Tiberius schreef:huisman schreef:Natuurlijk geldt wat Paulus zegt voor alle terreinen van het leven. Maar ik kom teveel mensen tegen die denken dat zij wel bestand zijn tegen veel verleidingen. Daar blijf ik tegen waarschuwen met woorden uit de Schrift: Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Dat kan heel goed zonder je ziel en zaligheid op een filter te zetten. Vest op prinsen geen betrouwen, dat geldt ook voor filters, denk ik zo.
Verder denk ik dat je Paulus onjuist interpreteert. Hij zegt juist, dat we de wereld moeten gebruiken, als niet misbruikende (1 Kor 7:31) en in 1 Kor 3: "“hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe; doch gij zijt van Christus, en Christus is Gods.”.
Jammer overigens dat je niet op de essentie van mijn eerdere posting ingaat, maar wat blijft hangen in de entourage.
huisman schreef:Youtube wordt door kliksafe gelukkig niet doorgelaten.
Of het gelukkig is, hangt af of je het nodig hebt of niet.
huisman schreef:Twitter en facebook ben ik niet op actief. Mijn enige social network is RF. Ben ik nu een eenzame zielige man

Nee hoor, dat nou weer niet. Zulke mensen zoeken we juist hier: niks geen sociale media, uitsluitend Refoforum.

Even één misverstand wegruimen : Ik zet mijn ziel en zaligheid niet op een filter . Begrijp eerlijk gezegd niet hoe je daar bij komt.
Dit hoofdstuk uit de Bijbel is voor mij leidend in mijn overwegingen. (Ik leg het Kohlbruggiaans uit )
1 Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan ) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft?
2 Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is , zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.
3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt.
4 Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden.
5 Want toen wij in het vlees waren , wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen.
6 Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes , en niet in de oudheid der letter.
7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet ; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren .
8 Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is , zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden .
11 Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid , en door hetzelve gedood.
12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
13 Is dan het goede mij de dood geworden ? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate wierd zondigende door het gebod.
14 Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat , dat doe ik.
16 En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe , dat zij goed is.
17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
21 Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt.
22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods , naar den inwendigen mens;
23 Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.
24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods ?
25 Ik dank God, door Jezus Christus , onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.