Re: Muziek voor als je in een dip zit?
Geplaatst: 13 nov 2008, 11:05
Nou, ga maar vergelijken:
SV
19 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar.
HSV
19 Gods offers zijn een gebroken geest;
een gebroken en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.
20 Laat het Sion welgaan, naar Uw welbehagen;
bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult U vreugde vinden in offers van gerechtigheid,
in een brandoffer en een offer dat geheel verteerd wordt;
dan zal men jonge stieren offeren op Uw altaar.
NBV:
19 Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart
zult u, God, niet verachten.
20 Wees Sion welgezind en schenk het voorspoed,
bouw de muren van Jeruzalem weer op.
21 Dan zult u de juiste offers aanvaarden,
offers in hun geheel verbrand,
dan legt men stieren op uw altaar.
1773:
9
Gods offers zijn een gans verbroken geest,
Door schuldbesef getroffen en verslagen.
Dit offer kan Uw heilig oog behagen,
't Is nooit, o God, van U veracht geweest.
Doe Sion wel, laat om mijn zwaren val
Uw goedheid niet van zijne burgren wijken;
Bouw Salem op, laat nooit zijn muur en wal,
Door Uwe straf, voor 's vijands macht bezwijken.
10
Dan vindt Gij in onz' offeranden lust,
Waarmee wij U naar 't heilig recht vereren;
Dan zal 't altaar de varren gans verteren;
Dan wordt het vuur daarop nooit uitgeblust.
1968:
7
Doe Sion wel naar uw barmhartigheid
en laat haar tinnen in het zonlicht blinken,
doe op haar pleinen weer de lied'ren klinken
als eens in de welaangename tijd.
Dan hebt Gij lust aan offers, recht gebracht,
met kleinvee stroomt men toe en jonge stieren.
Jeruzalem, ik zie een nieuw geslacht
opnieuw het feest van uw bevrijding vieren.
En voor de liefhebbers ook nog Datheen 1566
9
Een recht offer, dat de Heere neemt aan,
Is een gemoed, benauwd door angst en klagen;
Een need'rig hart en enen geest verslagen,
En zal God niet verachten, maar ontvaan.
O Heer! doe Sion wel naar Uw goedheid,
En Jeruzalem, die op U betrouwet;
't Welk is de stad, die Gij U hebt bereid,
Haar muren toch genadiglijk opbouwet.
10
Dan zullen onz' harten zijn zeer bekwaam,
Om te offeren naar Uw welbehagen;
Dan zullen de kalveren zijn geslagen,
Die U, Heer, zullen wezen aangenaam.
SV
19 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar.
HSV
19 Gods offers zijn een gebroken geest;
een gebroken en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.
20 Laat het Sion welgaan, naar Uw welbehagen;
bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult U vreugde vinden in offers van gerechtigheid,
in een brandoffer en een offer dat geheel verteerd wordt;
dan zal men jonge stieren offeren op Uw altaar.
NBV:
19 Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart
zult u, God, niet verachten.
20 Wees Sion welgezind en schenk het voorspoed,
bouw de muren van Jeruzalem weer op.
21 Dan zult u de juiste offers aanvaarden,
offers in hun geheel verbrand,
dan legt men stieren op uw altaar.
1773:
9
Gods offers zijn een gans verbroken geest,
Door schuldbesef getroffen en verslagen.
Dit offer kan Uw heilig oog behagen,
't Is nooit, o God, van U veracht geweest.
Doe Sion wel, laat om mijn zwaren val
Uw goedheid niet van zijne burgren wijken;
Bouw Salem op, laat nooit zijn muur en wal,
Door Uwe straf, voor 's vijands macht bezwijken.
10
Dan vindt Gij in onz' offeranden lust,
Waarmee wij U naar 't heilig recht vereren;
Dan zal 't altaar de varren gans verteren;
Dan wordt het vuur daarop nooit uitgeblust.
1968:
7
Doe Sion wel naar uw barmhartigheid
en laat haar tinnen in het zonlicht blinken,
doe op haar pleinen weer de lied'ren klinken
als eens in de welaangename tijd.
Dan hebt Gij lust aan offers, recht gebracht,
met kleinvee stroomt men toe en jonge stieren.
Jeruzalem, ik zie een nieuw geslacht
opnieuw het feest van uw bevrijding vieren.
En voor de liefhebbers ook nog Datheen 1566
9
Een recht offer, dat de Heere neemt aan,
Is een gemoed, benauwd door angst en klagen;
Een need'rig hart en enen geest verslagen,
En zal God niet verachten, maar ontvaan.
O Heer! doe Sion wel naar Uw goedheid,
En Jeruzalem, die op U betrouwet;
't Welk is de stad, die Gij U hebt bereid,
Haar muren toch genadiglijk opbouwet.
10
Dan zullen onz' harten zijn zeer bekwaam,
Om te offeren naar Uw welbehagen;
Dan zullen de kalveren zijn geslagen,
Die U, Heer, zullen wezen aangenaam.