Re: Gaat de kerkelijke kaart op de schop?
Geplaatst: 10 dec 2009, 20:07
Nog maar een post dan, het is lastig om echt te stoppen
Wat betreft de post van Zonderling: helemaal mee eens. Ik heb vanmiddag ook al een poging gedaan om aan te tonen dat het onderscheid tussen Evangeliebeloften voor allen en verbondsbeloften voor de uitverkorenen niet op de Schrift te gronden is. Dat onderscheid wordt ook alleen in de GG na 1950/1953 gemaakt, en heeft vooral te maken met het vinden van een theologische koers om de visies van zowel ds. Kok (alle beloften zijn voor alle hoorders) als dr. Steenblok (geen beloften voor onbekeerden) blijvend af te wijzen. Dit is letterlijk een tussenkoers tussen beiden, die - zoals Zonderling aangeeft - geen steun vindt in de oudvaders.
Verder heb ik het idee dat Afgewezen en Memento teveel langs elkaar praten. De visie van Memento op het verbond is in grote lijnen helemaal de mijne. Wat Memento benadrukt is dat onbekeerden die gedoopt zijn werkelijk verbondskind zijn, en daarom leven onder de aanbieding van de beloften. (Ik gebruik bewust niet de onderscheiding tussen wezen/bediening, omdat die onderscheiding niet direct vanuit de Schrift opkomt).
Ik ben het daarmee eens. Het gehele natuurlijke zaad van Abraham is in het verbond, lees inderdaad Calvijns commentaar op Gen. 17 nog maar eens. Aan hen komen de beloften toe, Petrus maakt het nadrukkelijk duidelijk op de Pinksterdag, Hand. 2:39. Dat hen de beloften toekomen noem ik de aanbieding van de beloften. Erskine spreekt over het recht van toegang tot de beloften. Inhoudelijk is dat hetzelfde. In ieder geval betekent dat niet dat er daarmee op zich sprake is van een zaligmakend deel aan de vervulling van de beloften. Daarvoor is wedergeboorte en waar geloof nodig.
Je ziet dat ook door het hele OT heen lopen! Wie zegt dat het onbekeerde en afkerige Israel niet in het verbond is, krijgt toch wel heel veel moeite met de exegese van het OT. Denk aan de profeten, die voortdurend het volk vanuit het verbond benaderen. (Hosea: beeld van het huwelijk). Kortom; zoals geheel Israel in het verbond was, zo is ook de gehele gedoopte gemeente in het verbond, onder de toezegging van Gods beloften. Inderdaad, precies zoals in het OT.
Maar ook in het NT vind je dit terug, zie 1 Kor. 7 bijv. Wel denk ik dat het accent in het NT sterker valt op de noodzaak van het geloof in Christus, om op een zaligmakende wijze verbondskind te zijn. Denk aan Romeinen en Galaten.
Maar, evenals in het OT zijn ook in de NT gemeente van nu niet allen op dezelfde wijze in het verbond! Er zijn twee rijen van kinderen in het verbond. (Dus: allebei in het verbond, maar niet op dezelfde manier!)
Namelijk: degenen die door Gods genade wedergeboorte en geloof ontvangen, en zo de belofte in waar geloof mogen omhelzen en zich bekeren. En anderzijds degenen die het verbond verbreken door eigen schuld, en daarom (als ze zich niet bekeren) als verbondskind eeuwig verloren zullen gaan. Ja, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk waar Jezus over spreekt, die zullen worden uitgeworpen. En die spanning moeten we niet oplossen door te stellen dat allen op een gelijke manier in het verbond zijn, of dat alleen de (uitverkoren) gelovigen in het verbond zijn.

Wat betreft de post van Zonderling: helemaal mee eens. Ik heb vanmiddag ook al een poging gedaan om aan te tonen dat het onderscheid tussen Evangeliebeloften voor allen en verbondsbeloften voor de uitverkorenen niet op de Schrift te gronden is. Dat onderscheid wordt ook alleen in de GG na 1950/1953 gemaakt, en heeft vooral te maken met het vinden van een theologische koers om de visies van zowel ds. Kok (alle beloften zijn voor alle hoorders) als dr. Steenblok (geen beloften voor onbekeerden) blijvend af te wijzen. Dit is letterlijk een tussenkoers tussen beiden, die - zoals Zonderling aangeeft - geen steun vindt in de oudvaders.
Verder heb ik het idee dat Afgewezen en Memento teveel langs elkaar praten. De visie van Memento op het verbond is in grote lijnen helemaal de mijne. Wat Memento benadrukt is dat onbekeerden die gedoopt zijn werkelijk verbondskind zijn, en daarom leven onder de aanbieding van de beloften. (Ik gebruik bewust niet de onderscheiding tussen wezen/bediening, omdat die onderscheiding niet direct vanuit de Schrift opkomt).
Ik ben het daarmee eens. Het gehele natuurlijke zaad van Abraham is in het verbond, lees inderdaad Calvijns commentaar op Gen. 17 nog maar eens. Aan hen komen de beloften toe, Petrus maakt het nadrukkelijk duidelijk op de Pinksterdag, Hand. 2:39. Dat hen de beloften toekomen noem ik de aanbieding van de beloften. Erskine spreekt over het recht van toegang tot de beloften. Inhoudelijk is dat hetzelfde. In ieder geval betekent dat niet dat er daarmee op zich sprake is van een zaligmakend deel aan de vervulling van de beloften. Daarvoor is wedergeboorte en waar geloof nodig.
Je ziet dat ook door het hele OT heen lopen! Wie zegt dat het onbekeerde en afkerige Israel niet in het verbond is, krijgt toch wel heel veel moeite met de exegese van het OT. Denk aan de profeten, die voortdurend het volk vanuit het verbond benaderen. (Hosea: beeld van het huwelijk). Kortom; zoals geheel Israel in het verbond was, zo is ook de gehele gedoopte gemeente in het verbond, onder de toezegging van Gods beloften. Inderdaad, precies zoals in het OT.
Maar ook in het NT vind je dit terug, zie 1 Kor. 7 bijv. Wel denk ik dat het accent in het NT sterker valt op de noodzaak van het geloof in Christus, om op een zaligmakende wijze verbondskind te zijn. Denk aan Romeinen en Galaten.
Maar, evenals in het OT zijn ook in de NT gemeente van nu niet allen op dezelfde wijze in het verbond! Er zijn twee rijen van kinderen in het verbond. (Dus: allebei in het verbond, maar niet op dezelfde manier!)
Namelijk: degenen die door Gods genade wedergeboorte en geloof ontvangen, en zo de belofte in waar geloof mogen omhelzen en zich bekeren. En anderzijds degenen die het verbond verbreken door eigen schuld, en daarom (als ze zich niet bekeren) als verbondskind eeuwig verloren zullen gaan. Ja, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk waar Jezus over spreekt, die zullen worden uitgeworpen. En die spanning moeten we niet oplossen door te stellen dat allen op een gelijke manier in het verbond zijn, of dat alleen de (uitverkoren) gelovigen in het verbond zijn.