Bruna schreef:
Zijdelings raken we hiermee ook een ander onderwerp waar het ging over het houden van de kerkorde door bijvoorbeeld een gemeente waar geen ouderlingen zijn.
Stel : niemand voelt zicht geroepen in een kleine gemeente om in het ambt te dienen (onbekeerd zijn kan en mag niet, je moet bekeerd zijn om in het ambt te dienen), moeten we dan ouderlingen maken of afdeling worden of het werk door diakenen laten doen?
Als eerste de D.K.O ( 37,38,39)
XXXVII.
In alle kerken zal een kerkenraad zijn, bestaande uit dienaren des Woords en
ouderlingen, dewelke ten minste alle weken eens tezamen komen zullen, alwaar de
dienaar des Woords (of dienaren, zo daar meer zijn, bij gebeurte) presideren en de
actie regeren zal. En zal ook de magistraat van de plaats respectievelijk, indien het
hun gelieft, een of twee van de hunnen, wezende lidmaten der gemeente, bij de
kerkenraad mogen hebben, om aan te horen, en mede van de voorvallende zaken te
delibereren.
XXXVIII.
Welverstaande, dat in de plaatsen, daar de kerkenraad van nieuws is op te richten,
het zelve niet geschiede, dan met advies van de classe. En daar het getal van de
ouderlingen zeer klein is, zullen de diakenen mede tot de kerkenraad mogen
genomen worden.
XXXIX.
In die plaatsen, daar nog geen kerkenraad is, zal middelertijd bij de classe gedaan
worden, hetgeen anders de kerkenraad naar uitwijzen dezer kerkenordening
opgelegd is te doen.
De eisen voor een kerk zijn als volgt:
De Synode van Den Haag (1624) heeft bepaald dat één ouderling en één diaken geen kerkenraad zijn. maar er moeten minstens 3 personen zijn om een besluit te kunnen nemen. Volgens artikel 30 van de N.G.B. wordt de kerkenraad gevormd door de dienaars, opzieners(ouderlingen) en de Diakenen
Ik kom hier later even op terug. Ook de D.K.O. vertelt het één en andere erover. Zo kunnen we lezen in Artikel 37 dat een kerkenraad bestaat uit de dienaren des Woords, en de ouderlingen. Dit is gebaseerd op 1 Timotheüs 4:14
14 25 Verzuim 26 de gave niet die in u is, die u gegeven is door 27 de profetie lmet oplegging der handen 28 van de ouderlingschap.
25 Dat is, verwek haar en leg haar wel aan, besteed haar wel, 2 Tim. 1:6, 7.
26 Hierdoor wordt zowel het beroep als de gave daartoe nodig verstaan, gelijk de volgende woorden uitwijzen.
27 Zie hiervan de aant. op 1 Tim. 1:18.
28 Dat is, van de vergadering der ouderlingen, of der opzieners der gemeente, in welker naam en tegenwoordigheid Paulus de handen Timotheüs had opgelegd, 1 Tim. 6:12. Want dat Paulus zulks zelf gedaan heeft, blijkt uit 2 Tim. 1:6, en dat te Lystre, gelijk af te leiden is uit Hand. 16:1, 2.
en wordt nader behandeld in 1 Timotheüs 5:17.
17 Dat de ouderlingen die wel regeren, 33 dubbele eer waardig geacht worden, 34 voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer.
33 Dat is, meerder of overvloediger. Onder welke eer ook hun onderhoud verstaan wordt, gelijk de volgende verzen uitwijzen, en het woord eer bij de Hebreeën alzo gebruikelijk is. Zie Mark. 7:10, 11, enz.
34 Hieruit blijkt klaarlijk dat er alsdan tweeërlei soorten van ouderlingen in de gemeente waren, namelijk enigen die in het Woord arbeidden, en anderen die alleen tot de regering der gemeente gebruikt werden, gelijk die ook voorstanders of regeerders worden genaamd, Rom. 12:8. 1 Kor. 12:28, en elders. Want dat sommigen dit alzo willen uitleggen, dat degenen die zich boven anderen wel kweten en naarstig waren in hun dienst met moeite en groten arbeid, verstaan zouden worden door de woorden arbeiden in het Woord, is ongegrond, dewijl Paulus zulke leraars die zich niet geheel wel kweten, of slapper waren in hun dienst dan anderen, nooit heeft geprezen, noch gezegd dat zij wel regeren, veelmin dat zij dubbele eer waardig waren.
De diakenen worden in de meeste gevallen niet tot de kerkenraad gerekend in de D.K.O. enkel in artikel 38 wanneer het getal van de kerkenraad zeer klein is.
In de situatie die jij nu schets is de kerk klein. Een volk leiden zonder zelf enige kennis aan Christus te hebben is onwenselijk. Ook is het onwenselijk om meer diakenen te hebben dan ouderlingen. Diakenen mogen hulpouderling zijn( meegaan op huisbezoek / afgevaardigd naar een classis / tuchtzaken mee beslissen / attest verlenen. Echter moet wel worden bedacht dat het tot de taak van de ouderlingen behoort om over tucht- en leerzaken te besluiten en dat daarom aan het oordeel van de ouderlingen groot gewicht moet worden toegekend. Dit alles wordt behandeld in toelichtingen op de D.K.O. Artikel 37,38,39
Terugkomend op de N.G.B. Artikel 30:
Artikel 30. Van de regering der kerk door kerkelijke ambten.
Wij geloven dat deze ware Kerk geregeerd moet worden naar de geestelijke politie*, die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woord; namelijk dat er dienaars of herders moet zijn, om Gods Woord te prediken en de sacramenten te bedienen; dat er ook opzieners en diakenen zijn, om met de herders te zijn als de raad der Kerk, en door dit middel de ware religie te onderhouden, en te maken dat de ware leer haar loop hebbe, dat ook de overtreders op geestelijke wijze gestraft worden en in den toom gehouden; opdat ook de armen en bedrukten geholpen en getroost worden, naar dat zij van node hebben. Door dit middel zullen alle dingen in de Kerk wel en ordelijk toegaan, wanneer zulke personen verkoren worden die getrouw zijn, en naar den regel dien de heilige Paulus daarvan geeft in den brief aan Timótheüs.
* politie betekent hier regering.
In de Toelichting op de N.G.B. van de ds. de Gier wordt het volgende verhaalt:
Is er een grote behoefte aan predikanten, die van God geroepen en bekwaam gemaakt zijn, niet minder is dat het geval van de ouderlingen. Het is de geesteloze tijd van heden dat er in vele gemeenten ook groot gebrek is aan goede ouderlingen. Wat kan een godzalige ouderling, versierd met goede gaven van hoofd en hart, een steunpilaar in een gemeente zijn. .. Verder wordt Arnoldus van Rotterdam geciteerd met het volgende:
Code: Selecteer alles
Wat zijn ouderlingen? Zodanige mannen, die met godzaligheid en deftigheid de dienaren des Woords zijn toegevoegd tot behulpsels, tot bevordering van de opbouw en goede orde der kerk.
Verderop haalt hij(ds. De Gier) het volgende aan wat ook in deze discussie genoemd wordt en waarom ik dit dan ook citeer:
Niet alleen het ambt der ouderlingen is gewichtig maar ook het ambt der diakenen. Men is bij het stellen van de lijst voor diakenen sneller klaar dan de lijst voor ouderlingen. Doch afgezien dat niemand, of hij nu bakker, schoenmaker, tuinman is, het recht heeft om onbekeerd te zijn en onbekeerd te blijven, noemt het bevestigingsformulier van ouderlingen en diakenen als plichten ...... maar inzonderheid aan de huisgenoten des geloofs, ook: Behoudt de verborgenheid des geloofs in een reine consciëntie. Het is daarom noodzakelijk voor een kerkenraad ook bij het opstellen van de lijst van diakenen met de eis van de vreze des Heeren rekening te houden.
Conclusie:. In de GerGem zal de kerkenraad minstens uit 3 personen moeten bestaan. Lukt dit niet binnen een bepaalde tijd dan zal er gekeken worden of er de mogelijkheid is dat de gemeente onder een naburige gemeente kan vallen dit gebeurt door de classis. Indien dit niet lukt zal de gemeente worden opgeheven.
De classis zal eerst proberen om met ouderlingen van naburige gemeenten hulp te bieden in het ambtswerk. Maar als blijkt dat er geen nieuwe ambtsdragers zullen komen dan houd het op.
Antwoord op je vraag:
Zonder ouderlingen en geen hulp van dichtbijzijnde kerken. Tevens in het vooruitzicht geen zicht op een predikant of ouderling dan zal de gemeente worden opgeheven.