Re: Meditaties
Geplaatst: 29 apr 2016, 09:01
Gedenk aan koning Agag!
Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken.
1 Samuel 15:32b
Lezer, we horen Agag, de koning der Amalekieten hier jubelen. Wat is er gebeurd? Amalek was door Saul verslagen. Alle vijanden werden uitgeroeid. Maar ondanks het uitdrukkelijk gebod van de Heere had Saul Agag gespaard. Hij bleek deze vijand van God en Zijn volk zelfs vriendelijk gezind. De koning van Israël wilde barmhartiger zijn dan de God van Israël.
Voor koning Agag was het een onverwachte meevaller. Hij had de dood verdiend en de dood verwacht. Hij had de dood als her ware in de ogen gezien, en nu mocht hij toch blijven leven! Vol blijdschap en optimisme komt hij naar Samuël, de profeet. “Weeldelijk”, zo lezen we. Dat betekent waarschijnlijk dat hij welgemoed naar Samuel ging, op een statige manier, in koninklijke waardigheid. En voordat Samuel ook maar iets heeft kunnen zeggen, juicht Agag al: “Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken”. Met andere woorden: het levensgevaar is geweken. Er staat: “Hij zeide”, dat wil zeggen dat hij het bij zichzelf zei of tegen de omstanders. Nu hij uit handen van die gewapende koning Saul verlost is, hoeft hij voor Samuel, die een man des vredes is, helemaal niet meer te vrezen. Wat een ontgoocheling volgt er.
Op het meest onverwachte moment wordt het doodvonnis aan hem voltrokken, want we lezen direct daarop: “Toen hieuw Samuel Agag in stukken voor het aangezicht des HEEREN te Gilgal.” Hij voltrekt het Goddelijk oordeel over de koning van Amalek. Dit is een uitzonderlijke executie omdat deze plaatsvond door een profeet. Het hanteren van het zwaard behoorde immers de rechtelijke macht toe.
Wat een waarschuwing voor ons! Deze man maakte een vreselijke vergissing die ook wij kunnen maken. We kunnen menen dat we behouden zijn. We kunnen denken bij onszelf en tegen de omstanders zeggen dat het met ons wel goed is op reis naar de rechterstoel van Christus. Maar als dat op losse gronden is, zal het een spinnekoppenhoop blijken te zijn! We kunnen onszelf door een mooie tekst of een gevoelige psalm die gezongen wordt, voorhouden dat we door ’s vijands zwaard niet zullen sterven, maar dat het wonder van Gods wederbarende genade in ons verheerlijkt is. We kunnen onszelf aanpraten: “Maar na de dood is het leven mij bereid” en toch met Agag (en duizenden van zijn navolgers) tot de ontdekking komen dat we te vroeg hebben gejuicht! Onverwacht en ongedacht zullen we moeten ingaan in de bitterheid van de eeuwige dood.
De dood is het loon op de zonde. De dood is geen lot, maar schuld. “Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven”, zo heeft het geklonken. De dood sterven betekent letterlijk stervende sterven. Wij zijn allemaal de geestelijke, de tijdelijke en de eeuwige dood onderworpen. Het is niet de vraag hoe dikwijks wij dit gehoord hebben, maar het is een levensvraag of u dit al bevindelijk hebt leren beamen. Hebt u door het werk van de Geest van Christus de bitterheid van de dood al leren kennen? Hebt u de bitterheid van de scheiding tussen God en uw ziel ingeleefd?
Wat zijn het onmisbare lessen op de genadeschool. We moeten ons eigen doodvonnis leren ondertekenen. We moeten verloren gaan om behouden te worden. O, wat een wonder, om als een gevonniste met de koorden der veroordeling om de hals de levende Zaligmaker te leren kennen in de ziel. Dan wijkt bij aanvang de bitterheid. In Hem is het leven en de onsterfelijkheid te vinden. Christus heeft de dood verslonden voor een volk dat zich midden in de dood liggend heeft leren kennen. In Hem wordt het recht ten leven weer geschonken aan al de Zijnen. Kent u die persoonlijke band met Hem, Die door Zijn opstanding de dood overwonnen heeft, opdat Hij ons de verworven gerechtigheid kon deelachtig maken?
Wat is de mens gelukkig die mag delen in deze genadeweldaden. Voor hen is het ook de zekere werkelijkheid dat de opstanding van Christus een zeker pand is van hun zalige opstanding. Dan zal eeuwig bejubeld en ervaren worden: “Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken.”
Hoe staat het met de troostrijke geloofswetenschap van deze zaken? Vandaag is het nog genadetijd. Gedenk aan koning Agag!
Ds. M. Karens
Uit: KERKBODE van de Gereformeerde Gemeenten te Rijssen
Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken.
1 Samuel 15:32b
Lezer, we horen Agag, de koning der Amalekieten hier jubelen. Wat is er gebeurd? Amalek was door Saul verslagen. Alle vijanden werden uitgeroeid. Maar ondanks het uitdrukkelijk gebod van de Heere had Saul Agag gespaard. Hij bleek deze vijand van God en Zijn volk zelfs vriendelijk gezind. De koning van Israël wilde barmhartiger zijn dan de God van Israël.
Voor koning Agag was het een onverwachte meevaller. Hij had de dood verdiend en de dood verwacht. Hij had de dood als her ware in de ogen gezien, en nu mocht hij toch blijven leven! Vol blijdschap en optimisme komt hij naar Samuël, de profeet. “Weeldelijk”, zo lezen we. Dat betekent waarschijnlijk dat hij welgemoed naar Samuel ging, op een statige manier, in koninklijke waardigheid. En voordat Samuel ook maar iets heeft kunnen zeggen, juicht Agag al: “Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken”. Met andere woorden: het levensgevaar is geweken. Er staat: “Hij zeide”, dat wil zeggen dat hij het bij zichzelf zei of tegen de omstanders. Nu hij uit handen van die gewapende koning Saul verlost is, hoeft hij voor Samuel, die een man des vredes is, helemaal niet meer te vrezen. Wat een ontgoocheling volgt er.
Op het meest onverwachte moment wordt het doodvonnis aan hem voltrokken, want we lezen direct daarop: “Toen hieuw Samuel Agag in stukken voor het aangezicht des HEEREN te Gilgal.” Hij voltrekt het Goddelijk oordeel over de koning van Amalek. Dit is een uitzonderlijke executie omdat deze plaatsvond door een profeet. Het hanteren van het zwaard behoorde immers de rechtelijke macht toe.
Wat een waarschuwing voor ons! Deze man maakte een vreselijke vergissing die ook wij kunnen maken. We kunnen menen dat we behouden zijn. We kunnen denken bij onszelf en tegen de omstanders zeggen dat het met ons wel goed is op reis naar de rechterstoel van Christus. Maar als dat op losse gronden is, zal het een spinnekoppenhoop blijken te zijn! We kunnen onszelf door een mooie tekst of een gevoelige psalm die gezongen wordt, voorhouden dat we door ’s vijands zwaard niet zullen sterven, maar dat het wonder van Gods wederbarende genade in ons verheerlijkt is. We kunnen onszelf aanpraten: “Maar na de dood is het leven mij bereid” en toch met Agag (en duizenden van zijn navolgers) tot de ontdekking komen dat we te vroeg hebben gejuicht! Onverwacht en ongedacht zullen we moeten ingaan in de bitterheid van de eeuwige dood.
De dood is het loon op de zonde. De dood is geen lot, maar schuld. “Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven”, zo heeft het geklonken. De dood sterven betekent letterlijk stervende sterven. Wij zijn allemaal de geestelijke, de tijdelijke en de eeuwige dood onderworpen. Het is niet de vraag hoe dikwijks wij dit gehoord hebben, maar het is een levensvraag of u dit al bevindelijk hebt leren beamen. Hebt u door het werk van de Geest van Christus de bitterheid van de dood al leren kennen? Hebt u de bitterheid van de scheiding tussen God en uw ziel ingeleefd?
Wat zijn het onmisbare lessen op de genadeschool. We moeten ons eigen doodvonnis leren ondertekenen. We moeten verloren gaan om behouden te worden. O, wat een wonder, om als een gevonniste met de koorden der veroordeling om de hals de levende Zaligmaker te leren kennen in de ziel. Dan wijkt bij aanvang de bitterheid. In Hem is het leven en de onsterfelijkheid te vinden. Christus heeft de dood verslonden voor een volk dat zich midden in de dood liggend heeft leren kennen. In Hem wordt het recht ten leven weer geschonken aan al de Zijnen. Kent u die persoonlijke band met Hem, Die door Zijn opstanding de dood overwonnen heeft, opdat Hij ons de verworven gerechtigheid kon deelachtig maken?
Wat is de mens gelukkig die mag delen in deze genadeweldaden. Voor hen is het ook de zekere werkelijkheid dat de opstanding van Christus een zeker pand is van hun zalige opstanding. Dan zal eeuwig bejubeld en ervaren worden: “Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken.”
Hoe staat het met de troostrijke geloofswetenschap van deze zaken? Vandaag is het nog genadetijd. Gedenk aan koning Agag!
Ds. M. Karens
Uit: KERKBODE van de Gereformeerde Gemeenten te Rijssen