Geplaatst: 11 dec 2006, 10:58
Vandaag op de site van het RD
GOUDA - De Statenvertaling (SV) is een monument van de Nederlandse taal. Maar de SV is niet gemaakt om een monument te worden, maar om ten volle te worden bewoond en benut. Vandaag is er een mijlpaal, de eerste vleugel van een gerestaureerd monument: de Herziene Statenvertaling (HSV).
Zo presenteerde dr. Reinier de Blois zaterdag in Gouda de tweede deeluitgave van de HSV, het volledige Nieuwe Testament met daarbij gevoegd Genesis, Psalmen, Exodus en Deuteronomium.
De bijeenkomst werd bijgewoond door vertegenwoordigers uit verschillende kerken, de jeugdbonden HGJB en het LCJ, protestanten uit België, en medewerkers die betrokken zijn bij de HSV. Twee studentes lazen voor uit de HSV en vertelden waarom deze hen als jongeren aanspreekt.
Volgens dr. Blois, werkzaam in het internationale Bijbelvertaalwerk, is er sinds de tijd van de statenvertalers veel veranderd. De taal ziet er nu heel anders uit, de kennis van de wereld achter de Bijbel is toegenomen (nieuwe manuscripten en dergelijke), en het inzicht in het verschijnsel ”taal” als zodanig is toegenomen, wat zijn invloed heeft op het vertalen.
Aan de hand van enkele voorbeelden toonde hij aan dat de statenvertalers niet altijd voor 100 procent een letterlijke vertaling hebben nagestreefd (wat ze ook niet wilden), noch altijd volledig concordant hebben vertaald, maar soms ook contextueel. Op verschillende plaatsen is volgens hem de consistentie van de HSV beter dan die van de SV. Verder zijn er volgens hem een paar plaatsen in het Oude Testament waar nu een betere grondtekst is, bijvoorbeeld in Jesaja 53:11.
De statenvertalers hebben zich soms ook vergist. In Genesis 47:11 staat „Jakob en zijn broederen”, terwijl het Hebreeuws vermeldt „zijn vader en zijn broers.” „De King James Version heeft het hier wel correct vertaald. Ook zijn er geen tekstvarianten waar het anders staat. Waarschijnlijk een foutje dus.”
De kanttekeningen hebben bij de hertaling van de HSV een belangrijke rol gespeeld, zei dr. De Blois. „Mocht u bij het lezen van de HSV een passage tegenkomen die naar uw mening wat al te zeer afwijkt van de SV, dan is er een goede kans dat het u, als u de kanttekeningen erop naslaat, duidelijk zal worden waarom.” Hij zei dat de HSV veel van de kritiek, „uit welke hoek dan ook”, heeft gehonoreerd voor zover dit binnen de vertaalprincipes van de HSV mogelijk was.
Prof. dr. W. H. Velema, emeritus hoogleraar ethiek in Apeldoorn, stelde dat we met de Statenvertaling geen canon in handen hebben, maar een vertaling van de Heilige Schrift, die als canon voor geloof en handelen geldt. Al vijftig jaar gebruikt hij de kanttekeningen bij het voorbereiden van de preek. „Zeker 75 procent van de kanttekeningen zetten de onderzoeker op het juiste spoor. Niet zelden heb ik de kanttekeningen ervaren als een eyeopener om de intentie en de essentie van de tekst te verstaan.”
Het is voor hem onmogelijk om linea recta van de 17e naar de 21e eeuw te lopen, zonder het levende karakter van de Nederlandse taal te ontkennen. „De herzieners zijn door dezelfde eerbied voor het Woord van God gedreven als de vertalers in de 17e eeuw. Het gaat niet om nieuwlichterij of aanpassing van het geschrevene aan de religieuze smaak van de hedendaagse mens. Het gaat erom de boodschap van de Bijbel in poëzie en profetie, in verkondiging en in vermaan, verstaanbaar te doen klinken voor de mens van de 21e eeuw. We blijven echter in de sfeer van de spiritualiteit van de Statenvertaling.”
HSV-voorzitter ds. B. J. van Vreeswijk stelde dat de omslag van een leescultuur naar een beeldcultuur een bedreiging voor de kerk kan zijn. „Sms-taal wordt beter verstaan dan verheven getuigenissen en verwoordingen en uitbeeldingen uit een tijd en wereld die grotendeels de onze niet is. Een diepe kloof tekent zich af. Het heeft de initiatiefnemers tot herziening van de Statenvertaling gedrongen om iets te doen. Daarbij spreken we uit: Het Woord is ons lief, onze kinderen zijn ons lief, het behoud van mensen in deze wereld is ons lief.”
Hij wilde de stelling wagen dat het werk van de HSV „niet verdeelt maar verenigt”, namelijk al die mensen die het profetisch Woord belijden, dat vast en zeker is. „Het zal ons een vreugde zijn als met onze uitgave een taalkundige heuvel afgevlakt is en oude zinswendingen als stenen op de weg terzijde geschoven zijn. Opdat de profetie van Oude en Nieuwe Testament krachtig mag klinken in een tijd van verschillende godsdiensten, allerlei vormen van geloof en vreemde uitingen van religiositeit.”
Uitgever D. L. Aangeenbrug van Jongbloed stelde dat het niet zo eenvoudig is om de doelgroep van de HSV precies te omschrijven. Hij verwachtte dat op termijn mensen overstappen van Het Boek of de Nieuwe Vertaling (1951) naar de HSV. De HSV zal vooral in behoefte voorzien in kringen van evangelisatiewerk. „Er is nu een goed alternatief voorhanden.”
Is iemand van het forum nog geweest afgelopen zaterdag in Gouda?
GOUDA - De Statenvertaling (SV) is een monument van de Nederlandse taal. Maar de SV is niet gemaakt om een monument te worden, maar om ten volle te worden bewoond en benut. Vandaag is er een mijlpaal, de eerste vleugel van een gerestaureerd monument: de Herziene Statenvertaling (HSV).
Zo presenteerde dr. Reinier de Blois zaterdag in Gouda de tweede deeluitgave van de HSV, het volledige Nieuwe Testament met daarbij gevoegd Genesis, Psalmen, Exodus en Deuteronomium.
De bijeenkomst werd bijgewoond door vertegenwoordigers uit verschillende kerken, de jeugdbonden HGJB en het LCJ, protestanten uit België, en medewerkers die betrokken zijn bij de HSV. Twee studentes lazen voor uit de HSV en vertelden waarom deze hen als jongeren aanspreekt.
Volgens dr. Blois, werkzaam in het internationale Bijbelvertaalwerk, is er sinds de tijd van de statenvertalers veel veranderd. De taal ziet er nu heel anders uit, de kennis van de wereld achter de Bijbel is toegenomen (nieuwe manuscripten en dergelijke), en het inzicht in het verschijnsel ”taal” als zodanig is toegenomen, wat zijn invloed heeft op het vertalen.
Aan de hand van enkele voorbeelden toonde hij aan dat de statenvertalers niet altijd voor 100 procent een letterlijke vertaling hebben nagestreefd (wat ze ook niet wilden), noch altijd volledig concordant hebben vertaald, maar soms ook contextueel. Op verschillende plaatsen is volgens hem de consistentie van de HSV beter dan die van de SV. Verder zijn er volgens hem een paar plaatsen in het Oude Testament waar nu een betere grondtekst is, bijvoorbeeld in Jesaja 53:11.
De statenvertalers hebben zich soms ook vergist. In Genesis 47:11 staat „Jakob en zijn broederen”, terwijl het Hebreeuws vermeldt „zijn vader en zijn broers.” „De King James Version heeft het hier wel correct vertaald. Ook zijn er geen tekstvarianten waar het anders staat. Waarschijnlijk een foutje dus.”
De kanttekeningen hebben bij de hertaling van de HSV een belangrijke rol gespeeld, zei dr. De Blois. „Mocht u bij het lezen van de HSV een passage tegenkomen die naar uw mening wat al te zeer afwijkt van de SV, dan is er een goede kans dat het u, als u de kanttekeningen erop naslaat, duidelijk zal worden waarom.” Hij zei dat de HSV veel van de kritiek, „uit welke hoek dan ook”, heeft gehonoreerd voor zover dit binnen de vertaalprincipes van de HSV mogelijk was.
Prof. dr. W. H. Velema, emeritus hoogleraar ethiek in Apeldoorn, stelde dat we met de Statenvertaling geen canon in handen hebben, maar een vertaling van de Heilige Schrift, die als canon voor geloof en handelen geldt. Al vijftig jaar gebruikt hij de kanttekeningen bij het voorbereiden van de preek. „Zeker 75 procent van de kanttekeningen zetten de onderzoeker op het juiste spoor. Niet zelden heb ik de kanttekeningen ervaren als een eyeopener om de intentie en de essentie van de tekst te verstaan.”
Het is voor hem onmogelijk om linea recta van de 17e naar de 21e eeuw te lopen, zonder het levende karakter van de Nederlandse taal te ontkennen. „De herzieners zijn door dezelfde eerbied voor het Woord van God gedreven als de vertalers in de 17e eeuw. Het gaat niet om nieuwlichterij of aanpassing van het geschrevene aan de religieuze smaak van de hedendaagse mens. Het gaat erom de boodschap van de Bijbel in poëzie en profetie, in verkondiging en in vermaan, verstaanbaar te doen klinken voor de mens van de 21e eeuw. We blijven echter in de sfeer van de spiritualiteit van de Statenvertaling.”
HSV-voorzitter ds. B. J. van Vreeswijk stelde dat de omslag van een leescultuur naar een beeldcultuur een bedreiging voor de kerk kan zijn. „Sms-taal wordt beter verstaan dan verheven getuigenissen en verwoordingen en uitbeeldingen uit een tijd en wereld die grotendeels de onze niet is. Een diepe kloof tekent zich af. Het heeft de initiatiefnemers tot herziening van de Statenvertaling gedrongen om iets te doen. Daarbij spreken we uit: Het Woord is ons lief, onze kinderen zijn ons lief, het behoud van mensen in deze wereld is ons lief.”
Hij wilde de stelling wagen dat het werk van de HSV „niet verdeelt maar verenigt”, namelijk al die mensen die het profetisch Woord belijden, dat vast en zeker is. „Het zal ons een vreugde zijn als met onze uitgave een taalkundige heuvel afgevlakt is en oude zinswendingen als stenen op de weg terzijde geschoven zijn. Opdat de profetie van Oude en Nieuwe Testament krachtig mag klinken in een tijd van verschillende godsdiensten, allerlei vormen van geloof en vreemde uitingen van religiositeit.”
Uitgever D. L. Aangeenbrug van Jongbloed stelde dat het niet zo eenvoudig is om de doelgroep van de HSV precies te omschrijven. Hij verwachtte dat op termijn mensen overstappen van Het Boek of de Nieuwe Vertaling (1951) naar de HSV. De HSV zal vooral in behoefte voorzien in kringen van evangelisatiewerk. „Er is nu een goed alternatief voorhanden.”
Is iemand van het forum nog geweest afgelopen zaterdag in Gouda?