Dat ben ik ook niet per definitie oneens, maar het houdt wel een versoepeling van de regels in.
De regels zijn er om een proces goed te laten verlopen; zolang dat niet verstoord wordt, is er volgens mij niets aan de hand. Als het anders ligt, moet je mensen als Farimir direct bij binnenkomst bannen, maar dat lijkt mij te gortig.
Nou, ban mij dan ook maar, en wel direct.............
Ik ben ervoor als mensen zich netjes gedragen dat ze gewoon mee mogen discussieren, zeker als ze zoals Faramir zich eigenlijk grotendeels afzijdig houden en alleen in het gat springen als er veel te kort door de bocht wordt gegaan.
Het is juist verhelderend als andersdenkenden zich mengen in discussies. Maar dan moeten zij wel ingaan op prangende stellingen, zoals ik geponeerd heb. Ik heb nog geen overtuigend antwoord gekregen op mijn vragen aangaande de RK dogma's
@ Faramir: waar blijft de verklaring waar ik al 3 keer om gevraag heb ?
zou je niet effe flink dimmen? je blaast wel héél erg hoog van de toren, en daar houden we hier niet van!!!
Ik ben ervoor als mensen zich netjes gedragen dat ze gewoon mee mogen discussieren, zeker als ze zoals Faramir zich eigenlijk grotendeels afzijdig houden en alleen in het gat springen als er veel te kort door de bocht wordt gegaan.
Het is juist verhelderend als andersdenkenden zich mengen in discussies. Maar dan moeten zij wel ingaan op prangende stellingen, zoals ik geponeerd heb. Ik heb nog geen overtuigend antwoord gekregen op mijn vragen aangaande de RK dogma's
@ Faramir: waar blijft de verklaring waar ik al 3 keer om gevraag heb ?
zou je niet effe flink dimmen? je blaast wel héél erg hoog van de toren, en daar houden we hier niet van!!!
pardon, Christenconservatief vraagt gewoon om een antwoord, wat niet gegeven kan worden , waardoor het lijkt of Faramir geen passend antwoord heeft.
Als je al flink moet dimmen wanneer je iemand eraan herinnert dat ie je nog een antwoord verschuldigd is....pffff
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
zou je niet effe flink dimmen? je blaast wel héél erg hoog van de toren, en daar houden we hier niet van!!!
Ik hou dan weer niet van brallers zonder inhoud en lieden die zich vakkundig in de underdogpositie weten te manouvreren, en vervolgens niets tot de discussie toedoen. Dergelijke mensen doen alleen maar af aan de discussie.
Ergo: we gaan hier gigantisch off-topic. Ik roep de katholieken nogmaals op het dogma rondom de zaligmaking in relatie tot de schriftuurlijke zaligmaking te verklaren, zodat er helderheid ontstaat aangaande dit onderwerp. Mocht het RK dogma schriftuurlijk zijn, hebben we weer een vooroordeel weggewerkt. Het is dus in het belang van de Moederkerk deze discussie aan te gaan.
Echter, het krampachtig stilzwijgen, in de underdogpositie wringen en inhoudloos brallen van katholieke zijde zal het pausdom en zijn imago geen goed doen, en impliceert dat het voorgenoemde dogma niet te verklaren is vanuit de Bijbel!
Beste mensen, graag wat vriendelijker tegen elkaar.
Faramir was de afgelopen 24 uur door externe factoren verhinderd om hier te posten, dat is inmiddels gefixed.
ach, de tijd dat ik blind en vol gas dit soort discussies inging ligt nog maar kort achter me.
maar het is vaak zo zinloos om geloofsgedachtengoed die zo ver uiteen ligt, voor beiden bespreekbaar te maken én houden zonder tot oordeelsvorming over en weer te komen.
in elke discissie is het echter goed om te beseffen wat de Schrift zegt:
ooredeelt niet, opdat ge niet geoordeeld worde
of anders gezegd
met de meetlat waar gij mee meet zult gij gemeten worden
Rens schreef:ach, de tijd dat ik blind en vol gas dit soort discussies inging ligt nog maar kort achter me.
maar het is vaak zo zinloos om geloofsgedachtengoed die zo ver uiteen ligt, voor beiden bespreekbaar te maken én houden zonder tot oordeelsvorming over en weer te komen.
in elke discissie is het echter goed om te beseffen wat de Schrift zegt:
ooredeelt niet, opdat ge niet geoordeeld worde
of anders gezegd
met de meetlat waar gij mee meet zult gij gemeten worden
Wederom ontwijk je het discussiepunt waarvoor ik dit topic gestart ben. Ik meet geen katholiek en oordeel geen pausgezinde, ik vraag me gewoon heel serieus af hoe het RK dogma omtrent de bekering te staven is aan de Bijbel. Dat is al vier pagina's mijn vraag en nog immer weten de katholieken hier mijn discussiepunt vakkundig te omzeilen met nietszeggende oneliners die niets met het onderwerp van dit topic van doen hebben
Rens schreef:ach, de tijd dat ik blind en vol gas dit soort discussies inging ligt nog maar kort achter me.
maar het is vaak zo zinloos om geloofsgedachtengoed die zo ver uiteen ligt, voor beiden bespreekbaar te maken én houden zonder tot oordeelsvorming over en weer te komen.
in elke discissie is het echter goed om te beseffen wat de Schrift zegt:
ooredeelt niet, opdat ge niet geoordeeld worde
of anders gezegd
met de meetlat waar gij mee meet zult gij gemeten worden
Wederom ontwijk je het discussiepunt waarvoor ik dit topic gestart ben. Ik meet geen katholiek en oordeel geen pausgezinde, ik vraag me gewoon heel serieus af hoe het RK dogma omtrent de bekering te staven is aan de Bijbel. Dat is al vier pagina's mijn vraag en nog immer weten de katholieken hier mijn discussiepunt vakkundig te omzeilen met nietszeggende oneliners die niets met het onderwerp van dit topic van doen heeft.
ik ontwijk niets, ben al sinds vele vele jaren geen rk meer, en voel me derhalve niet meer geroepen er blind op in te springen als een kip zonder kop...........
Rens schreef:ach, de tijd dat ik blind en vol gas dit soort discussies inging ligt nog maar kort achter me.
maar het is vaak zo zinloos om geloofsgedachtengoed die zo ver uiteen ligt, voor beiden bespreekbaar te maken én houden zonder tot oordeelsvorming over en weer te komen.
in elke discissie is het echter goed om te beseffen wat de Schrift zegt:
ooredeelt niet, opdat ge niet geoordeeld worde
of anders gezegd
met de meetlat waar gij mee meet zult gij gemeten worden
Wederom ontwijk je het discussiepunt waarvoor ik dit topic gestart ben. Ik meet geen katholiek en oordeel geen pausgezinde, ik vraag me gewoon heel serieus af hoe het RK dogma omtrent de bekering te staven is aan de Bijbel. Dat is al vier pagina's mijn vraag en nog immer weten de katholieken hier mijn discussiepunt vakkundig te omzeilen met nietszeggende oneliners die niets met het onderwerp van dit topic van doen hebben
Volgens mij heeft Faramir aangegeven de discussie niet te willen aangaan. Dat is zijn goed recht. Met vriendelijk vragen verandert hij misschien van gedachten. Ik ben er op zich ook wel benieuwd naar.
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
In dit geval is er een externe reden dat farimir niet kon reageren. Gaarne mag iemand dat wel eens meenemen in zijn/haar overwegingen dan zo hoog van de toren te plaatsen. Off topic wordt niet getolereerd in dit topic.
Hetgeen faramir gepost heeft uit de catechismus moet voldoende zijn, ---SNOEI--- ---SNOEI---
---SNOEI---
MENSEN EN NU WEER ONTOPIC. Willen jullie op elkaar reageren,prima, maar dan via PB. Dit is de laatste keer nog 1 keer dat er op de persoon gespeeld wordt en geen enkele uitzondering en topic gaat DICHT!
Goed, ik heb niet zo heel veel tij vandaag. Maar toch het volgende om eens te overwegen.
ChristenConservatief schreef:
Qua leer niet.
(Ik weet wel dat aflaten niet meer in de omloop zijn, maar de leerstelling omtrent aflaten is wel vastgelegd in het concilie van Trente, die ik nu helaas niet kan citeren, daar de site uit de lucht is)
Je weet dit zeker. Toch heb je het ook nu niet bij het juiste eind. Aflaten worden nog steeds uitgegeven. Laatst bij de wereldjongerendagen in Sydney nog massaal.
Tijdens het concilie van Trente is de handel erin scherp veroordeelt (het was altijd al verboden, maar toen door moreel verval raakte dat verbod op de achtergrond). In de leer omtrent aflaten is er nooit iets veranderd, enkel is er iets meer benadrukt (bij het concilie van Trente dus).
Dus datgene wat jij denkt te weten blijkt al niet waar te zijn. Zou het dan niet vruchtbaar zijn om eens neutraal op zoek te gaan naar wat de katholieke Kerk daadwerkelijk leert?
'Dit geloof dat wij van de kerk ontvangen hebben, bewaren wij met zorg; als een kostbare inhoud in een goed vat bewaard, wordt dit geloof onder de werking van de heilige Geest telkens weer jong en verjongt het ook het vat waarin het zit'.
Wat geloven katholieken eigenlijk? Speciaal voor scholieren en niet-katholieken een aanbod van eenvoudige informatie over God, Jezus, Maria, Engelen, Heiligen, het leven na de dood en het kwaad.
Wie is God?
God openbaart Zich als Drie-eenheid.
God is een geheim
God openbaart zich in de geschiedenis
God als Vader
God als schepper
Wie is Jezus?
God wordt mens in Jezus van Nazareth
Een menselijke geschiedenis
Profeet en leraar van het Koninkrijk van God
Zoon van God
Is Maria de moeder van God?
Moeder van het mensgeworden Woord van God
Bestaan engelen?
Engelen en demonen, goede en slechte geesten
Engelen in de bijbel
Beschermengelen
Gevallen engelen
Geloven katholieken in een leven na de dood?
Eeuwig leven en de verrijzenis van het lichaam
Wat zijn heiligen?
Verering van gelovigen, heiligverklaring
De gemeenschap van heiligen
Heiligenverering in de Kerk
Geschiedenis
Heiligverklaring
Heeft God ook het kwaad geschapen?
Zondeval, fysiek kwaad, vrije wil
Christelijke boodschap is het antwoord
Het fysieke kwaad
Het morele kwaad
Het goede overwint het kwade
Wie is God?
God openbaart Zich als Drie-eenheid
Christenen geloven in één God, die de oorsprong is van alles. Deze ene God laat zich kennen in drie personen (essenties): als Vader, Zoon en Heilige Geest. In de katholieke kerk is men gaan spreken over het mysterie van de drie-eenheid om het geheim van God en het werken van God in de schepping uit te drukken. God als Vader wijst op oorsprong. Hij geeft het leven, openbaart zich en blijft verborgen. God als Zoon wijst op uiting, woord, verschijning. De Zoon is God als mens zichtbaar en nabij, goddelijke liefde tastbaar voor ons mensen. God als Geest wijst op voltooiende liefde, overvloed die alles doorademt, verbindt, herschept en vernieuwt. Zo kennen we het wezen van de ene en enige God als Vader, Zoon en Geest. (Zie de Katechismus van de Katholieke Kerk, alineanummers 232-267)
God is een geheim
Als we moeten zeggen wie of wat God is, schieten onze begrippen wezenlijk te kort. We staan voor een geheim. God krijgen we nooit in onze greep (Bisschoppelijke Brief 35, blz 11). God is altijd groter dan onze woorden en voorstellingen. Groter ook dan ons hart, dat hunkert naar vriendschap, geborgenheid en geluk. Achter alle beelden blijft God het ondoorgrondelijke Geheim (Bisschoppelijke Brief 38, blz 3). God is een verborgen God.
God openbaart zich in de geschiedenis
Toch is God ons ook heel nabij. In de geschiedenis van het joodse volk heeft God zich steeds weer geopenbaard. Aan Mozes liet God zich kennen en noemde zijn mysterieuze naam: YHWH "Ik ben die is" of "Ik ben die ben". In de geschiedenis van het joodse volk openbaart God zich als een trouwe, barmhartige, medelijdende, lankmoedige God. Als een God wiens woorden niet kunnen bedriegen omdat hij de waarheid zelf is. Wiens liefde geen grenzen kent omdat zijn wezen liefde is. (Katechismus van de Katholieke Kerk 200-222)
God als Vader
Beelden kunnen God niet vastleggen. De rijkdom aan bijbelse beelden helpt ons dat voor ogen houden. Zo zijn er in de bijbel naast vele mannelijke godsbeelden ook diverse plaatsen waar vrouwelijke beelden worden gebruikt die vaak het innige contact tussen God en zijn schepselen uitdrukken Katechismus van de Katholieke Kerk 239. Het beeld van God als Vader heeft diepe wortels in de bijbelse en na-bijbelse joodse traditie. Het is een rijk en veelzeggend beeld dat in het christendom een bevoorrechte positie inneemt temidden van andere beelden omdat God zichzelf als Vader openbaart en Jezus dit beeld graag gebruikte.
God als schepper
"In het begin schiep God de hemel en de aarde" (Gen.1:1) Deze plechtige woorden staan aan het begin van de heilige Schrift. Christenen geloven dat de Almachtige God de Schepper is van hemel en aarde, van al het zichtbare en onzichtbare. De schepping is de eerste getuigenis van de almachtige liefde van God. Alles wat bestaat, heeft het bestaan van God ontvangen en is van God afhankelijk.
God heeft de wereld geschapen overeenkomstig zijn wijsheid en naar zijn vrije wil. Hij heeft geen andere reden om te scheppen dan zijn liefde en goedheid waarin hij de schepselen wil laten delen. De schepping is een geschenk aan de mens. Gods goedheid, wijsheid en liefde openbaren zich in de schepping, ieder schepsel heeft daarvan een deel zonder dat een van de schepselen echter ooit met God samenvalt. God is tegenwoordig in de schepping maar overstijgt haar tegelijkertijd. (Katechismus van de Katholieke Kerk 279- 301 en 337-341)
Wie is Jezus?
God wordt mens in Jezus van Nazareth
Jezus van Nazareth leefde bijna 2000 jaar geleden. De vier evangelieën beschrijven Hem als een zoon van het joodse volk, geworteld in de traditie van Mozes en de profeten. Toen hij ongeveer dertig jaar oud was, trok hij enkele jaren met leerlingen en volgelingen, mannen en vrouwen, rond door Galilea en Judea, een gebied dat toen door de Romeinen was bezet. Rondtrekkend verkondigde hij de komst van het Koninkrijk van God.
Een menselijke geschiedenis
Joodse overheden die samen met de Romeinse bezetters uit waren op rust en orde moesten niet veel hebben van Jezus. Zijn optreden gaf maar verwarring en zou kunnen leiden tot opstootjes en opstand. Om dat te voorkomen hebben de Romeinen Jezus in Jeruzalem gekruisigd. Na zijn kruisdood verkondigden zijn leerlingen dat God Jezus uit zijn dood had doen opstaan. Maria Magdalena, Petrus en vele anderen herkenden in Hem de door het joodse volk reeds lang verwachte Messias. In het Grieks vertaald is dat: 'Christus', in het Nederlands 'Gezalfde'. (zie Katechismus van de Katholieke Kerk 436-440)
Profeet en leraar van het Koninkrijk van God
Het volk van Israël bad dagelijks om de komst van het Rijk van God. Het koninkrijk zou een einde maken aan ontwrichte religieuze en sociale verbanden. Een nieuwe, omgekeerde wereld zou ontstaan, waarin God heerst en mensen bevrijd zijn van onrecht en onderdrukking. Jezus (zijn naam betekent 'God redt') belichaamt en vertolkt dit geloof op een eigen en unieke wijze. Hij benadrukt de prioriteit van de liefde. Bovendien richt Hij zich met voorkeur tot degenen die zich in de marge van de samenleving bevonden: zieken en armen, zondaars en tollenaars, vrouwen en kinderen. In woord en daad brengt Jezus deze boodschap van Gods Rijk. Hij maakt duidelijk wat er gebeurt als de liefde heerst, als God met mensen en mensen met God en elkaar verbonden zijn.
Jezus sprak in gelijkenissen, eenvoudig en direct. Zijn wonderen verbeeldden de kracht die van Hem uitging. Hij laat een aantal mensen aan den lijve ervaren wat het betekent als duivels uitgedreven worden, kwalen genezen, dood ontkracht, vergeving aanvaard, verbanden hersteld
Zoon van God
Jezus sprak God aan als 'Abba', 'lieve vader'. Zijn hele leven was gericht op en afgestemd op God. Hij leefde vanuit de kracht van Gods Geest die Hem vervulde. Zijn leerlingen hebben in Jezus Gods wezen ervaren. Zij noemden hem de Zoon van God. Een titel die in de joodse traditie o.a. werd gebruikt om de bijzondere band tussen de koningen en God aan te duiden. Katholieken geloven dat Jezus de eniggeboren zoon van God is: volledig mens én volledig God vanaf het begin. (Katechismus van de Katholieke Kerk 441-455)
Is Maria de moeder van God?
Moeder van het mensgeworden Woord van God
Theotokos
De kerk belijdt dat Maria werkelijk Moeder van God (Theotokos) is. In de evangelieën wordt zij genoemd als 'de moeder van Jezus' (Joh.2:1 en 19:25), maar haar zoon is een kind van de heilige Geest (Mat.1:20 en Luc.1:35). Haar nicht Elizabeth benoemt haar als 'moeder van mijn Heer' (Luc.1:43). Haar zoon is als mens geboren maar is tevens niemand anders dan de eeuwige Zoon van de Vader, de tweede persoon van de heilige drie-eenheid, door haar ontvangen van de heilige Geest. (zie Katechismus van de Katholieke Kerk 495).Katholieken geloven dat Maria was voorbestemd om de Zoon van God te baren -en zo moeder van God te zijn-. Om zijn Zoon ook waarlijk mens te laten zijn heeft God de vrijwillige medewerking van een schepsel gewild. (Katechismus van de Katholieke Kerk 488)
Mariaverering
'Door haar volledige overgave aan de wil van de Vader, aan het verlossingswerk van zijn Zoon en aan iedere ingeving van de heilige Geest is de maagd Maria voor de kerk het voorbeeld van geloof en liefde'. (Katechismus van de Katholieke Kerk 967). Maria, de Moeder Gods wordt in de kerk vereerd als de 'geheel heilige'. 'Zij is het 'allerverhevenste en zeer uitzonderlijke lid van de kerk', zij is zelfs de voorbeeldige verwezenlijking, 'het beeld' van de kerk' (Katechismus van de Katholieke Kerk 967). Ook na haar ten hemelopneming blijft Maria haar heilbrengende taken uitoefenen. Zij wordt vereerd als 'voorspreekster, helpster en middelares'. Tot haar bescherming nemen gelovigen in al hun gevaren en noden hun toevlucht.
Hoewel de verering van de Moeder Gods een heel bijzonder karakter heeft, verschilt zij wezenlijk van de eredienst van aanbidding van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De verering van Maria krijgt uitdrukking in liturgische feesten die de aanbidding van God bevorderen. (Katechismus van de Katholieke Kerk 971)
Bestaan engelen?
Engelen en demonen, goede en slechte geesten
Engelen zijn geestelijke, niet lichamelijke wezens. Zij zijn -evenals de mens- door God geschapen en vanaf het begin van de schepping aanwezig. Voor de katholieke kerk is dat een geloofswaarheid. (zie Katechismus van de Katholieke Kerk 328-354). De engelen werken mee met alles wat goed voor ons is. Alles wat over hen gezegd kan worden verkondigt vooral déze verrukkelijke waarheid: dat God zich duizendvoudig bemoeit met ons (zie De Nieuwe Katechismus p. 565). Van sommige engelen en groepen van engelen zijn ons de namen en soms de daden bekend zoals Gabriël (Gods sterke), Rafaël (Gods genezing) Michaël (wie is als god), cherubijnen, serafijnen, de beschermengelen.
Engelen in de bijbel
In de Bijbel komen regelmatig engelen voor. Zij treden uitdrukkelijk op als dienaren en boodschappers van God. Enkele voorbeelden: Engelen sluiten het aards paradijs, beschermen Lot, redden Hagar en haar kind, houden Abrahams hand tegen, door hun dienstwerk wordt aan Mozes de Wet meegedeeld, zij leiden het volk van God weg uit Egypte en door de woestijn, zij kondigen geboorten en roepingen aan, zij staan de profeten bij. Tenslotte is het de engel Gabriël die de geboorte van Johannes de doper en van Jezus zelf aankondigt.
De lofzang van engelen bij de geboorte van Christus klinkt nog steeds door in de lofprijzing van de kerk: 'Eer aan God in de hoge en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil'. Zij beschermen Jezus' jeugd, dienen Hem in de woestijn, sterken Hem in zijn doodsangst, terwijl Hij door hen uit de handen van de vijanden gered had kunnen worden, zoals eens Israël. Engelen brengen het evangelie of blijde boodschap niet alleen van de menswording, maar ook van de verrijzenis van Christus. Zo zullen zij ook de wederkomst van Christus en het Laatste Oordeel aankondigen.
De mensen uit de bijbelse verhalen krijgen de boodschap van engelen voornamelijk op twee manieren:
- in een droom tijdens de slaap, zoals bv. Jozef in het evangelie van Matteüs (Mat.1:20 en 2:13);
- in een visioen, zoals bv. Maria van de engel Gabriël in het evangelie van Lucas (Luc.1:26-38).
Beschermengelen
Er bestaat een gebedje dat katholieke ouders vaak vóór het slapengaan met hun kinderen bidden:
Als ik 's avonds slapen ga
volgen veertien engeltjes mij na,
twee aan mijn hoofdeind, twee aan mijn voeteneind,
twee aan mijn linkerzij, twee aan mijn rechterzij,
twee die me dekken, twee die me wekken,
twee die mij wijzen naar hemels paradijzen.
Dit gebedje wijst op het geloof in het bestaan van beschermengelen. De Catechismus uit 1948, (vraag 41), zegt het zó: Er zijn ook engelen die ons bijzonder bewaren van het begin tot het einde van ons leven; en iedere mens heeft zo'n engel: het is zijn engelbewaarder
Gevallen engelen
Satan of de duivel en de andere demonen zijn volgens de Kerk verstoten en gevallen engelen. Ze hebben uit vrije wil geweigerd om God te dienen en mee te werken aan Zijn heilsplan. Daarmee maakten zij definitief een keuze tegen God. Zij proberen de mens mee te slepen in hun opstand tegen God. (Katechismus van de Katholieke Kerk 391-395).
Geloven katholieken in een leven na de dood?
Eeuwig leven en de verrijzenis van het lichaam
Geloof in het eeuwige leven en hoop op de verrijzenis van het lichaam
Het geloof in de verrijzenis van Jezus is het hart van het evangelie of 'blijde boodschap'. Ieder mens die gelooft in deze boodschap kan zeggen: ooit is iemand van de dood teruggekomen. Christenen geloven dat de Heer zich heeft getoond na zijn sterven. Ze hebben Hem gezien en gesproken. Midden in het mysterie van de dood is God opgetreden. Dat is het fundament waarop de hoop van iedere Christen gebouwd is: dat het leven sterker is dan de dood. Niet alleen voor Christus, de Eerstgeborene uit de doden. Allen die Hij als de zijnen herkent, zullen Hem volgen. De mens is niet bestemd om te verdwijnen als een dier.
Jezus zelf zegt over de verrijzenis van de doden: 'Wat nu de verrijzenis van de doden betreft, hebt ge niet gelezen wat door God tot u gezegd is: 'Ik ben de God van Abraham, Isaäc en Jacob'? Hij ís geen God van doden, maar van levenden'. (Mat. 22:31-33)
Geloven in de God van Israël en van Jezus betekent: geloven in de persoonlijke roeping van iedere mens tot eeuwig leven. (De Nieuwe Katechismus blz. 553)
Geloof in de verrijzenis is wezenlijk
Geloven in de verrijzenis van de doden is vanaf het begin een wezenlijk element van het christelijk geloof geweest. Zo zegt de vroege kerkvader Tertullianus het: 'Het geloof van de christenen is de verrijzenis van de doden. Door dit te geloven bestaan wij'. (Zie Katechismus van de Katholieke Kerk 988-1004
Wat zijn heiligen?
Verering van gelovigen, heiligverklaring
In de katholieke theologie wordt het woord 'heilig' in de eerste plaats gebruikt als een benaming voor God. God wordt heilig genoemd omdat Hij eindeloos vererenswaardig is. God is de heilige (Jes. 40:25; Job 6:10). In de katholieke Kerk worden ook mensen heilig genoemd. Het gaat dan om personen die in hun leven op bijzondere wijze getuigenis van hun geloof hebben afgelegd. De eer die aan God gebracht wordt is een aanbidding (in het Latijn: 'cultus latriae'), die niet mag niet worden verward met de verering van heiligen (Latijn: 'cultus duliae').
De gemeenschap van heiligen
Alle leden van de Kerk, engelen en mensen, zijn door en in Christus op een bijzondere wijze met God en met elkaar verbonden. De heiligen hebben tijdens hun leven op een bijzondere wijze getuigenis van hun geloof afgelegd; zij weten hoe moeilijk gewone mensen, die nog worstelen op de weg naar voltooiing, het kunnen hebben. Dit maakt hen tot voorsprekers bij God. Iedere katholiek kan een heilige aanroepen en om hulp smeken, in de hoop dat hij of zij gaven van God verkrijgt door Jezus Chistus, de redder en zaligmaker. Maria neemt als moeder van God in de gemeenschap van de heiligen een bijzondere plaats in. Haar voorspraak is van bijzondere kracht, maar, let wel, ook zij wordt niet aanbeden, maar vereerd (haar verering heet in het Latijn de 'cultus hyperduliae').
Heiligenverering in de Kerk
Heiligenverering komt tot uiting in het vieren van de feestdagen van de heiligen, in de verering van voorwerpen die aan hen hebben behoord (de zogenaamde relikwieën), in het plaatsen van beelden, in bedevaarten en het meest van alles in het persoonlijke gebed en in de aanroeping, waarbij om hun voorspraak wordt verzocht. Het gebruik wil dat sommige heiligen speciaal voor het ene of andere geval worden aangeroepen. Wie iets kwijt is geraakt kan bijvoorbeeld een beroep doen op de H. Antonius van Padua; oudere katholieken kennen nog het rijmpje dat vroeger gebruikt werd: "Heilige Antonius, beste vrind, maak dat ik mijn … vind". Ieder jaar herdenkt de Kerk op het feest van Allerheiligen (1 november) alle heiligen en gelukzaligen
Geschiedenis
De heiligenverering is al vrij vroeg ontstaan. Gelovigen gingen de herinnering aan grote overledenen uit hun gemeenschap vormgeven. De vroege heiligenfeesten waren dan ook locaal: iedere kerk vereerde haar eigen gestorven leden. Aanvankelijk ging de verering van de gelovigen uit naar martelaren die omwille van het geloof vervolgd en gedood waren, later ook naar vrome mannen en vrouwen aan wie men na hun dood wonderen toeschreef. Het plaatsen van voorwerpen die aan de vereerde hadden behoord -overblijfselen van zijn gebeente, kleren door hem gedragen, voorwerpen door hem gebruikt- in een bijzonder versierde kist, de reliekschrijn, was gewoonlijk het eerste officiële teken van een verering en gebeurde meestal met toestemming van de bisschop. Daarna pas kwam de instelling van een feestdag.
Rond de tiende eeuw gingen steeds meer bisschoppen van buiten Italië de paus raadplegen in belangrijke aangelegenheden, waaronder heiligenvereringen. Vanaf ongeveer 1200 werd duidelijk, dat voor verering van een heilige in de hele Kerk -wereldwijd dus- pauselijke goedkeuring nodig was. Bischoppen bleven nog wel plaatselijke vereringen in hun eigen kerkprovincies toelaten. Paus Urbanus VIII ontnam hun het recht hiertoe in 1625. Van dan af bestaat een volledige procedure van heiligverklaring.
Heiligverklaring
Als de Kerk in een zorgvuldig gevoerd proces tot de overtuiging komt dat een man of een vrouw die op bijzondere wijze van zijn of haar geloof getuigenis heeft afgelegd, een bijzondere plaats in de gemeenschap van de heiligen inneemt, gaat zij over tot zalig- en eventeel ook heiligverklaring. Voorbeeldige mensen die plaatselijk grote indruk hebben gemaakt, worden door de Kerk 'zalig' verklaard als na zorgvuldige afwegingen vast is komen te staan, dat ze een bijzondere plaats bij God innemen. Zaligverklaarden die betekenis hebben voor de gehele Katholieke Kerk kunnen later de titel 'heilig' krijgen. Het feest van een heilige wordt meestal op zijn of haar sterfdatum gevierd. De gelovigen herdenken dan de bijzondere kwaliteiten of eigenschappen waarin de heilige sterk was en waarin hij anderen tot voorbeeld strekt.
Heeft God ook het kwaad geschapen?
Zondeval, fysiek kwaad, vrije wil
Als God de almachtige Vader, Schepper van de geordende en goede wereld, voor al zijn schepselen zorgt, waarom bestaat dan het kwaad? Op deze even klemmende als onvermijdelijke, deze even smartelijke als mysterieuze vraag kan niet vlug een afdoend antwoord gegeven worden.
Christelijke boodschap is het antwoord
Het geheel van het christelijk geloof vormt het antwoord op deze vraag: de goedheid van de schepping, het drama van de zonde, de geduldige liefde van God die de mens tegemoet komt door verbintenissen die Hij telkens met hem sluit, door de verlossende menswording van zijn Zoon, door de gave van de Geest, door de gemeenschap van de kerk, door de kracht van de sacramenten, door de roeping tot een gelukzalig leven waarmee de vrije schepselen op uitnodiging van God van tevoren hun instemming kunnen betuigen, maar waaraan zij zich ook door een verschrikkelijk mysterie, van meet af aan kunnen onttrekken. Er is geen enkel aspect van de christelijke boodschap dat niet voor een gedeelte een antwoord is op het probleem van het kwaad.
Het fysieke kwaad
Waarom heeft God geen wereld geschapen die zo volmaakt is dat er geen kwaad in kan bestaan? Overeenkomstig zijn oneindige macht zou God te allen tijde iets beters kunnen scheppen. Toch heeft Hij in zijn oneindige wijsheid en goedheid uit vrije wil een wereld willen scheppen "in staat van op-weg-zijn" naar haar uiteindelijke volmaaktheid. Dit wordend karakter brengt in Gods heilsplan met zich mee dat met het verschijnen van bepaalde wezens het verdwijnen van andere gepaard gaat, met het volmaaktere ook het minder volmaakte en met de opbouw in de natuur tevens afbraak. Met het fysieke goed is derhalve ook het fysieke kwaad gegeven, zolang de schepping niet haar voltooiing bereikt heeft.
Het morele kwaad
Engelen en mensen, met rede begaafde en vrije schepselen, moeten naar hun uiteindelijke bestemming voortgaan uit een vrije keuze en op liefde gebaseerde voorkeur. Zij kunnen derhalve van de rechte weg afdwalen. Zij hebben dan in feite gezondigd. Zó is het morele kwaad in de wereld gekomen, een kwaad dat onmetelijk veel erger is dan het fysieke kwaad. God is op geen enkele manier, direct noch indirect, de oorzaak van het morele kwaad.
Het goede overwint het kwade
God laat het kwaad wel toe, omdat Hij de vrijheid van zijn schepselen respecteert en op mysterieuze wijze er het goede weet uit te halen. En dat moet ook onze houding zijn t.a.v het kwaad. De apostel Paulus zegt hierover: 'Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede' (Rom. 12:21). (Zie Katechismus van de Katholieke Kerk 309-314).