Excuses dan begrijpen we elkaar misschien verkeerd. Ik bedoel dat deze kennis wel in beginsel aanwezig is in iemand die wederom geboren is. De zekerheid daarvan kan echter verschillen. Een wederom geboren mens kent dit in beginsel, maar kan de zekerheid hiervan missen. U leek te suggereren dat dit niet zo was.Tiberius schreef:Dat zeg ik toch niet? Ik heb het over wat de mens weet; daar vroeg je tenslotte ook naar. Dan moet je er nu geen andere vraag onder schuiven.Ireneüs van Lyon schreef:Precies, anders zou men wederom geboren kunnen zijn, zonder een geloof in Christus. Dat is niet naar de Schrift!
Maar dat is off-topic. Hier weer terug naar de vraag van de topicstarter, als je ergens anders over wil discussiëren, open je maar een nieuw topic.
Bedekte schuld en vergeven schuld
- Ireneüs van Lyon
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 18 jan 2013, 12:34
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Wij zouden op geen andere wijze de mysteries van God kunnen leren kennen dan door de Menswording van onze Meester, het Woord. Geen ander dan zijn Woord was immers in staat de mysteries van de Vader te openbaren, want wie anders kende de gedachte van de Heere of wie anders is zijn raadsman geweest?
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Klopt, inderdaad.Ireneüs van Lyon schreef:Excuses dan begrijpen we elkaar misschien verkeerd. Ik bedoel dat deze kennis wel in beginsel aanwezig is in iemand die wederom geboren is. De zekerheid daarvan kan echter verschillen. Een wederom geboren mens kent dit in beginsel, maar kan de zekerheid hiervan missen. U leek te suggereren dat dit niet zo was.Tiberius schreef:Dat zeg ik toch niet? Ik heb het over wat de mens weet; daar vroeg je tenslotte ook naar. Dan moet je er nu geen andere vraag onder schuiven.Ireneüs van Lyon schreef:Precies, anders zou men wederom geboren kunnen zijn, zonder een geloof in Christus. Dat is niet naar de Schrift!
Maar dat is off-topic. Hier weer terug naar de vraag van de topicstarter, als je ergens anders over wil discussiëren, open je maar een nieuw topic.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Een wedergeboren mens gaat zich afkeren van de zonden en verlangen/zoeken naar God.Ireneüs van Lyon schreef:Waar baseert u dit laatste antwoord op? Ik meen dat de zondaar in de wedergeboorte door het geloof verbonden wordt aan Christus. Dat geloof zal er hoe klein ook, toch moeten zijn, al is het bij ogenblikken.
Het begint niet direct met de zekerheid van vergeving van zonden.
Ik denk dat "een bedekte schuld is nog geen vergeven schuld" vooral in de beleving van de mens is.
En dat veel kinderen van God hier iets van kennen (maar niet iedereen).
Je kan bijvoorbeeld van de verandering in je leven een grond maken.
Je denkt dat het in orde is met God omdat je zoveel verlangen en liefde gekregen hebt naar God en Zijn Woord.
Je voelt je gelukkig en het voelt dan alsof je zonden vergeven/bedekt zijn.
Maar als het gevoel van verlangen en liefde naar God weg is kom je er achter dat je helemaal geen grond hebt om te geloven dat je zonden vergeven zijn.
Je kent Christus helemaal niet en je kunt het niet meer doen met de veranderingen in je leven.
De zondeschuld staat nog steeds tussen jou en God in.
Je moet Christus kennen als je Zaligmaker, dat wordt de enige grond waarop je kan bouwen en niet je verlangens en gevoelens.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Waar kun je dat lezen in de bijbel?Panny schreef:Een wedergeboren mens gaat zich afkeren van de zonden en verlangen/zoeken naar God.Ireneüs van Lyon schreef:Waar baseert u dit laatste antwoord op? Ik meen dat de zondaar in de wedergeboorte door het geloof verbonden wordt aan Christus. Dat geloof zal er hoe klein ook, toch moeten zijn, al is het bij ogenblikken.
Het begint niet direct met de zekerheid van vergeving van zonden.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Zie andere topics waar dit al uitgebreid besproken is.
Verder hier on-topic.
Verder hier on-topic.
- Ireneüs van Lyon
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 18 jan 2013, 12:34
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Panny schreef:Een wedergeboren mens gaat zich afkeren van de zonden en verlangen/zoeken naar God.Ireneüs van Lyon schreef:Waar baseert u dit laatste antwoord op? Ik meen dat de zondaar in de wedergeboorte door het geloof verbonden wordt aan Christus. Dat geloof zal er hoe klein ook, toch moeten zijn, al is het bij ogenblikken.
Het begint niet direct met de zekerheid van vergeving van zonden
Dat zeg ik ook niet. Al kent iemand die wederom geboren is er wel een beginsel van die schuld overnemende Borg.
Je kent Christus helemaal niet
Dat kun je dus niet zeggen. Je kunt niet zeggen, dat iemand wederom geboren is en Christus niet kent. Iedere wedergeborene heeft kennis aan een aandeel in Christus, hoe klein dat geloof ook is. Meer zekerheid kan de Heere inderdaad schenken, maar een beginsel is er anders kun je niet spreken van een wedergeboorte.
Wij zouden op geen andere wijze de mysteries van God kunnen leren kennen dan door de Menswording van onze Meester, het Woord. Geen ander dan zijn Woord was immers in staat de mysteries van de Vader te openbaren, want wie anders kende de gedachte van de Heere of wie anders is zijn raadsman geweest?
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5214
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Inhoud van het geloof is Christus, neem Christus weg en het geloof is weg. zei Ds. J.W. Kersten al zo kernachtig.
Daarom zeg ik:
De gelovige wordt opgeroepen om Gods woord te geloven en niet zijn gevoel te volgen.
Gods woord zegt: Wie geloof heeft vergeving van zonden en diens schuld is bedekt.
Wie gelooft heeft deel aan al de weldaden van Christus. Dat een gelovige daar geen zicht op heeft kan komen door klein geloof en ongeloof beide zonde. Maar wie gelooft die heeft het !
Vergeving is geen nadere weldaad of zoiets, nee iedere gelovige is verbonden met Christus, en heeft deel aan Zijn weldaden, zoals vergeving van zonde en uitdelging van zijn schuld.
Daarom zeg ik:
De gelovige wordt opgeroepen om Gods woord te geloven en niet zijn gevoel te volgen.
Gods woord zegt: Wie geloof heeft vergeving van zonden en diens schuld is bedekt.
Wie gelooft heeft deel aan al de weldaden van Christus. Dat een gelovige daar geen zicht op heeft kan komen door klein geloof en ongeloof beide zonde. Maar wie gelooft die heeft het !
Vergeving is geen nadere weldaad of zoiets, nee iedere gelovige is verbonden met Christus, en heeft deel aan Zijn weldaden, zoals vergeving van zonde en uitdelging van zijn schuld.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Is klein geloof zonde??
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
In 1972 was het ook al een zaak waar men weinig meer van hoorde. In De Wachter Sions werd op een vraag van een lezer ingegaan in de rubriek "Antwoord per brief" van ds. F. Mallan.
Ik laat hier het hele stukje even volgen. Geen losse citaten, dan zien we meteen de context waarin hij het schreef:
Geachte heer X.
Volgens uw schrijven stelt u de beantwoording der brieven in ons blad zeer op prijs. Daar ben ik verblijd mee en dat strekt mij tot verwondering. Bij de uitbreiding van ons blad rijpte bij mij ineens de gedachte om voortaan op deze wijze de vragen te beantwoorden. En dit heeft aftrek gevonden, want ik heb al een heel stapeltje brieven liggen.
De vragenstellers willen daar misschien wel rekening mee houden ? Ik bedoel daarmee niet, dat men voorlopig maar niet meer moet schrijven, maar dat men even geduld moet hebben met het wachten op antwoord. Het is voor mij wel aangenaam zelfs, als de brieven regelmatig binnenkomen, want dat geeft mij stof tot overdenking over verschillende onderwerpen en ook gevoel ik daardoor veelmeer een band met de lezerskring dan ooit tevoren.
Zo heb ik ook uw briefje met genoegen gelezen. U vraagt mijn gedachte over allerlei uitdrukkingen die men thans zoveel gebruikt, ook in de prediking, als: keuze, omkering, geopenbaarde Christus, bedekte schuld, enz. Op de voorgrond hebt u me doen weten dat u deze uitdrukkingen niet veracht of verwerpt, als men ze goed gebruikt. We weten wel dat deze uitdrukkingen veel van de gezelschappen afkomstig zijn. Zo zijn er ook bepaalde opmerkingen van oude christenen, die vroeger veel gebruikt werden.
Ik wil daar eerst even wat over schrijven. Lange tijd heb ik zelf het gebruik van al die gestaafde uitdrukkingen van het oude volk in de prediking zoveel mogelijk gemeden. Waarom? Wel, dat zal straks vanzelf wel duidelijk worden als ik meer een direct antwoord zal gaan geven op uw vraag. Maar opdat men straks mijn antwoord ook niet verkeerd zal begrijpen, wil ik u thans eerst schrijven dat ik de uitdrukkingen die ik vroeger zoveel mogelijk heb gemeden, nu juist wat meer ga gebruiken.
Waarom ga ik die wat meer dan vroeger gebruiken? Wel, er groeit een geslacht op, dat die oude uitdrukkingen niet meer kent of verstaat. Er zijn haast geen gezelschappen meer zoals vroeger. Waar is de tijd gebleven, dat men als kind op een stoof zat te luisteren naar de gesprekken van Gods volk? Als ik daarover denk, dan kan ik wel wenen.
We hebben nu mooie huizen met centrale verwarming en gemakkelijke stoelen, met goede verlichting en al wat maar luxueus en modern te noemen is, maar het geestelijk leven wordt gemist. En nu gevoel ik de noodzakelijkheid ervan, om ook in de prediking de oude uitdrukkingen en opmerkingen van Gods volk weer wat meer te gebruiken, afgezien nog van het feit dat die uitdrukkingen voor mezelf ook nog steeds meer gehalte gaan krijgen. Men gaat immers steeds meer terugdenken aan dat geoefende volk van vroeger en aan die rake opmerkingen die dat volk kon doen. Maar voor onze jeugd is het ook wel goed, daar ze over het algemeen thuis toch ook zo weinig meer over het geestelijk leven horen, dat men met die „taal Kanaäns" ook nog weer eens wat meer eigen wordt gemaakt. En de waarheid van die rake opmerkingen van dat geoefende volk van vroeger, ziet men toch ook altijd maar weer bevestigd.
Uw schrijven heeft echter een ander doel. En daar wil ik nu wat meer op ingaan. U noemt bijvoorbeeld het geval, dat men erg voldaan onder een voorbereidingspredicatie vandaan komt, omdat de dominee zo laag afdaalde en de zielen zo liefelijk meenam in de keuze, ook nog met een beroep op het geval van Ruth op de grens van Moab. Heel duidelijk hebt u in uw schrijven doen uitkomen, dat u niets af wilt doen van het begin van het zuivere Godswerk, maar dat u niet erg gerust zit onder een, prediking waarin al dergelijke termen worden gebruikt, die slechts verraden dat men nog een zogenaamde bevindelijke prediking wil brengen, waar toch de echte bevinding niet in te vinden is.
U bent met de brieven van Th. van der Groe te rade gegaan. Nu, dan bent u wel in goede handen terechtgekomen. U hebt uit die brieven bemerkt, hoe V.d. Groe zeer liefdevol, maar toch scherp het onderscheid gedurig aangeeft tussen een algemene en een zaligmakende overtuiging. Waarde vriend, die brieven van V.d. Groe moesten de mensen maar eens wat meer gaan lezen. Ik heb dat al eerder geschreven. U hebt misschien wel gelezen in de krant, dat men nu in Amsterdam ook al zo'n museum heeft gekregen van wassen beelden, gelijk er ook al jaren één in Londen is. In zulk een museum kan men al de grote vooraanstaande mannen die er in de wereld geweest zijn en nog zijn, net zo sprekend voor u zien, alsof ze werkelijk levend voor u staan. ledere keer denkt u van zo'n beeld dat het leeft, maar het is dood. Zulke beelden kunnen u aan het nabijkomend christendom doen denken en ook aan al die predikanten die zo dichtbij komen.
Wat weet men toch alles goed te beredeneren! Maar daar is het nu juist ook een beredenerend christendom voor. Als het werkelijkheid wordt in ons leven wat die mensen zo goed weten te bepraten, dan houdt het redeneren op. Maar de meeste mensen hebben daar geen erg in. Men komt onder de indruk van de woorden die gebruikt worden en daarom denkt men dat men met het echte heeft te doen. We leven daarom ook in zo'n gevaarvolle tijd. Daar kan ik u heus nog niet alles over schrijven wat er op mijn hart ligt. Maar ik wil u wel onder het oog brengen, dat men het nabijkomend christendom niet zover behoeft te zoeken. De dominees die tegenwoordig op pad gaan, zijn meest mensen met talent. Aan spreekgaven ontbreekt het niet. En dan heeft men verder de gangbare uitdrukkingen van Gods volk uit vroeger tijd nog tot zijn beschikking, dus dat doet ook nog gemakkelijker praten.
Nu wordt het misschien ook wel duidelijk, waarom ik het gebruik van vele uitdrukkingen lange tijd gemeden heb. Niet omdat ik zelf niet voor zo'n naprater door wilde gaan, want och, ik moet mezelf er ook van beschuldigen dat ik me veeltijds met de woorden help, zonder dat de zaken op het moment aanwezig zijn. Maar ik heb het gevaar gezien van al dat redeneren met het gebruik van vaste termen en uitdrukkingen. Men kan tegenwoordig op vele plaatsen komen, waar men net als Bunyan zich op de betoverde grond bevindt. De meesten hebben er geen erg in dat ze op de betoverde grond zijn. U schijnt het nog aan te voelen. En u bemerkt ook nog wel dat men op die betoverde grond met allerlei bepaalde waarheden de mensen wat in de zak steekt, want daar is het tenslotte toch om begonnen. Het wemelt op het ogenblik in Nederland van mensen met een Ruthskeuze, maar de vrucht openbaart het wel dat het hart nog in Moab zit. En de losser „nader dan Boaz" heeft ze nog nooit in verlegenheid gelaten. Onlangs heb ik nog geschreven over Ruth, dus daarom zal ik daar nu niet meer op terugkomen.
Waarde vriend, ik kan u maar één raad geven: Lees naast Gods Woord veel de zuivere oude geschriften en vraag of God die wil zegenen aan uw hart. Het is een zeer benauwde tijd in alle opzichten. Er zal wat hout, hooi en stoppelen in die grote dag verbranden. Het ontbreekt niet aan mensen die roepen: „Heere, Heere!" Maar we zullen door Gods genade in waarheid op het fundament gebouwd moeten zijn. Daarom komt het altijd maar weer op een nauw zelfonderzoek aan. Als ik alles moest gaan noemen wat ik verdacht houd in deze tijd, dan zou er nog veel meer vijandschap tegen me ontbranden dan tot nog toe het geval geweest is. En dan blijven de beschuldigingen niet uit van dat men alleen maar het goede van zichzelf denkt en overal boven staat. Maar het is de Heere alleen bekend, hoe het de ziel in de engte kan brengen. En toch vriend, ik kan nu eenmaal geen geloof opbrengen voor al wat zich als geloofwaardig aandient in deze tijd.
Het ontbreekt niet aan gevoelswerk en ook niet aan gewichtigdoenerij onder een schijn van godzaligheid en ook niet aan een geredeneer vanuit de hoogte, waarbij men dan zeer zakelijk wil zijn. Verwarde geesten zijn er ook genoeg onder de godsdienst. Maar de zomervruchten zijn ingezameld. Met een wenend hart moet ik gedurig maar terugdenken aan die echte christenen, die uit de gangen Gods wisten te spreken en mijn ziel tot onderwijs en vertroosting zijn geweest. Hoe ouder men wordt, hoe smaller het pad. Men ziet veel wegvallen en veel geveinsdheid openbaar komen. En zelf houdt men ook steeds minder over.
Terwijl ik dit schrijf, heb ik juist de bede uit het gebed des Heeren weer behandeld: „En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Ik moest na de dienst zo denken bij mezelf: met dat gebedje is het begonnen toen God mijn schuld ontdekte en het zal ook wel mijn laatste gebedje zijn.
Toen lag daar toch nog ademtocht voor me in. Ik kreeg er zelfs nog zin in om als een schuldige bedelaar voor de poort te liggen. Er is toch geen beter plekje. En dan wordt het een persoonlijke zaak: „O God, wees mij, zondaar genadig!"
Er zal niet anders overschieten. Dan houdt verder al het redeneren op. Maar ik mocht toch geloven, dat dit God alleen maar behagen kan. Dan schiet er voor een arme zondaar niet anders dan de grondslag van vrije genade over.
Alles wat we minder hebben is te kort, en alles wat we meer hebben is te veel. Ik eindig met vriendelijke groeten, u Gode bevelend.
Ik laat hier het hele stukje even volgen. Geen losse citaten, dan zien we meteen de context waarin hij het schreef:
Geachte heer X.
Volgens uw schrijven stelt u de beantwoording der brieven in ons blad zeer op prijs. Daar ben ik verblijd mee en dat strekt mij tot verwondering. Bij de uitbreiding van ons blad rijpte bij mij ineens de gedachte om voortaan op deze wijze de vragen te beantwoorden. En dit heeft aftrek gevonden, want ik heb al een heel stapeltje brieven liggen.
De vragenstellers willen daar misschien wel rekening mee houden ? Ik bedoel daarmee niet, dat men voorlopig maar niet meer moet schrijven, maar dat men even geduld moet hebben met het wachten op antwoord. Het is voor mij wel aangenaam zelfs, als de brieven regelmatig binnenkomen, want dat geeft mij stof tot overdenking over verschillende onderwerpen en ook gevoel ik daardoor veelmeer een band met de lezerskring dan ooit tevoren.
Zo heb ik ook uw briefje met genoegen gelezen. U vraagt mijn gedachte over allerlei uitdrukkingen die men thans zoveel gebruikt, ook in de prediking, als: keuze, omkering, geopenbaarde Christus, bedekte schuld, enz. Op de voorgrond hebt u me doen weten dat u deze uitdrukkingen niet veracht of verwerpt, als men ze goed gebruikt. We weten wel dat deze uitdrukkingen veel van de gezelschappen afkomstig zijn. Zo zijn er ook bepaalde opmerkingen van oude christenen, die vroeger veel gebruikt werden.
Ik wil daar eerst even wat over schrijven. Lange tijd heb ik zelf het gebruik van al die gestaafde uitdrukkingen van het oude volk in de prediking zoveel mogelijk gemeden. Waarom? Wel, dat zal straks vanzelf wel duidelijk worden als ik meer een direct antwoord zal gaan geven op uw vraag. Maar opdat men straks mijn antwoord ook niet verkeerd zal begrijpen, wil ik u thans eerst schrijven dat ik de uitdrukkingen die ik vroeger zoveel mogelijk heb gemeden, nu juist wat meer ga gebruiken.
Waarom ga ik die wat meer dan vroeger gebruiken? Wel, er groeit een geslacht op, dat die oude uitdrukkingen niet meer kent of verstaat. Er zijn haast geen gezelschappen meer zoals vroeger. Waar is de tijd gebleven, dat men als kind op een stoof zat te luisteren naar de gesprekken van Gods volk? Als ik daarover denk, dan kan ik wel wenen.
We hebben nu mooie huizen met centrale verwarming en gemakkelijke stoelen, met goede verlichting en al wat maar luxueus en modern te noemen is, maar het geestelijk leven wordt gemist. En nu gevoel ik de noodzakelijkheid ervan, om ook in de prediking de oude uitdrukkingen en opmerkingen van Gods volk weer wat meer te gebruiken, afgezien nog van het feit dat die uitdrukkingen voor mezelf ook nog steeds meer gehalte gaan krijgen. Men gaat immers steeds meer terugdenken aan dat geoefende volk van vroeger en aan die rake opmerkingen die dat volk kon doen. Maar voor onze jeugd is het ook wel goed, daar ze over het algemeen thuis toch ook zo weinig meer over het geestelijk leven horen, dat men met die „taal Kanaäns" ook nog weer eens wat meer eigen wordt gemaakt. En de waarheid van die rake opmerkingen van dat geoefende volk van vroeger, ziet men toch ook altijd maar weer bevestigd.
Uw schrijven heeft echter een ander doel. En daar wil ik nu wat meer op ingaan. U noemt bijvoorbeeld het geval, dat men erg voldaan onder een voorbereidingspredicatie vandaan komt, omdat de dominee zo laag afdaalde en de zielen zo liefelijk meenam in de keuze, ook nog met een beroep op het geval van Ruth op de grens van Moab. Heel duidelijk hebt u in uw schrijven doen uitkomen, dat u niets af wilt doen van het begin van het zuivere Godswerk, maar dat u niet erg gerust zit onder een, prediking waarin al dergelijke termen worden gebruikt, die slechts verraden dat men nog een zogenaamde bevindelijke prediking wil brengen, waar toch de echte bevinding niet in te vinden is.
U bent met de brieven van Th. van der Groe te rade gegaan. Nu, dan bent u wel in goede handen terechtgekomen. U hebt uit die brieven bemerkt, hoe V.d. Groe zeer liefdevol, maar toch scherp het onderscheid gedurig aangeeft tussen een algemene en een zaligmakende overtuiging. Waarde vriend, die brieven van V.d. Groe moesten de mensen maar eens wat meer gaan lezen. Ik heb dat al eerder geschreven. U hebt misschien wel gelezen in de krant, dat men nu in Amsterdam ook al zo'n museum heeft gekregen van wassen beelden, gelijk er ook al jaren één in Londen is. In zulk een museum kan men al de grote vooraanstaande mannen die er in de wereld geweest zijn en nog zijn, net zo sprekend voor u zien, alsof ze werkelijk levend voor u staan. ledere keer denkt u van zo'n beeld dat het leeft, maar het is dood. Zulke beelden kunnen u aan het nabijkomend christendom doen denken en ook aan al die predikanten die zo dichtbij komen.
Wat weet men toch alles goed te beredeneren! Maar daar is het nu juist ook een beredenerend christendom voor. Als het werkelijkheid wordt in ons leven wat die mensen zo goed weten te bepraten, dan houdt het redeneren op. Maar de meeste mensen hebben daar geen erg in. Men komt onder de indruk van de woorden die gebruikt worden en daarom denkt men dat men met het echte heeft te doen. We leven daarom ook in zo'n gevaarvolle tijd. Daar kan ik u heus nog niet alles over schrijven wat er op mijn hart ligt. Maar ik wil u wel onder het oog brengen, dat men het nabijkomend christendom niet zover behoeft te zoeken. De dominees die tegenwoordig op pad gaan, zijn meest mensen met talent. Aan spreekgaven ontbreekt het niet. En dan heeft men verder de gangbare uitdrukkingen van Gods volk uit vroeger tijd nog tot zijn beschikking, dus dat doet ook nog gemakkelijker praten.
Nu wordt het misschien ook wel duidelijk, waarom ik het gebruik van vele uitdrukkingen lange tijd gemeden heb. Niet omdat ik zelf niet voor zo'n naprater door wilde gaan, want och, ik moet mezelf er ook van beschuldigen dat ik me veeltijds met de woorden help, zonder dat de zaken op het moment aanwezig zijn. Maar ik heb het gevaar gezien van al dat redeneren met het gebruik van vaste termen en uitdrukkingen. Men kan tegenwoordig op vele plaatsen komen, waar men net als Bunyan zich op de betoverde grond bevindt. De meesten hebben er geen erg in dat ze op de betoverde grond zijn. U schijnt het nog aan te voelen. En u bemerkt ook nog wel dat men op die betoverde grond met allerlei bepaalde waarheden de mensen wat in de zak steekt, want daar is het tenslotte toch om begonnen. Het wemelt op het ogenblik in Nederland van mensen met een Ruthskeuze, maar de vrucht openbaart het wel dat het hart nog in Moab zit. En de losser „nader dan Boaz" heeft ze nog nooit in verlegenheid gelaten. Onlangs heb ik nog geschreven over Ruth, dus daarom zal ik daar nu niet meer op terugkomen.
Waarde vriend, ik kan u maar één raad geven: Lees naast Gods Woord veel de zuivere oude geschriften en vraag of God die wil zegenen aan uw hart. Het is een zeer benauwde tijd in alle opzichten. Er zal wat hout, hooi en stoppelen in die grote dag verbranden. Het ontbreekt niet aan mensen die roepen: „Heere, Heere!" Maar we zullen door Gods genade in waarheid op het fundament gebouwd moeten zijn. Daarom komt het altijd maar weer op een nauw zelfonderzoek aan. Als ik alles moest gaan noemen wat ik verdacht houd in deze tijd, dan zou er nog veel meer vijandschap tegen me ontbranden dan tot nog toe het geval geweest is. En dan blijven de beschuldigingen niet uit van dat men alleen maar het goede van zichzelf denkt en overal boven staat. Maar het is de Heere alleen bekend, hoe het de ziel in de engte kan brengen. En toch vriend, ik kan nu eenmaal geen geloof opbrengen voor al wat zich als geloofwaardig aandient in deze tijd.
Het ontbreekt niet aan gevoelswerk en ook niet aan gewichtigdoenerij onder een schijn van godzaligheid en ook niet aan een geredeneer vanuit de hoogte, waarbij men dan zeer zakelijk wil zijn. Verwarde geesten zijn er ook genoeg onder de godsdienst. Maar de zomervruchten zijn ingezameld. Met een wenend hart moet ik gedurig maar terugdenken aan die echte christenen, die uit de gangen Gods wisten te spreken en mijn ziel tot onderwijs en vertroosting zijn geweest. Hoe ouder men wordt, hoe smaller het pad. Men ziet veel wegvallen en veel geveinsdheid openbaar komen. En zelf houdt men ook steeds minder over.
Terwijl ik dit schrijf, heb ik juist de bede uit het gebed des Heeren weer behandeld: „En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Ik moest na de dienst zo denken bij mezelf: met dat gebedje is het begonnen toen God mijn schuld ontdekte en het zal ook wel mijn laatste gebedje zijn.
Toen lag daar toch nog ademtocht voor me in. Ik kreeg er zelfs nog zin in om als een schuldige bedelaar voor de poort te liggen. Er is toch geen beter plekje. En dan wordt het een persoonlijke zaak: „O God, wees mij, zondaar genadig!"
Er zal niet anders overschieten. Dan houdt verder al het redeneren op. Maar ik mocht toch geloven, dat dit God alleen maar behagen kan. Dan schiet er voor een arme zondaar niet anders dan de grondslag van vrije genade over.
Alles wat we minder hebben is te kort, en alles wat we meer hebben is te veel. Ik eindig met vriendelijke groeten, u Gode bevelend.
Laatst gewijzigd door -DIA- op 04 jan 2016, 14:21, 1 keer totaal gewijzigd.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5214
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Christus bestraft Petrus: Matth14v31eilander schreef:Is klein geloof zonde??
Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld (of "getwijfeld" aldus de KT)?
Niet te min: "De zwakste gelovige is op de weg naar de hemel"
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Komt er nog een vervolg, DIA? Want een echte uitleg zit hier niet in, al is het wel een mooi stukje.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Ik heb verschillende stukjes waar dit onderwerp ter sprake komt. Ik wil we uitzoeken welke ik het beste kan plaatsen.eilander schreef:Komt er nog een vervolg, DIA? Want een echte uitleg zit hier niet in, al is het wel een mooi stukje.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentieke - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Laatst gewijzigd door Afgewezen op 04 jan 2016, 15:39, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Hier ben ik het van harte mee eens!Afgewezen schreef:Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentiek - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Bedekt door het bloed... het doet me denken aan een preek uit 2008 van Ds de Butter. Gelukkig heb ik de aantekeningen nog.
Hebr. 12: 18-29
De Middelaar van het N.T.; Jezus Christus en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.
Beseffen we het voorrecht dat we ook vandaag het Evangelie horen?
Stel…je leefde in de tijd van het volk Israël voor de Sinaï. Het was een bevoorrecht volk; de Heere had hun geroep gehoord en hen verlost uit het diensthuis; door de rode zee geleid en nu op weg naar Kanaän. Mara, Elim, water, manna…water uit de rotssteen; verlost van Amelek….bevoorrecht volk!
Maar bij de Sinaï blijkt de grote afstand die er is tussen God en het volk. Mozes moest de berg afbakenen; mens noch dier mocht de berg aanraken. Bliksem en donder. Zelfs Mozes, Middelaar OT was bevreesd. Het volk mocht zomaar niet naar God. Er moest iets tussen.
Stel je voor dat we niet meer hadden dan dat. De Hebreeën wilden terug naar die tijd van het OT. Ze vonden het NT een verarming; het was niet zichtbaar meer; geen ceremonieën. De dienst van de schaduwen leek zoveel mooier. Maar er school een groot gevaar: ze wilden terug naar het werkverbond.
De schrijver (Paulus?) vergelijkt toen met nu; nu veel rijker! Niet tot de tastelijke berg met alle verschrikkingen. Maar hij noemt de vele voorrechten en zegeningen boven de tijd van het OT. Toen van verre de belofte omhelzen; nu meerdere rijkdom. Er is een Middelaar tussen God en de mensen. De Middelaar van het NT; Niet Mozes, maar Jezus. En het geheim van Jezus als Middelaar - Zijn bloed. ; het bloed der besprenging. Daar zijn geen genoegzame woorden voor om dat uit te drukken wat dat bloed inhoudt. Onmetelijke hoogten, onmetelijke diepten…
Maar met de mogelijkheden die God geeft en met de hulp van de Heilige Geest toch de tekst overdenken. Jezus, de Middelaar van het NT. Het bloed van Jezus, het bloed der besprenging. Dat bloed dat betere dingen spreekt; krachtiger is dan het bloed van Abel.
We leven in de lijdenstijd. We overdenken Jezus’ lijdensweg. Het werk dat Hij gedaan heeft om de gerechtigheid Gods te vervullen. Om zaligheid te verwerven.
Iedereen zag wel wát in Jezus. Een sociale hervormer. Een idealist. Een groot profeet. Een revolutionair. Maar je zit er altijd naast als je Hem niet ziet met Zijn bloed.
Als Jezus; met het bloed der besprenging.. Als Lam van God dat geslacht moest worden. Als Heiland met Zijn bloed.
Paulus heeft Jezus Christus uitgeschilderd. Gethsemané; Golgotha. Hem uitgebeeld. Dát is Hij! Zie je Hem? Gebogen in Gethsemané? Als een worm en geen man…? Bezweet met dropplen bloed? Op Gabbatha met Zijn doornenkroon…Als spotkoning!Zie de Mens! De Middelaar met Zijn bloed… Hij wenste niets anders te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd. En dat is ook het enige evangelie! Dat heeft baat voor zondaren. Ze moeten horen van een Zaligmaker, een Borg, een Plaatsbekleder tot de dood toe. Hij betaalt het rantsoen voor velen. Daar is de apostel van overtuigd. Ik mág geen andere boodschap brengen. Het bloed van Jezus laten druppen in de gemeente. Waarom? Wat is dat dan voor bloed? De schrijver maakt de vergelijking met Genesis 4. De geschiedenis van kaïn en Abel. Twee altaren. Twee broers. Twee offers. Verschillende offers. Kaïn bracht van het land; Abel van de dieren. Er was verschil in gezindheid. Kaïn deed het uit gewoonte; gehoorzaamheid; zónder zijn hart; zonder noodzaak; zonder verootmoediging, verbrijzeling en schuld belijden.
Abel had gezien wie hij was. Het offer was noodzakelijk voor zijn zonden.
Het offer van Kaïn werd niet aangenomen. Hij werd boos en afgunstig. Waarom Abels wel? De Heere waarschuwt Kaïn. Je moet over je boosheid heersen. Maar er komt ruzie en Kaïn slaat met opgeheven vuist Abel dood. Het bloed kleurde de aarde rood. Kaïn vluchtte van die plek; maar kon niet vluchten van het bloed. Het achtervolgde hem. Het sprak in zijn geweten. Vergoten bloed heeft een stem! Het blijft om wraak eisen. Rusteloos. Het bloed roept van de aardbodem. God heeft het gehoord. Het bloed roept om wraak; vergelding. De doodslager moet zwijgen!
De schrijver maakt een vergelijk tussen het bloed van Abel en het bloed van Jezus.
Abel was een zachtmoedig mens, toegewijd; liefde tot God Zijn Schepper (beeld van Jezus)
Kaïn reageerde net als de Joden op Jezus deden. Met nijd en afgunst; in zelfgenoegzaamheid en haat.
Jezus geeft Zichzelf. Hij heeft Zichzelf er voor over. Als offer aan God.
De Joden offerden ook, maar op een verkeerde manier. Verkeerde gezindheid (als Kaïn). Ze merken het en ze staan met opgeheven hand! Hij moet dood! Kruist Hem!
Zijn bloed kleurt de aarde rood. De stem van het bloed roept! Zelfde roep als van Abel? Wraak!! Vergelding!! “Vader, vergeef het ze nooit!!! Ze hebben Mijn bloed verworpen! Aarde bedek Mijn bloed niet! Ze hebben Mij gedood, Mij, de Zoon van God!!”
Is dat de stem van het bloed van Jezus? God zal het horen! Vergelden….
Maar nee!! Zo klinkt de stem van Jezus’ bloed niet. Het roept niet om wraak; hoewel verdiend! Het spreekt bétere dingen. “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen…” Het kéért de wraak af. Bétere dingen. Geen aanklagen. Niet oordelend maar tot behoud! Hij heeft de zaligheid van zondaren op het oog! Krachtiger dingen. Helder en duidelijker. Een stem die om genade vraagt. Om vergiffenis!
Kunt u dit begrijpen? Er is maar een conclusie….
Het bloed van Jezus klaagt ons allen aan. Niet alleen de Joden. “’t En zijn de Joden niet; Heer’ Jesu die U kruisten…”Dat is waar! Ik ben het! Ik deed door al mijn zonden U al die jammren aan. Wij onder het oordeel. Het is geen onrecht als we verloren gaan. We zijn schuldig! Gods gramschap verdiend door het verwerpen van Jezus. Door het dichtstoppen van onze oren. We hebben God de rug toegekeerd. Zijn gramschap verdiend! Stemt u toe? Het bloed van Jezus Christus zou ons moeten veroordelen. Wraak! En toch…en tóch! Het wonder! Het spreekt van bétere dingen. De Heere is barmhartig en genadig! God is groot van goedertierenheid. Zijn bloed is de weg tot God. Dan kan Hij de zondaar in Zijn armen nemen. Het bloed nodigt. Lieflijk biedt het aan om met God verzoend te worden; te leven. Evangelie!
Hoe kom je eraan? Hoe krijg je er deel aan?
We horen van vrije genade; het bloed van vergeving. God heeft geen lust in de dood van de zondaar. Een voorrecht dat we die boodschap mogen horen! Maar wat werkt het uit? Zijn we gered? Geheiligd? Verlost? Tot God gebracht?
We moeten het bloed persoonlijk kennen!
Het bloed der besprenging…zo moeten wij het leren.
Wat betekent dat, bloed der besprenging?
Weer terug naar de Sinaï; het volk van Israël tijdens de wetgeving. Donder en bliksem. Schrik! Mozes al middelaar is opgeklommen en heeft gehoord wat hij doen moet.
Ex 24. Het moet bevestigd worden. 12 jonge ossen moeten geslacht worden. Gezonde, krachtige ossen, in de bloei van hun leven. Volmaakt; zonder gebrek. De helft van het bloed moet in bekkens, leeggegoten tegen het altaar. Voor God. De andere helft in bakken en die zijn voor het volk. Met volle handen moet Mozes het over het volk werpen. Daar staan ze…mannen, vrouwen, kinderen. Gezinnen… Het bloed bedekt hen. Op hun hoofden, hun lichamen. Het bloed bedekt hen; het bloed der besprenging. Ze horen nu bij God. Verbonden door het bloed. Zo kunnen ze verder.
Eerst was het alleen bloed aan de deurpost; dan ging de verderfengel voorbij. Nu niet meer aan de huizen maar aan de mensen zelf! Zélf onder het bloed. Door de Heere aangenomen als volk van Zijn keus. 12 jonge ossen; als symbool van ongebroken levenskracht. Er is leven in het bloed. Er is kracht in het bloed! Bloed over zondig leven. Levend bloed! Er was niets op aan te merken. Het bloed aan God gewijd werd door God aanvaard. De andere helft op het volk door de middelaar van het OT; Mozes.
Het bloed van Christus is de vervulling. Dat is de band tussen Christus en Zijn volk. Christus staat gereed.
Bij Zijn hemelvaart heeft Hij het aan God gewijd; het werd door God aanvaard en goedgekeurd. Het was een volmaakt offer; volmaakt bloed. Een reine heilige Zaligmaker. Is het zo goed Vader? En de Vader zei: zo is het goed!
Toen Christus als Mozes; het bloed der besprenging , het moet op u en mij terecht komen. Op onze ziel. Het moet de zwartheid van onze ziel bedekken. Onze onreinheid. We moeten God dienen met hart en verstand. Verstand – het bloed moet op ons hoofd. Met alle krachten – het bloed moet op onze handen. Hélemaal. Alle schuld en zonde…zóveel!! Ben je 10 jaar…dan heb je al 10 jaar gezondigd. Ben je al 20 jaar…30 jaar!! Hoge berg van zonden. Zwarte handen; vuile monden. Wat hebben je ogen al gezien…? Wat is dat bloed hard nodig!! Jij bent schuldig. Er is een grote kloof tussen jou en God. Buiten Jezus is geen leven! God is Rechter! Een verterend vuur! Als het bloed van Christus je niet bedekt ben je zelf verantwoordelijk! Buiten het bloed is er geen behoud! We horen vanmiddag de boodschap van Gods genade in Christus. Dat is het voorrecht van het Evangelie. Maar wat een verantwoordelijkheid!! Het is een voorrecht als we een zuiver Evangelie mogen horen. Maar wat doet het in je leven? Is het bloed voor jou al het bloed der besprenging? Dan staat de Heilige Geest met de schaal met bloed in Zijn handen voor je. En met Zijn hand sprengt Hij het bloed op je. Als je je schuld erkent en belijdt dan mag je het horen: Ik zal niet meer op je toornen en je schelden. Dan mag je het zingen: de Heer’ wild op mijn kermen, Zich over mij ontfermen.
Het bloed moet overal komen. Je hart en verstand en krachten Hem toegewijd. Maar je hoeft het niet zelf te doen. Hij is niet alleen de Middelaar van Verwerving van het heil, maar ook geeft hij de toepassing!
Het ligt klaar in de Heere Jezus. Je krijgt het toegediend zoals het volk het van Mozes toegediend kreeg, van de Middelaar. Ze hoefden het zelf niet te doen. Je hoeft het zelf niet te nemen. Je mag komen zoals je bent. Je overgeven aan Hem. Hij doet het ganse werk. Die Man zal niet rusten tot Hij het ganse werk voleindigd heeft. Zo wil en zal Hij het doen. Door Hem verbonden aan God. Gereinigd door het levenskrachtige bloed. Hij geeft het nieuwe leven door dat bloed. Zo krijgt de Heere Jezus betekenis. Je moet terecht komen bij de Middelaar van het NT. Je kunt niet te vaak horen van het bloed. Altijd maar meer horen van Zijn bloed.
Hij heeft een dure prijs betaald. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave!