik begrijp het wel en de verschillen die er te zien zijn tussen de verwoordingen van (nadere) reformatoren en de verwoordingen die Luther en Huisman hier gebruiken geven voor mij ook aan dat er verschillende meningen mogelijk zijn.
Het gaat hier om zomaar wat meningen! Ik ben er diep van overtuigd dat wie de kinderdoop verwerpt, ernstig dwaalt. Ik ben er ook van overtuigd dat overdopers ernstig dwalen, (en in de Nederlandse context van 2015 hun overdoop vaak gepaard gaat met een remonstrantse visie op het heil, waardoor ik geen theologische verwantschap met hen voel) maar uiteraard mogen we niet uitsluiten dat de Heere hen kan terugbrengen van hun dwaalwegen. Of, zoals onze predikant het gisteren zei (ik citeer):
"De Vader heeft Christus gegeven, de Rots der eeuwen, het eeuwige verbond. In Hem en door Zijn bloed besloten en bevestigd. Dat eeuwige verbond is dus de grondslag van Gods kerk, gemeente, ook van de kerk vandaag, van de kerk der eeuwen. Waarvan we met Zondag 21 belijden dat de Heere Jezus Christus die vergadert uit het ganse gevallen menselijke geslacht. En dat Hij, die Hij vergadert, maakt tot levende lidmaten van Zijn gemeente.
Staan we al op die grond gemeente? Daar zal de Heere Zelf voor zorgen! Dan ga je niet uitwijken! Al zeg ik er tegelijk bij: een christen of christin kan ook ver van zijn plaats wezen, maar dan brengt God je terug! Ook als je je hebt laten overdopen, dan brengt God je terug, om je te schamen voor God, dat je dacht dat je wijzer was dan God. Maar als je werkelijk door het ware geloof aan Hem verbonden bent, gemeente, dan zal God voor Zijn eigen zaak zorgen en dan brengt God de Zijnen terug op het erf van het verbond waar ze afgedwaald waren. Dat moeten we toch met een bloedend hart zeggen, gemeente. De rijkdom van het Evangelie is immers in het geding."Parsifal schreef:Waar Luther en Huisman m.i. verder weg staan van het Bijbelse geloof dan veel baptisten is dat ze doop dichter bij verbond zetten dan bij geloof. Natuurlijk gaat doop van God uit (geloof ook).
Nee, doop en geloof hebben alles met elkaar te maken. Gods beloften en Zijn verbond worden in de doop bevestigd. Maar zonder geloof is het ook voor een verbondskind onmogelijk om de weldaden van het verbond, de inhoud van het verbond, Christus, te ontvangen. Nogmaals: God is de Eerste, Hij spreekt, en Hij handelt verbondsgewijze.
Parsifal schreef:DL I.17 is m.i. moeilijk anders te lezen dan veronderstelde wedergeboorte. Deze terminologie is op zichzelf niet Bijbels, maar de DL spreken in termen van verkiezing en wedergeboorte van individuen met betrekking tot zaligheid en doen dat ook in dit artikel. Een zelfde verwoording zie ik in het dankgebed van het doopformulier. Zelf zie ik doop van kinderen meer in termen van gegeven geloof dan van verondersteld geloof.
Maar op grond waarvan spreekt deze belijdenis zo rijk? Niet op grond van het geloof van het kind, ook niet op grond van veronderstelde wedergeboorte, of veronderstelt geloof, maar op grond van de diepte en de rijkdom van Gods verbond en de kracht van Zijn beloften en de belofte van de Heilige Geest. Ik sluit me hierin van harte aan bij wat ds. M.A. Kempeneers daarover heeft geschreven in zijn boekje 'Waar is ons kind?' In een RD-interview zei hij o.a.:
„De belofte alléén moet voor de ouders genoeg zijn om te geloven dat hun jonggestorven kinderen behouden zijn. Niet wat de mensen ervan zeggen is bepalend, maar Gods toezegging, die vast en bondig is. Die belofte vraagt echter wel om toe-eigening.” En ook:
"De staat van de kinderen is niet afhankelijk van de staat van de ouders, noch is de godzaligheid van de ouders een voorwaarde voor de zaligheid van hun jonggestorven kinderen. De waarheid van Gods Woord kan alleen troost bieden in de beoefening van het waarachtige geloof. En dan moet de belofte alléén voor de godzalige ouders genoeg zijn om te geloven dat hun jonggestorven kinderen behouden zijn.”
Als het dankgebed bij het klassieke doopsformulier zou zeggen dat alle gedoopte kinderen automatisch zalig zijn, dan hoeft men ook niet meer te bidden om het leiden en regeren door de Heilige Geest. Het doopvont wijst één kant op: de ouders en het kind mogen God wijzen op Zijn testament, bedelen om de vervulling van de belofte door wedergeboorte en bekering.
Parsifal schreef:En ik blijf er bij dat de ergste dwaling van dit topic is: Geloof zetten tegenover Psalm 51 en Romeinen 3. Als dat gebeurt dan is geloof geworden tot iets wat ons reinigt in plaats van dat we onze zaligheid en reiniging zien in het object van het geloof.
Nee, dan heb je @huisman niet begrepen. Hij stelde dat het Bijbelse spreken over de aard van ons mensen getekend ligt in Psalm 51 en Romeinen 3: "Het is niet alleen dit kwaad dat roept om straf, nee, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonden heeft mijn moeder mij ontvangen." En: "Er is niemand die verstandig is, er is niemand die goed doet..." Dat is de stand van zaken bij onze geboorte: Van onze kant zijn onze kinderen straatarm: Met niets geboren, aan de ellende en de verdoemenis onderworpen. Van Gods kant wordt hun de grootste rijkdom toegezegd, dat de Heere op grond van Christus' offer en door de werking van Zijn Geest wil uitwerken in het leven van deze kinderen/mensen van wie dat verschrikkelijke rapport wordt afgegeven. Maar die belofte van reiniging vraagt wel om toe-eigening, om geloof. Het geloof zegt 'amen' op wat er in Gods Woord is geopenbaard, dus ook op die vreselijke toestand van Romeinen 3. Maar het zegt ook 'amen' op de beloften van God, die Hij verzegelde in de doop aan ons voorhoofd.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)