refo schreef:De verdediging t.o.v de remonstranten dat er geen afval der heiligen is, was terecht. En gegrond op de Bijbel. Het is alleen niet bruikbaar als bewijs tijdens het leven. Terugkijkend op het leven van Petrus kun je wel momenten aanwijzen waarvan je zegt: kijk daar viel Petrus en daar richtte God hem weer op. Petrus zelf had er op zulke momenten niets aan. Het redeneren: éénmaal was ik begrepen in het verbond, ik heb het verzondigd, het komt wel weer goed.
Er staat evengoed: wie volharden zal tot het einde.... En ja, de genade van volharding komt evengoed van God. Maar er staat niet: wie Ik zal laten volharden tot het einde.
De leer van de volharding is wel bruikbaar als
troost tijdens het leven. Wie er niet zeker van kan zijn, dat God hem zal vasthouden, is een troosteloos mens.
En die vermaningen dan? Die zijn er om ons op de loopbaan te houden. En om schijnchristenen te ontdekken. Maar niet om – wat ik steeds proef – een soort geloof in het leven te roepen, dat bij iedereen ‘hetzelfde’ is, alleen bij de een gaat het weg en bij de ander blijft het. Dus aan het eind van je leven ben je pas zeker dat je het ‘ware’ geloof hebt.
refo schreef:Dat de oorspronkelijke ranken veelal weggesnoeid zullen worden ten gunste van de heidense, neemt niet weg dat ze niet in het verbond zijn.
Rom. 11:17: En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeënt, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden….” Er zíjn dus al takken afgebroken.
Marnix schreef:Iedere rank die aan de wijnstok zit die niet in Hem blijft en geen vrucht draagt wordt afgerukt. Maar je kan niet stellen dat die dan nooit vast heeft gezeten.
Jezus zegt in Matth. 15:2: “Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden.” Dus niet: eerst geplant door de hemelse Vader, en later – helaas – toch uitgeroeid.
Johannes schrijft in 1 Joh. 2:12: “Zij zijn uit ons uitgegaan,
maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied,
opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn.” Er staat niet: eerst hoorden ze bij ons, maar helaas, nu niet meer. Nee, ze hebben er nooit bij gehoord.
Evenzo zegt Jezus tot degenen die Hem nooit oprecht gevolgd hebben: “Ik heb u
nooit gekend.” Niet: eens heb Ik u gekend, maar helaas, nu niet meer. Nee, ze hebben er
nooit bij gehoord.
Dat is de teneur van de Bijbel. Als we dat loslaten, zijn we overgelaten aan onszelf. Dan geloven we vandaag, maar morgen misschien niet meer. Dan zijn we vandaag kinderen van God, morgen wellicht kinderen van de duivel. Dan moeten we er zélf voor zorgen, dat wij niet uit Gods, uit Christus’ hand vallen.
Kaw schreef:Er is maar 1 verbond die er voor ons toe doet en dat is het genadeverbond.
De grote vraag die in deze discussie onderligt, is deze: zijn allen
op dezelfde wijze in het verbond? Is het verschil slechts dat de ene erin blijft en de ander niet?
Het enige bijbelse antwoord hierop is: nee! Zie Rom. 9:1-8. Anders zou immers het woord Gods "uit" kunnen "vallen"?