Herman schreef:Wat dat betreft ook een vraag aan @Zonderling die ergens hierboven zijn theologische bedenkingen heeft genoemd. Wil je dat (nog eens) uitwerken?
Ik heb meen ik gesproken over 'vervlakkingen' in de HSV. Dat hoeft niet direct een leerstellige/theologische consequentie te hebben. Ik bedoel met 'vervlakking' dat er een vertaling gekozen is die minder volledig uitdrukt wat in de grondtekst staat; dit ten opzichte van de SV.
Omdat in het verleden hierover al het nodige geschreven is van diverse zijden, maak ik het mij deze keer gemakkelijk door enkele voorbeelden te noemen die ook elders te vinden zijn. Ik maak gebruik van twee artikelen die op getrouwevertaling.nl te vinden zijn. Ik zal soms letterlijk wat zaken overnemen, soms wijzig ik e.e.a. in het commentaar of vul dit commentaar aan. (Overigens ben ik ook zelf bij deze site betrokken.)
Psalm 94:11
SV: ‘De HEERE weet de gedachten des mensen,
dat zij ijdelheid zijn.’
HSV: ‘De HEERE kent de gedachten van de mens:
vluchtig zijn ze.’
- Het woord ‘ijdelheid’ heeft hier duidelijk negatieve betekenis. De gedachten van de mens zijn nietig, van geen betekenis, maar ook: verdorven en zondig. Vluchtig is wel een element van ijdelheid, maar in deze tekst is dat niet het belangrijkste element.
- De HSV blijft steken bij de uitwendige kant (het vluchtige), terwijl het hier om de inhoud van de gedachten gaat. Dit geldt ook wanneer het hier alleen zou gaan om de goddelozen (vs. 3, 7), zie ook het verband met vs. 10 en vs. 12.
Conclusie: de HSV kiest hier het woord 'vluchtig', maar brengt hiermee het belangrijkste element van het woord 'ijdelheid' in deze tekst niet tot uitdrukking. De betekenis van deze tekst vervlakt hiermee.
Psalm 119:5
SV: ‘Och, dat mijn wegen gericht werden
om Uw inzettingen te bewaren!’
HSV: ‘Och, waren mijn wegen zo vast
om Uw verordeningen in acht te nemen.’
- Dit vers volgt op vers 4: ‘HEERE, Gij hebt geboden dat men Uw bevelen
zeer bewaren zal.’ De psalmdichter vraagt vervolgens in vers 5 om
Goddelijke hulp en bijstand. In de HSV is dit veel minder duidelijk.
De dichter toont zich afhankelijk van God, in de HSV is dit niet meer te vinden.
- Lijdende vorm (‘werden’) is vervangen door een actieve vorm. Op grond
van het Hebreeuws is deze aanpassing volstrekt onnodig. Eventueel is wel mogelijk: ‘dat mijn wegen vastgemaakt werden’. In de passieve vorm met ‘werden’ komt de afhankelijkheid van de dichter beter tot
uitdrukking.
Op dit voorbeeld - dat ook de GBS gebruikt heeft met een iets andere argumentatie - heeft de Stichting HSV gereageerd op haar website. Daarbij negeert de Stichting HSV echter dat het kernbezwaar ligt in het niet meer hanteren van de passieve tijd met 'worden' (het Hebreeuws heeft de nifal vorm die wel niet altijd met 'worden' vertaald moet worden, maar waarbij 'worden' toch zeker voor de hand ligt.)
Galaten 4:4
SV: ‘Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon
uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet’.
HSV: ‘Maar toen de volheid van de tijd gekomen is, zond God Zijn Zoon uit,
geboren uit een vrouw, geboren onder de wet’.
- Het Griekse woord (‘ginomai’) betekent allereerst ‘worden’ (met diverse
afgeleide betekenissen). Voor ‘geboren (worden)’ worden in het NT andere woorden gebruikt.
- De kanttekening zegt: ‘Anders: geboren.’ maar doelt daarbij op een variantlezing in de
Griekse tekst. Dit is dus niet bedoeld als andere vertaalmogelijkheid van ginomai (Idem Calvijn.)
- 'geworden’ betekent méér dan ‘geboren’.
Kanttekening SV bij ‘geworden uit een vrouw’: ‘Dat is, uit het vlees en bloed van de
maagd Maria.’ (Dus zonder toedoen van de man.)
Idem bij ‘geworden onder de wet’: Christus heeft Zichzelf onderworpen aan de wet,
heeft die volmaakt onderhouden en de vloek van de wet op Zich genomen.
Conclusie: de HSV kiest een niet zo voor de hand liggende vertaling van ginomai. Deze vertaling brengt niet meer (of veel minder) tot uitdrukking het 'geworden zijn' van Christus onder de wet als deel van Zijn heilswerk. Idem brengt de vertaling niet meer tot uitdrukking dat Christus zonder de man 'geworden' is. Want 'geboren' uit een vrouw is ieder mens, dat is niets unieks! Maar 'geworden' uit een vrouw drukt méér uit.
Efeze 4:23
SV: ‘en dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds’.
HSV: ‘en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken’.
- Het Griekse woord (‘nous’) heeft dikwijls een ruime betekenis, namelijk
het inwendig, geestelijk waarnemingsvermogen van de mens (dus zonder
gebruik van de zintuigen). Meer specifiek ziet het woord op het verstand
en de gezindheid van de mens. Het verstand omvat niet alleen ‘het
denken’, maar is ook de zetel van alle (geestelijke) kennis.
- Het woord ‘denken’ in de HSV in deze tekst geeft aan het woord een te
beperkte betekenis.
– De kanttekening SV spreekt over ‘het binnenste en verstandigste deel’ van de ziel.
– In deze tekst gaat het over de wedergeboorte en vernieuwing van de mens. In dat
verband dient het woord ruim te worden opgevat (bijvoorbeeld: verstand, kennis en
gezindheid in al zijn facetten).
Dit voorbeeld is meen ik door de GBS overgenomen en in iets andere bewoordingen in een brochure opgenomen. Ik weet niet of de Stichting HSV daarop gereageerd heeft. Op de andere voorbeelden (behalve dan Ps. 119:5 zoals ik hierboven vermeld heb) is door de Stichting HSV bij mijn weten niet gereageerd.
Dit zijn vier slechts voorbeelden; het is slechts een heel kleine selectie, want de voorbeelden liggen voor het grijpen. Nog enkele andere voorbeelden vind je op de genoemde website. Maar er is veel meer.
Het gaat in deze vier voorbeelden niet om 'gehechtheid aan de SV' of 'gevoel'. Het gaat om daadwerkelijke verschillen in vertaling waarbij vanuit de grondtekst & de SV de gedachte rijker is dan de HSV weergeeft.