Op de Tuin schiet alles nu de grond uit (ook onkruid helaas)
Wat groeit alles snel.
Vandaag ook de heg gesnoeid.....
Er zitten merels in te rommelen, wie weet komt er een nest, of zit die er al (maar ik wilde niet te nieuwsgierig zijn, om hun niet al te erg te storen)
Moest wel denken aan de preek, die ik eerder vandaag las
Op Golgotha kijkt u de God van Psalm 81 in het hart. Daar laat Hij voldoen aan Zijn heilig recht door het verzoeningswerk van Zijn Zoon. Deze neemt de vloek over ons zondaarsbestaan voor Zijn rekening. Hij ontslaat de Zijnen van het oordeel van God. Daar opent Hij het Vaderhuis met vele woningen voor allen die op tijd tot Hem de toevlucht nemen. Zie dit Lam van God, gemeente. Doe uw mond open.
Hoe kinderlijk eenvoudig komt deze roep bij ons over. Zoals bij een kind in de kinderstoel aan tafel. Iedereen doet zich tegoed aan wat er op tafel staat. Maar een klein kind dat zelf nog geen voedsel tot zich kan nemen, wordt door zijn moeder geholpen. Ze zegt: ‘Kom kind, doe je mond eens open; mama zal je wel helpen.’
Laat ik een voorbeeld gebruiken om dat duidelijk te maken. In het vroege voorjaar ziet u soms in de heg achter uw huis een merel heen en weer vliegen. Die heeft daar tussen de takken zijn nestje gebouwd en zijn eitjes gelegd. En als die eenmaal uitgekomen zijn, heeft die merel het van dag tot dag druk. Hij vliegt af en aan met voedsel in zijn snavel om zijn jongen te voeden. En als u dan eens een enkele keer, als het moederdier even weg is, met uw hand de takken wegschuift om in het nestje te kijken, ziet u daar al die kleine bekjes wagenwijd open gesperd, om het hardst schreeuwend om voedsel. De geringste ritseling van de bladeren is al genoeg om al die bekjes in het merelnest open te krijgen.
Vergaat het zo ook ons niet, als de Heere in ons leven komt? Als Hij door de liefelijke en tere werking van Zijn Geest ons hart week maakt. Dan gaan we hongeren naar God. We krijgen een walg aan onszelf en aan het leven in de zonde. Dan wordt er in ons binnenste een vraag geboren naar verzoening met God. Dan zijn we graag in ons bidvertrek. Dan onderzoeken wij het Woord
van God, de Bijbel om net als een bij die de honing uit een bloem zuigt, Gods liefde in ons te voelen stromen. Wij hunkeren dan naar Christus.
Kent u dat, gemeente? Hoeveel ritselingen van Gods Geest in de bladeren van Gods Woord waren er al niet in uw leven? Hoe vaak maakte de Heere u heilbegerig, wanneer u in de prediking hoorde spreken van Gods soevereine genade. Als dat passeert in ons leven, kunnen we alleen maar heel diep buigen voor de Heere en Zijn oordeel over ons leven billijken. Het zou ons dan ook niet verwonderen, als God tegen ons zou zeggen: ‘Het kan voor jou nooit meer’. Dan gaat u ondanks dit alles toch uw mond opendoen. Want dan is het wonder zo groot, dat de Heere niet tot ons zegt:’ Houd jij je mond maar.’
Een heerlijke belofte
Mag ik eens van u horen, wat u dan van de Heere zou willen vragen? Vraag om God Zelf. Vraag om in de hemel te mogen komen. Vraag het gerust. Maar u mag nog iets groters vragen. Vraag om een hart, dat de Heere verheerlijkt. Vraag om God Zelf. Om Zijn liefde en gunst te ondervinden. Om Hem welbehaaglijk te leven in zelfverloochenende liefde en kruisiging van uw boze vlees. Aanbidt God, prijs Zijn Naam.
M.Henri schrijft in zijn verklaring van Ps.81: ‘Het lieflijke van de harp en het ontzaglijke van de bazuin geven te kennen dat God aangebeden moet worden met vrolijkheid, met heilige blijdschap, met eerbied en Godvruchtige vreze. Luid zingen en juichen geven te kennen dat wij warm en vol liefde moeten zijn in het loven van God, dat wij van harte Zijn lof moeten verkondigen als degenen, die ons niet schamen om ons steunen en vertrouwen op Hem en onze verplichtingen aan Hem te erkennen, en dat wij ons met velen moeten verenigen in dat werk, met hoe meer hoe beter, want dan gelijkt het meer op de hemel.’
Iemand van u zegt: ‘Ik heb zo’n koud en dood hart’. Nu, vraag dan, of de Heere u levend wil maken. Een ander zegt: ‘Ik heb alle rechten verspeeld.’ Nu, vraag maar om genade; die wordt immers aan rechtelozen verleend. In uzelf kunt u geen rechten vinden. Vind ze in de nodiging van onze tekst: Ik zal uw mond vervullen.
Hier heb ik vandaag veel over gedacht en mee bezig geweest, heerlijk buiten in de tuin ook........
Een vertroostende zekerheid in Hem!