ndonselaar schreef:Het gaat er echter om dat zowel de Synopsis als ook de Westminster ruimte lijken te geven voor een tweewegenleer.
Dat is toch in tegenstrijd met Gods Woord: er is maar één naam onder de hemel gegeven?
Donselaar e.a.,
Ik sluit mij geheel aan bij voorgaande reactie van Limosa.
Hetgeen ik uit de Synpsis heb aangehaald en hetgeen in de Westminster Confessie X.3 staat, geeft beslist geen ruimte voor een tweewegenleer.
Het enige wat in de Synopsis en de Westminster staat is dat in buitengewone gevallen mensen zalig worden, zonder dat zij UITWENDIG door de BEDIENING VAN HET WOORD (= de prediking) geroepen zijn.
Een goede vertaling van de Westminster Confessie X.3 is m.i.
Uitverkoren kinderen die in hun kindsheid sterven, worden wedergeboren en zalig gemaakt door Christus door middel van de Geest, Die werkt wanneer, en waar en zoals het Hem behaagt.
Dit geldt ook alle andere uitverkoren personen die niet vatbaar zijn (Engels: who are uncapable) om uitwendig geroepen te worden door bediening van het woord.
Opmerkingen hierbij:
1. De gewone wijze van uitwendige en inwendige roeping staat niet in dit artikel, maar in de voorgaande artikelen X.1 en X.2. Dit artikel X.3 spreekt alleen van (zeer) bijzondere gevallen.
2. Volgens X.3 worden alle uitverkorenen (ook de jonge kinderen en anderen) wedergeboren en zalig gemaakt door Christus door middel van Zijn Geest. De Westminster Confessie leert dus maar één weg tot zaligheid.
3. De uitzondering die gemaakt wordt voor personen die niet vatbaar zijn om uitwendig geroepen te worden, bestaat alleen in het gemis van de uitwendige roeping door de prediking. De inwendige roeping is óók voor deze personen van toepassing. Oók zij zijn wedergeboren (over de vraag of deze mensen het geloof bezitten spreekt de WC zich niet uit; zij spreekt het ook niet tegen).
Kortom, ik begrijp niet hoe jullie hier een twee-wegen-leer in kunnen zien!? Hetzelfde geldt voor de passage die ik heb aangehaald uit de Synopsis van de Leidse professoren.
Verder wil ik nog terugkomen op mijn eerder posting aan Limosa. Ik denk toch dat de frase "who are uncapable" alléén kan slaan op een gebrek in de personen. Raadpleging van het woordenboek heeft mij hierin gesterkt. M.i. betekent dit "uncapable" hier "onvatbaar voor", "onbekwaam voor". Een ruimere betekenis zie ik voor de WC niet, de Synopsis geeft wél een ruimere betekenis, maar geeft ook duidelijk aan dat zo'n wijze van inwendige roeping (zonder uitwendige roeping) zeldzaam en extra-ordinair is.
Nogmaals, ik kan jullie bezwaren niet begrijpen. Ik ken een verstandelijk gehandicapte jongeman die bijna geen enkel woord kan begrijpen en zó gedegeneerd is dat hij zelfs zijn eigen moeder niet herkent. Is het volgens jullie onmogelijk dat God zo iemand toch wederbaart door Zijn Geest en door Christus zalig maakt (zoals de Westminster Confessie zegt) zónder de gewone wijze van uitwendige roeping? Zie Johannes 3:8.
Een geheel ander geval is wat ik eens gelezen heb van een Jodin die in de oorlog in een concentratiekamp was en aan wie kort na de oorlog Christus Zich als haar Zaligmaker bekendmaakte. Zonder dat zij ooit een preek gehoord had of zelfs ook maar het Nieuwe Testament had gelezen. Het is wel zeer zeldzaam, maar wie zijn wij om te menen dat dit tégen het woord is. Nogmaals Johannes 3:8 (door de Westminster ook als schriftbewijs bij X.3 gegeven).