refo schreef:C vd Sluijs heeft er ook iets over geschreven in 'prediking in de crísis'. Ik zal het eens opzoeken en scannen. Enerzijds is hij tegen het automatsme-DENKEN, zo van ik ben lid, wie doet me wat. Anderzijds is hij tegen de gedachte, dat de gemeente in eerste instantie een verzameling heidenen is, waarvan er in de loop van de tijd enkele wedergeboren worden. Tegen dit laatste voert hij aan dat de reformatie gelukkig nog een doopsfoermulier wist op te stellen dat dat zag. Nu lezen we dat formulier, passen het zelfs toe, maar geloven niet wat er staat.
De afwijzing van de 'gemeente-gedachte' noemt hij de RADICALE reformatie, waarmee hij de dopersen aanduidt. Die wilden alleen 'het ware' aanmerken als doopwaardig. Dat zouden de GG's ook graag doen, denk ik wel eens. Als ze wisten wie verkoren was, zou men alleen die dopen.
Ds. C. Harinck schreef reeds in 1966 een boekje over het doopforumulier waarin hij het oude, onverkorte forumulier weergeeft en het formulier uitgebreid behandelt.
Hij schrijft ondermeer
(vanuit mijn geheugen in eigen woorden weergegeven):
"Het doopformulier is niet alleen een teken maar ook een zegel.
Dat laatste wordt nogal eens weggelaten in de uitleg.
Men moest meer bewust zijn van het feit dat de doop een sacrament is. "
Een sacrament heeft allereerst de functie van het versterken van het geloof. Niet dat van het gedoopte kind, maar van de gelovige ouders en gemeenteleden. Net als bij het Heilig Avondmaal.
Ter bemoediging van de gelovigen. Dat de afwassing der zonden in Christus volkomen is. Dat de gelovigen getroost worden dat dit ook voor de kinderen wordt
aangeboden.
Dat de ouders daarom hun kinderen in de Godzalige leer moeten opvoeden, omdat vanuit het onderwijs van Gods Woord de Heilige Geest werkt. Onder deze middelen mogen de ouders vertrouwen op deze belofte.
Daarom is een nauwgezette onderwijzing zo belangrijk in het formulier.
Het sacrament is niet alleen voor de ouders maar voor de hele gemeente. Alle gelovigen mogen de bediening van de doop, net als bij het Heilig Avondmaal, gebruiken tot versterking van het geloof. Elke keer als er gedoopt wordt, getuigt God dat hij van geslacht tot geslacht het Verbond in stand houdt. Dat er in alle geslachten kinderen geroepen worden tot God. Omdat er Verzoening teweeg gebracht is. Omdat er genade te verkrijgen is.
Het welmenend aanbod van genade geldt in het bijzonder vanwege de doop waarin God zelf de naam van het kind noemt tijdens de doopplechtigheid. Het is een roeping van God Drieënig!
Als we de doop op de juiste waarde schatten wordt in de prediking vooral het verzoenende bloed van Christus gepredikt.
Het gaat om de genade die wordt aangeboden in het teken en zegel.
Als de ouders al zo'n taak opgelegd krijgen om de kinderen in Gods Woord te onderwijzen, des te meer voor de dienaars van het Woord!
Als het gaat om evenwicht nog 2 korte opmerkingen:
Als je blijft steken in de inleiding van het formulier en niet verder komt dan dat de kinderen in zonden ontvangen en geboren zijn, dan kom je niet verder dan het OT waarin de verwijzing naar Verzoening verkondigd wordt. Niet de vervulling.
In dat geval functioneert de doop niet als teken en zegel maar enkel als een teken. Het nieuwe Testament laat juist zien dat de verzoening teweeg gebracht is: Het is volbracht!
Laat vooral de geloofstaal hoorbaar zijn in de prediking.
Blijft dat uit, dan krijg je een gemeente vol met onbekeerden die in hun onmogelijkheid blijven steken. Omdat de genade wordt weggehouden onder het mom van een gestolen Christus.
Een levensgevaarlijke en ongereformeerde wijze van uitdrukken als je het in de verkeerde context plaatst.
Als je de inleiding weghaalt en de wedergeboorte wegdenkt, dan krijg je een gemeente van enkel wedergeborenen, en kom je vooral uit in een verstands godsdienst waarin de wedergeboorte met kenmerken als ootmoed, berouw en de wil om naar Gods Woord te leven ontbreekt. In deze context ben ik geneigd de term 'gestolen Christus' te hanteren. Zonder wedergeboorte vanuit een beredeneerde bekering op basis van een belofte menen Christus te eigenen. Uiteraard kan Christus niet gestolen worden. Het is een beeldspraak ter waarschuwing. Een waarschuwing is altijd goed bedoeld. Dat mag ook opgemerkt worden.