Refojongere schreef:Brakel wordt heel vaak aangehaald vanwege de "evangelische" bekering van Zacheus. Hij schrijft over de rechtvaardigmaking het volgende op pagina 895:
Doch dit is zeker dat zeer zelden iemand met blijdschap tot Christus komt, als Zacheus; dat weinigen, alleen door kennis vam waarheid en de goedkeuring ervan overgaan in Christus. Maar de gewone weg is verlegenheid, droefheid, angst; niet dat zulks is een voorwaarde, die men eerst hebben moet, eer men komen mag; maar als een hoedanigheid (gestalte), zonder welke hij niet zal willen komen. Zodat allen, die tot de rechtvaardigmaking begeren te komen, die moeten vooraf streven naar een gezicht en gevoel van ellende.. Bewijsplaatsen: Hand 2:37, Hand. 16:29, Lukas 18:13.
Die nooit van deze bovenstaande gestalten de een of andere geweten heeft, en die nooit hartelijk en bijblijvende, totdat hij tot het geloof in Christus en de rechtvaardigmaking kwam, enigszins gehad heeft en zich evenwel gerechtvaardigd houdt, die bedriegt zich: die ze door deze weg deze niet zoekt, zal ze nooit verkrijgen; ja zelfs die op een Evangelische wijze (...) gekomen zijn, die hadden ook zelf deze gestalte, hoewel ze door de liefde en waarheid ras verslonden werden; doch, daarna komt zr zich gevoelig openbaren.
Heldere taal, en echt anders dan dr. Van den Brink. Men leze ook ds. C. Harinck. Dit is geen uniek geluid, maar hetzelfde als Luther en Calvijn, Ursinus en Olevianus.
Dank voor deze quote. Wel een kleine, m.i. essentiële correctie. Brakel spreekt niet van verlegenheid, droefheid, angst. Maar van verlegenheid, droefheid, VREEZE. Het luistert hier nauw. want angst verlamt, maar vreeze (eerbied, ontzag, opzien) verbindt.
Even boven het citaat wat je aanhaalt schrijft Brakel als het gaat over de droefheid over je zondige, verdoemelijke staat:
"Ik zeg droefheid, niet zulke, of zulk een stap van verbrijzeling, van schrik, van wanhoop, gelijk vele onkundigen van de weg des Heeren eerst willen hebben, eer zij durven denken, dat ze gerechtvaardigden zijn; en, omdat zij dat niet hebben, zoals zij het zich voorstellen, zo verwerpen zij alles, en leven in gestadige onvastigheid en onrust;"
Ik denk dat het de laatstgenoemde dwaling is waar dr van den Brink de strijdbijl tegen opgeheven heeft (en naar mijn bescheiden mening schiet hij in die bestrijding jammerlijk door!). Daarom reageer ik op jou verschrijving van angst ipv vreeze. Ik meen dat velen onder ons het onderscheid tussen die beide niet kennen, waardoor er bij velen onzekerheid en duisternis is.
Evert Barten heeft de redelijke godsdienst in wat hedendaagse taal herschreven/geparafraseerd (aanrader!). Hij schrijft in dit verband dat het verdriet van een gelovige evangelisch van aard is. Dat is dus geen verdriet waar geen bodem in zit. Gode zij dank: Hij legt een bodem onder ons verdriet. Zodat de zondaar niet omkomt, maar tot de vader terugkeert, zoals de verloren zoon.