William Guthrie schreef:Afdeling I Sommigen worden getrokken zonder een bewust ervaren voorbereidend werk der wet
Voordat wij hiermee beginnen, zullen wij eerst spreken over het voorbereidend werk der wet, zoals de Heere dat gewoonlijk gebruikt om Zijn eigen weg in de zielen der mensen te bereiden. Dit kan bij sommige personen zijn eigen gewicht als kenmerk hebben. Het wordt een werk der wet of een werk van vernedering genoemd. Het houdt in zekere zin verband met de Geest der dienstbaarheid’ van het Oude Testament, en thans, onder het Nieuwe Testament, beantwoordt het geheel aan de term ‘Geest der dienstbaarheid’, en het leidt gewoonlijk tot de ‘Geest der aanneming’ (Rom. 8:15).
Laat men hierbij wel bedenken: (1) Dat we over dit voorbereidende werk der wet niet moeten spreken als een negatief kenmerk van een waar belang in Christus, in die zin dat niemand recht zou mogen doen gelden op Gods gunst, tenzij hij dit voorbereidende werk – in zijn verschillende stappen, zoals wij erover moeten spreken – heeft gehad. Want de Heere houdt met de mensen niet altijd dezelfde weg, zoals wij nog nader zullen zien. (2) De voornaamste reden waarom wij erover spreken is, omdat de Heere zo met velen handelt, die Hij door enig voorbereidend werk krachtdadig roept. En voor hen met wie zo gehandeld is, kan het tot versterking blijken te zijn, en het zal hen bevestigen in het toekennen van meer gewicht aan de kenmerken die volgen. (3) Het kan ertoe bijdragen om anderen die onder zulk een Geest der dienstbaarheid verkeren, te bemoedigen, als een goed teken van een genadewerk dat erop zal volgen, want – zoals we nader zullen aanwijzen – het zal zelden bevonden worden te mislukken en geen genadige uitkomst te hebben. (4) Waar God van zulk een voorbereidend werk gebruikmaakt, houdt Hij Zich daarbij niet aan één en dezelfde weg en mate, zoals we nader zullen zien.
Voordat wij dit voorbereidende werk meer in bijzonderheden behandelen, zullen wij de meest gebruikelijke wegen waarlangs de Heere mensen op een zaligmakende wijze in Zijn verbond inleidt en hen tot Christus trekt, kort aanduiden.
1. Sommigen worden vanaf de baarmoeder getrokken (...)
2. Sommigen worden op volwassen leeftijd, in een soevereine Evangelieweg, geroepen
Sommigen worden in een soevereine Evangelieweg tot Christus gebracht, wanneer de Heere, door alle werk der wet met enige weinige woorden van liefde als het ware in te zwelgen, een persoon snel vanaf het eerste ogenblik gevangenneemt, zoals Hij met Zacheüs deed (Lukas 19). Bij anderen ging het zo, dat zij, op een door Christus gesproken woord, alles verlieten en Hem volgden. En wij horen niets van een werk der wet dat hen aanpakte voordat zij Christus Jezus omhelsden.
Omdat sommigen er aanspraak op maken op deze wijze te zijn geroepen, zullen wij, tot opheldering en tot bevestiging van hen, enige dingen die zeer opmerkelijk zijn in deze handelingen met Zacheüs, kort aanroeren. (1) Hij had een verlangen om Christus te zien, en wel een zodanig verlangen, dat hij datgene wat sommigen oordelen voorzichtigheid en kiesheid te zijn, liet varen, want hij klom op een wilde vijgenboom om Hem te zien. (2) Christus sprak naar zijn hart, en dat woord greep hem zo aan, dat hij ogenblikkelijk het aanbod van Christus met vreugde aannam, en het met Christus als Heere eens werd, terwijl weinigen van enig aanzien Hem volgden. (3) Hierop werd zijn hart geopend voor de armen, hoewel hij tevoren een gierig man schijnt te zijn geweest. (4) Hij had een juiste indruk van zijn vroegere wegen, hetgeen bewees dat hij eerbied had voor de wet van Mozes. Hij maakt dit bekend voor het gehele toen aanwezige gezelschap. Hij deinst er niet voor terug schande op zich te nemen in dingen die waarschijnlijk bij de wereld bekend waren. (5) Na al deze dingen bevestigt en bekrachtigt Christus het verdrag met Zijn woord. De eenheid van belangen, welke er tussen hem en de andere heiligen behoort te zijn, prijst Hij hem aan, en Hij brengt hem in gedachtenis zijn verloren toestand, als Christus niet zou zijn gekomen en hem niet had gezocht. Dit alles blijkt duidelijk uit Lukas 19:3-10.
Wij erkennen dat de Heere sommigen zo roept, en als er zijn die aanspraak kunnen maken op de bijzondere dingen die wij hebben aangeduid, dan hebben zij vanuit de Schrift een betrouwbare bevestiging van Gods handelen met hen. Indien hun hart zich aan Christus heeft overgegeven, behoeven zij zich ook niet te kwellen vanwege het ontbreken van een onderscheiden voorbereidend werk der wet, want een werk der wet is niet begerenswaardig, behalve dan voor dit doel. Daarom biedt Christus Zichzelf in de Schrift rechtstreeks aan, en worden de mensen uitgenodigd om tot Hem te komen. En hoewel velen tot Hem, Die de Borg is, niet willen komen, totdat de Geest der dienstbaarheid hen benauwt wegens hun schuld, is het toch zo, dat als er zijn die op de kennis van hun verloren staat, gewillig zijn om tot Christus te vluchten en zich aan Hem over te geven, niemand met recht hun een werk der wet mag opdringen.
(...) Wat betreft anderen, die Christus door een enkel woord overreedde om Hem te volgen, wij moeten redelijkerwijze veronderstellen – wat Hij ook bij Zijn eerste ontmoeting met hen gedaan of tot hen gesproken moge hebben – dat Hij toen zoveel van hun nood en van Zijn eigen volheid en uitnemendheid aan hen heeft ontdekt, dat dit hen alles deed verlaten en achter Hem aan deed komen. En als Hij zo met sommigen doet, verlangen wij niet meer, aangezien daar voor de Heelmeester ruimte genoeg is.
Afdeling II Mensen worden gewoonlijk voorbereid voor Christus door een werk der wet
De meest gewone weg waardoor velen tot Christus worden gebracht, bestaat uit een duidelijk en goed te onderscheiden werk der wet en van vernedering, hetgeen wij in het algemeen de Geest der dienstbaarheid noemen, zoals wij hiervoor kort aanduidden. Wij willen niet zeggen dat eenieder wiens consciëntie door de zonde en de vrees voor toorn wordt wakker geschud, daadwerkelijk Christus aanneemt. Het tegendeel blijkt in Kaïn, Saul, Judas, en anderen. Maar er is een werk van overtuiging van zonde, van ontwaking der consciëntie, en van verootmoediging, dat, zoals wij uiteen zullen zetten, zelden faalt of een genadige uitkomst ontbeert, maar dat gewoonlijk zijn oplossing vindt in de Geest der aanneming en een genadig werk van Gods Geest. En omdat de Heere met vele zondaren op deze wijze handelt, en het onze ervaring is dat velen, als zij zich over dit wetswerk een oordeel willen vormen, veel onzekerheid ontmoeten, zullen wij er in bijzonderheden over spreken. (...)
Uit: William Guthrie, Des christens groot intrest.