JolandaOudshoorn schreef:
De vraag die bij mij dan boven komt is: Welk verbond bedoelen ze dan? Ik heb het al eerder gezegd, God heeft maar een verbondsvolk en dat is Israel!!!!!!!!!
Het verbond waarvan het doopformulier spreekt is het genadeverbond. In het doopformulier staat dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. In de tijd zichtbaar gesloten met Abraham met een teken van bloed aan het geslachtsorgaan.
Calvijn ziet geen verschil tussen het OT en NT. Het OT met iedereen in het verbond waarbij het teken en zegel via de mannelijke lijn, waarin de voortplanting getekend is. De man is de vader van het nageslacht en daarmee verbondshouder en verantwoordelijke. En als hoofd van het gezin verantwoordelijk voor de opvoeding naar Gods Woord. Daarom zijn er ook de doopvragen aan de ouders. (En vandaar ook de bezoekingen van zonden aan het nageslacht, en ook de zegen voor het nageslacht bij gehoorzaamheid).
Samengevat Het OT staat in het teken van de verwachte verzoening, het NT staat in het teken van de volbrachte verzoening.
Heel de Bijbel laat zien dat God verbondsmatig handelt in het openbaren van zijn Heilsplan. Hij zweert bij het openbaren van zijn Verbond steeds weer bij Zichzelf. Daarmee Zichzelf verplichtend de verzoening daadwerkelijk te doen en te tonen dat Hij dat wil doen.
Enkele voorwaarde: Geloof en het houden van de wet, dat daaruit voortvloeit. De Wet: Zedenwet en de ceremoniële wet dat de verzoening leert en de mens laat zien dat het ook echt nodig is dat. Het laat zien dat de verzoening volkomen moet zijn. Daarom zo nauwgezet beschreven. Daarom zo terugkerend van aard.
Het NT is de boodschap van "Het is volbracht!". De vloek van de wet teniet gedaan. Daarom afschaffing van de ceremoniële wetten. Want Christus is het volkomen Lam ten Slachtoffer.
De verzoening is 2000 jaar geleden volkomen teweeg gebracht. De DL schrijven daarover:
En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?
en
Doch dat velen, door het Evangelie geroepen zijnde, zich niet bekeren, noch in Christus geloven, maar in ongeloof vergaan, zulks geschiedt niet door gebrek of ongenoegzaamheid van de offerande van Christus, aan het kruis geofferd, maar door hun eigen schuld.
De aangebrachte verzoening heeft het heil ook aan de heidenen doen toekomen. De genoegzaamheid van de verzoening mag als oorzaak worden gezien ook de heidenen op te roepen tot geloof en bekering (hoewel voor ons geopenbaard in de weg van de verwerping van de Messias door de joden). De heidenen die geloven en
zich bekeren dienen gedoopt te worden (Zie de Moorman) om daarmee in het Verbond te komen en met hen hun nageslacht. En gezien de praktijk uit de Bijbel allen die onder de verantwoordelijkheid vallen van de gelovige.
Via 1 Kor 7:14 wordt de lijn van de geslachten net als bij Abraham als verbondslijn aangewezen. Het teken is niet meer bloedig. Maar met een teken dat wijst op het volbrachte werk van de verzoening: De afwassing der zonden (besprenging als beeld van afwassing). De ondergang van de oude mens en de opstanding van de nieuwe (onderdompeling als beeld).
De belofte van de doop is dezelfde als de verbondsbelofte bij Abraham en geldt bij Calvijn alle gedoopten. Alle gedoopten wordt bij Calvijn genade aangeboden krachtens de verbondsbelofte:
En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. . Dit staat ook zo letterlijk in het doopformulier.
En dat het verbond met Israël nog steeds geldt, geloof ik zeker!
Ook al delen de heidenen in het heil dat door David voortdurend wordt geprofeteerd in de psalmen, Israël is niet 'alleen maar' het 'voertuig' van het heilsplan. Maar ook het bewijs dat God zijn waarheid nimmer zal krenken. De beloften voor het werkelijke nageslacht van Abraham gelden ook letterlijk, naar ik meen. Ter bevestiging van de waarheid van Gods Woord en Getuigenis!