Afgewezen schreef:huisman schreef:Uiteindelijk niet maar ze groeien samen op , ze worden samen in het visnet van het Evangelie gevangen. Pas bij het oordeel zal de definitieve scheiding aangebracht worden.
Ja, maar de kerk is meer dan het 'visnet van het Evangelie'. Brakel schrijft over de kerk:
Brakel schreef:De Kerk is e e n e v e r g a d e r i n g v a n w a r e g e l o o v i g e n. De onbekeerden, schoon zij de belijdenis des geloofs hebben gedaan, van de kerk in hare gemeenschap zijn aangenomen, onergerlijk leven, en tot het gebruik der Sacramenten worden toegelaten; de onbekeerden, zeg ik, zijn geen ware leden van de kerk, 't zij men de kerk aanmerkt in haren inwendigen geestelijken staat, 't zij men ze aanmerkt, zooals ze zich in openbare vergaderingen uitwendig vertoont in de wereld, zij zijn geene leden van de uitwendige zichtbare kerk; maar geloovigen alleen maken de kerk uit, zij alleen zijn leden van de kerk, ook hoe men ze aanmerkt.
En ergens anders zegt hij:
Brakel schreef:Kaf is op den dorschvloer als kaf, en niet als tarwe. Dat in de kerk is, is daarom niet van de kerk.
Leert Brakel dan geen uitwendige kerk ? Zeg maar het verschil tussen
kerk en
Kerk ?
Ik dacht aan deze gelijkenis.
24 ¶ Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
25 En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg .
26 Toen het nu tot kruid opgeschoten was , en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.
27 En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere ! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid?
28 En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?
29 Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt.
30 Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur.
Tot het oordeel groeit het samen op zit in één gemeente en wij kunnen lang niet altijd onkruid van tarwe onderscheiden.
Daarvoor zijn de maaiers (de engelen) in het laatste oordeel uitgezonden.
Natuurlijk zijn in het diepst alleen de waar gelovigen, de uitverkorenen lid van de gemeente die eenmaal zal zalig worden uit alle geslacht, taal en natie.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.