huisman schreef:Nee natuurlijk niet ,Jezus is gekomen om Zijn volk zalig te maken,Maar in het preken en aanbieden van genade hebben wij niet met de uitverkiezing te maken. Het zaad moet gestrooid worden (Let op! Altijd hetzelfde zaad) op de weg op steenachtige plaatsen,tussen het onkruid, en in de weltoebereide aarde.
Waar heb ik dit ontkend? Het evangelie komt tot zowel uitwendige als inwendige bondelingen.
Over Johannes 3:16 ben ik blij dat wij hetzelfde denken. Er zijn nl. (en dat weet jij ook) genoeg "tweeverbondspredikers" die daar uitverkoren wereld lezen (Ik ga geen namen noemen, in een PB als je er om vraagt).
Die ken ik ook. Alleen met de verbondsvisie heeft het niets te maken, eerder met welke verklaarder men volgt.
Romeinen 2 en ook 9-11 gaat eigenlijk over die mensen die zich beroemen op het verbond mar het is niet alle Israël wat Israël genaamd wordt (Tweeërlei kinderen des verbonds) maar wel in het verbond daarom lees je later ook van die grote beloften die er voor Israël nog liggen (Rom 10,11)
Ik heb toch zeer duidelijk gezegd dat ik op de laatste vijf verzen van dat hoofdstuk doelde?
Ik zal ze hier citeren (ik weet zeker dat als ik zo over het verbond zou spreken, memento zou ontploffen):
25 Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet;54 maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden.55
26 Indien dan de voorhuid56 de rechten der wet bewaart,57 zal niet zijn voorhuid58 tot een besnijdenis gerekend worden?59
27 En zal de voorhuid,60 die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt61, u niet oordelen,62 die door de letter en besnijdenis63 een overtreder der wet zijt?
28 Want die is niet een Jood,64 die het in het openbaar is;65 noch die is de besnijdenis,66 die het in het openbaar in het vlees is;
29 Maar die is een Jood,67 die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten,68 in den geest,69 niet in de letter,70 is de besnijdenis; wiens lof71 niet is uit de mensen,72 maar uit God.73
Voor het recht verstaan zal ik de kanttekeningen bijvoegen:
54) indien gij de wet doet;
Hij spreekt de Joden aan, die hunne rechtvaardigheid zochten in de onderhouding der ceremoniën; dezulke moeten de gehele wet onderhouden, of de besnijdenis kan hun niet helpen; Gal. 5:3. Hoewel het ook in het algemeen verstaan kan worden, dat de uiterlijke godsdiensten niet helpen ter zaligheid, als zij niet vergezelschapt zijn met een recht godzalig leven; Jes. 1:11,12, enz.; Jer. 6:20, enz.
55) voorhuid geworden.
Dat is, zo zijt gij, hoewel gij besneden zijt, in enerlei staat met een ongelovigen onbesnedene.
56) de voorhuid
Dat is, degenen, die onbesneden zijn.
57) rechten der wet bewaart,
Of, rechtvaardigmakingen; dat is, hetgeen de wet tot rechtvaardigmaking vereist.
58) zijn voorhuid
Dat is, de stand van den onbesneden mens.
59) tot een besnijdenis gerekend worden?
Dat is, alzo gehouden worden alsof hij besneden ware, gelijk in Abraham te zien is eer hij besneden was, die nochtans niet door de wet, maar door het geloof is gerechtvaardigd, Rom. 4:10, waarmede hij de besnijdenis niet ten enenmale verwerpt, als zij nog niet afgedaan was,maar hij handelt hier met de Joden, die de leer der Farizeën volgden en hunne gerechtigheid stelden in de onderhouding van den uiterlijken godsdienst. Anders was de besnijdenis in zichzelve een teken en zegel van de rechtvaardigmaking des geloofs, Rom. 4:11, en is met de andere ceremoniën en schaduwen door Christus vervuld en afgedaan; Col. 2:17.
60) de voorhuid,
Dat is, de mens, die van nature zonder besnijdenis is.
61) als zij de wet volbrengt
Dat is, indien hij de wet volbrengt. Niet dat er iemand is, die de wet in alles heeft volbracht, Rom. 3:9; maar dit zegt hij om de Joden te overtuigen, dat zowel zij als de heidenen hunne rechtvaardigheid buiten zichzelven in Christus, die alleen de wet volbracht heeft, moeten zoeken; Hand. 13:38,39, enz.
62) u niet oordelen,
Namelijk met zijn exempel, gelijk Matth. 12:41,42.
63) de letter en besnijdenis
Dat is, de uitwendige en letterlijke besnijdenis; of die alleen naar de uitwendige letter van het gebod geschiedt; 2 Cor. 3:6,7.
64) is niet een Jood,
Dat is, een rechte of waarachtige Jood, die erfgenaam is van de beloften des verbonds, den vaderen gedaan.
65) in het openbaar is;
Dat is, van afkomst uit Abraham door Juda, en die uitwendige belijdenis van het Jodendom doet.
66) de besnijdenis,
Dat is, de rechte of ware besnijdenis, die God in Zijn woord voornamelijk eist, en hem ter zaligheid aangenaam is.
67) een Jood,
Dat is, een rechte en ware Jood, gelijk voren.
68) de besnijdenis des harten,
Dat is, de ware bekering en vernieuwing des harten; Col. 2:11.
69) in den geest,
Dat is, in het hart en gemoed; of door den Heiligen Geest, die alleen de harten besnijdt. Hetwelk met het volgende woord letter overeenkomt.
70) in de letter,
Daardoor verstaat Paulus de uitwendige geboden der wet alleen; gelijk door den geest de inwendige werking des Heiligen Geestes in de predikatie des heiligen Evangelies. Zie 2 Cor. 3:6.
71) wiens lof
Namelijk lof van den Jood, niet waar hij door roemt, maar waarmede hij terecht geroemd en geprezen wordt.
72) niet is uit de mensen,
Dat is, zijn oorsprong niet heeft uit des mensen krachten of werken.
73) maar uit God.
Namelijk die zulks in hem door zijnen Geest gewrocht heeft; Rom. 9:16; 1 Cor. 3:7, en 2 Cor. 4:6.
Weet je wat Paulus hier zegt in de taal van 2010: zonder bekering en geloof is het verbond nutteloos.
Wel voegt hij Romeinen 3:1-3 er aan toe, zoals al meermalen hier geciteerd.