haaf schreef:Toch kunnen aan de andere kant anonieme brieven ook mooi zijn. Maar dan de positieve..
Ik herinner me dat Ds Meeuwse daar eens wat over heeft geschreven.
Weet het niet helemaal precies meer, maar ging over iemand die vertelde wat de Heere in haar leven gedaan had. Of dat de prediking van de ds haar tot zegen was geweest. Zoiets in elk geval.
Die persoon wilde niet met zichzelf te koop lopen maar deze dingen wel delen.
En ik denk dat zoiets ook wel vaker zal gebeuren.
Ds. W.C. Lamain schreef op 21-2-1980 in de Saambinder iets over anonieme brieven:
Er zijn altijd mensen in de kerk geweest, en dat geslacht zal wel niet uitsterven, die leven van kritiek. Vanzelf, het is zulk een groot verschil of het opbouwende of afbrekende kritiek is. Of het - laat ik het maar dadelijk neerschrijven - voortkomt uit de geest der liefde dan wel of het voortkomt uit de bittere wortel van haat en nijd.
Ik kan me nog herinneren dat er een leraar was in een gemeente, die veel gekweld en benauwd werd met ongetekende brieven, ''s Avonds laat, wanneer allen naar bed waren, of zelfs in de nacht en in de vroege morgen, werden er allerlei brieven onder de deur gestopt of in de brievenbus, wanneer niemand van de huisgenoten het bemerkte. De mensen, die dat deden, waren vanzelf familie van het ongedierte dat ''s nachts uitgaat om te verderven. Verschrikkelijk wanneer we zulk een duivelse geest met ons omdragen, die zulke goddeloze praktijken uitoefent. „Zij hebben geen vreze Gods voor hun ogen".
Gods molens malen langzaam, maar zeker. Dat God alwetend is en dat er een God is, '' Die leeft en op deze aarde vonnis geeft, dringt bij zulke mensen niet door.
Dat God soms in de oefening van Zijn heilig recht de zonde op de daad straft, zoals we de voorbeelden daarvan hebben in Gods Woord, wordt door zulke mensen niet geloofd. Wat is het een lage praktijk om onder te verzenden brieven namen te schrijven die niemand kan ontcijferen, of brieven waar onder helemaal geen naam gezet wordt.
Of alle ongetekende brieven verkeerd zijn ...???
O neen. Er zullen altijd zielen in de kerk zijn, die met David moeten zeggen: „Mijn bestrijders zijn vele, o Allerhoogste!"
Soms komt er wel eens een brief, waarin vermeld wordt dat ze al zo vele brieven geschreven hebben, maar die nooit op het postkantoor gekomen zijn. Er zijn zielen, die zulke kleine en geringe gedachten van zichzelf hebben, dat ze niet graag zouden willen bekend zien, dat zij de schrijvers of schrijfsters zijn van de ongetekende brieven, doch die met zo vele zieleraadsels over de aarde zwerven; met zo vele zaken, waarover zij maar geen licht hebben, en geen vrijmoedigheid aan een leraar of ouderling te vragen om er eens iets van te willen zeggen, dat is openbaar.
Soms zijn ze bevreesd om zelfs aan een redakteur van een kerkelijk blad vragen te stellen, zonder vermelding van hun naam. Vanzelf, het is wel gewenst om hun naam bekend te maken tegenover de persoon die de vragen beantwoordt, al zouden ze dan vragen om hun naam niet in het publiek bekend te maken. Er is niets nieuws onder de zon ook in dit opzicht.
Gods Woord spreekt in Psalm 35 : 20 van „stillen in den lande". En in Psalm 83 : 4 van de „verborgenen". Dat zijn zielen, die niet op de voorgrond willen komen. Zielen die maar graag op de achtergrond blijven. Dat zijn geen farizeeërs, die voor zich laten bazuinen opdat een ieder zou weten wie ze zijn.
Ze zijn de meeste tijd maar bang voor zichzelf, hebben zoveel strijd inwendig of het wel waar is in hun hart en leven. Zij zijn bevreesd als er onder Gods kinderen of onder de waarlijk geroepen leraars gevonden zouden worden die iets van hen zouden denken. Die hun - uit liefde - iets zouden geven wat hun niet toekomt, enz. Zulke zielen hebben het zo benauwd met en over zichzelf, dat het niet in hun hoofd en hart opkomt om anderen te benauwen.