Beste Forummers,
Enkele reacties:
"Ik ben blij met dit stukje tekst.
Zelf heb ik het ook een mooi boekje gevonden."
Beste Gerrie,
Vind ik ook. Ik wilde er mee aangeven dat je dogmatisch op een andere lijn kunt zitten, terwijl er toch herkenning kan zijn in de beschrijving van het geestelijke leven.
"Alle andere dogmatische raamwerken hebben wel kiertjes of "mazen in het net" waar de tegenwoordige verstandschristenen tussendoor glippen. Daarom heeft men waarschijnlijk zo'n hekel aan Comrie."
Beste Orck,
Mag ik eerlijk zeggen dat ik deze opmerking die totaal niet inhoudelijk is gewoon nergens op vind slaan ?
"Dag zeeuw,
is dit iets?
http://www.biblicaltheology.org/1894_4.pdf "
Beste Rhode,
Ik moet je eerlijk zeggen dat ik Honig (nog) niet zelf gelezen heb. Maar vanuit andere bronnen heb ik begrepen dat hij bepaalde zaken wel erg interpreteert vanuit zijn achtergrond (GKN). Vandaar mijn opmerking.
" Er is ook het proefschrift van dr. J.R. Beeke waar Comrie positief gewaardeerd wordt en een terechte plaats voor hem ingeruimd wordt. Dit proefschrift is alom (wereldwijd) geroemd om zijn wetenschappelijke integriteit"
Beste Orck,
Voor zover ik weet gaat het proefschrift van dr. Beeke over de zekerheid van het geloof, waarbij hij diverse vertegenwoordigers van de Nad. Reformatie op hun standpunt onderzoekt. Hij is daar inderdaad positief over Comrie en toont aan dat Comrie wat dit betreft weliswaar een andere terminologie gebruikt dan Calvijn, maar niet wezenlijk verschilt.
Comrie onderscheid in navolging van de Marrowmen tussen de zekerheid van het geloof en de zekerheid van het gevoel. Persoonlijk vind ik ook dat Comrie hier Schriftuurlijke lijnen trekt. Blijft natuurlijk wel staan dat Beeke alleen Comrie bespreekt in het kader van de zekerheid van het geloof. Terwijl ik juist geprobeerd heb aan te geven dat het belangrijkste verschil gaat over een middelijke of onmiddelijke vereniging met Christus.
"Als christenen van tegenwoordig Comrie weer eens zo intensief zouden lezen dat ze net als ds. Kersten kunnen zeggen dat ze zijn geschriften "vermalen" hebben, zou het er heel anders uitzien wat het geestelijk leven betreft in onze gezindte."
Dat vraag ik me af. In de eerste plaats ontstaat er geen geestelijk leven door het lezen van een boek, maar door de werking van de Geest. Misschien vind je dat flauw opgemerkt en antwoord je dat de Geest zich wel van een boek als middel kan bedienen. Dat is juist; ik vind deze opmerking persoonlijk echter wat rieken naar Comrie als middel voor geestelijk leven.
Dat lijkt me (met alle waardering voor Comrie) toch wel een overwaardering. Gods Geest is noodzakelijk om geestelijk leven te verwekken, en die Geest kan zich zowel bedienen van de werken van Comrie als van Van der Groe of Boston. Ik wil Comrie daar niet exclusief in zetten.
" Heren, heren laten we met het kind ook niet het badwater weggooien. Heu of was het andersom? Iig. Comrie hoeven we niet weg te doen omdat sommigen met bepaalde leerstukken van hem op de loop gaan. Lees nog eens het stukje van Zeeuw. Ook Comrie hoort in het lijstje van aanbevolen schrijvers thuis, maar Comrie niet alleen.
Beste Egbert,
Van harte met je eens. Laten we proberen objectief te blijven en eerlijk de verschillen tussen onze oudvaders proberen aan te geven.
"Om de geloofsleer in te passen in een filosofisch denkraam, heeft C. iets nieuws bedacht, nl een onderscheid tussen geloof en geloven"
Beste Refo,
Je opmerking is niet juist. Comrie heeft dit onderscheid niet bedacht, maar sloot zich aan bij een lange traditie die de hebbelijkheid van de dadelijkheid onderscheidde. Het gaat om de vraag of er een hebbelijkheid zonder dadelijkheid kan zijn (nee zegt Comrie itt Kuijper) en wat de dadelijkheid inhoud.(zie mijn vorige reactie).
"Dit is volgens mij de kern van de discussie rond Comrie in dit topic, dat heeft Zeeuw goed aangegeven. De vraag is alleen: is de analyse van Zeeuw juist?"
Beste Adrianus,
We moeten nog 1 stap terug. De vraag naar de verhouding tussen wedergeboorte en geloof wordt namelijk bepaald door de visie die men heeft op de vereniging met Christus.
Word een mens middellijk (door een in de wedergeboorte geschonken geloof) met Christus verenigd, of onmiddellijk (waarbij men in Christus is, zonder het geloof in Hem te beoefenen en/of Hem te kennen).
Daar gaat het om! Wie een middellijke vereniging leert houd wedergeboorte en geloof onlosmakelijk bij elkaar, houd dadelijke en lijdelijke rechtvaardigmaking onlosmakelijk bij elkaar.
Vervolgens: het gaat niet om de analyse van Zeeuw, het gaat om feiten.
1. Het is een feit dat vrijwel de gehele gereformeerde traditie vanaf de Reformatie een middellijke vereniging met Christus geleerd heeft. Van der Groe heeft dit uitvoerig aangetoond in zijn werk over de rechtvaardiging door het geloof waarin hij vele Reformatoren, Nadere Reformatoren en puriteinen citeert. Nogmaals: zie theologienet.nl voor het gehele werk. Voor iedereen te krijgen en te bestuderen.
2. Het is een feit dat Comrie de middelijke vereniging door het geloof Paaps noemt. Daarmee stelt hij feitelijk dat allen die er anders over denken (Brakel, Van der Groe, Owen, Olevianus, etc) door de werken zalig menen te worden, omdat Comrie het dadelijk geloof ziet als een werk van de mens. Dat ook het dadelijk geloven alleen plaats kan hebben door de werking van de H. Geest ziet hij blijkbaar totaal over het hoofd.
De bovenstaande 2 punten zijn feiten, geen analyse.
Misschien moeten we ons hier eerst eens tot beperken. Natuurlijk is het ook zo dat de leer van de rechtvaardiging van eeuwigheid feitelijk door Comrie naar voren is gehaald. Met dat punt is Kuijper inderdaad de verkeerde kant uitgegaan, maar dat kun je van Kersten niet zeggen vind ik. Kersten protesteert tegen de stelling dat de rechtvaardiging een bewustwording van het van eeuwigheid in Christus zijn, is. Het is dus wel terecht dat Comrie hiermee afweek, maar het lijkt me niet zo relevant voor de huidige discussie in de ger gezindte.
Ook de verbondsleer van Comrie is helemaal niet bijzonder. Dus ook dat kunnen we beter laten rusten. Comrie sluit zich aan bij de Marrowmen die teruggrepen op Olevianus, die inderdaad verschilde van Ursinus. Dat punt is meer aan de orde geweest. Maar daar neemt Comrie geen bijzondere positie in.
Ik stel voor de discussie in eerste instantie te beperken tot de vraag of de Schrift een middelijke of onmiddelijke vereniging met Christus leert. Vanuit het antwoord op deze vraag zal er licht vallen op de relatie wedergeboorte en geloof, en zal duidelijk worden of de rechtvaardiging mag worden losgemaakt van wedergeboorte en geloof en gezien mag worden als een nadere weldaad.
Tenslotte; ik denk dat het idd een goede zaak is om een artikel over Comrie niet per definitie door een GG predikant te laten verzorgen. Misschien dat iemand buiten de GG wat meer afstand in acht kan nemen. Dat is denk ik alleen maar positief voor de objectiviteit.
Of ds. W. van Gorsel (als ex GG er) daar de juiste persoon voor is, laat ik maar in het midden.