jakobmarin schreef:Fjodor schreef:Ok. Maar wil je nu nog antwoorden op mijn vraag? Zie jij het zo dat God de verworpenen om niet verwierp?
De '
leer der verwerping van eeuwigheid' zie ik als een theorie om het 'probleem' van de niet-uitverkorenen op te lossen. M.i. gaat het te ver om daar Ezau bij te rekenen op basis van 'Jakob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat'.
Nadat Ezau het recht van de eerstgeboorte zegen weggaf, wilde hij alsnog die zegen beërven, en tóen werd hij verworpen (en gehaat), door God (en zijn vader Izak) (Hebreeen 12:16,17).
Nergens is te lezen dat God van eeuwigheid mensen verwerpt, wel dat er van eeuwigheid zijn uitverkoren om het beeld van Jezus gelijkvormig te worden (Rom 8:29). De verwerping
van eeuwigheid is een menselijke, intellectuele conclusie die uit deze verkiezing wordt getrokken, maar die de bijbel zelf nergens maakt.
God verwerpt degene die Hem verwerpen.
Dit is je reinste arminianisme!
Zeker nog niet aan Romijnen 9 toegekomen in je Bijbellezen?
[bijbel]14 Wat zullen wij dan zeggen? p 43Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre.
15
Want Hij zegt tot Mozes: q 44Ik zal Mij ontfermen 45diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn dien Ik barmhartig ben.
16 Zo is het dan niet 46desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar 47des ontfermenden Gods.
17 Want de Schrift zegt 48tot Farao: rTot ditzelve heb Ik u 49verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.
18 Zo ontfermt Hij Zich dan diens Hij wil, en 50verhardt dien Hij 51wil. 19 Gij zult dan tot mij zeggen: 52Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan?
20 Maar toch, 53o mens, wie zijt gij, die 54tegen God antwoordt? sZal ook 55het maaksel tot dengene die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
21 56Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om 57uit denzelfden klomp te maken thet ene een vat 58ter ere, en het andere 59ter onere?
22
60En of God, willende Zijn toorn bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft 61de vaten des toorns, 62tot het verderf toebereid;
23 En 63opdat Hij zou bekendmaken den rijkdom Zijner heerlijkheid over 64de vaten der barmhartigheid, die Hij 65tevoren bereid heeft tot heerlijkheid?
24 66Welke Hij ook 67geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen;
25 Gelijk Hij ook in Hoséa zegt: vIk zal 68hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde.
26 En het zal zijn in de plaats waar tot hen gezegd was: xGijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden.
27 69En Jesaja roept over Israël: yAl ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal 70het overblijfsel 71behouden worden.
28 Want Hij voleindt 72een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde.
29 En gelijk Jesaja tevoren gezegd heeft: zIndien de Heere Zebaoth ons 73geen zaad had 74overgelaten, zo waren wij aals Sódom geworden, en Gomórra gelijkgemaakt geweest.
De gerechtigheid verkeerd gezocht
30 75Wat zullen wij dan zeggen? Dat 76de heidenen, die de rechtvaardigheid 77niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, doch de rechtvaardigheid 78die uit het geloof is.
31 Maar Israël, bdat 79de wet der rechtvaardigheid zocht, is 80tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen.
32 Waarom? Omdat zij die zochten niet 81uit het geloof, maar als 82uit de werken der wet; want zij hebben zich gestoten 83aan den Steen des aanstoots;
33 84Gelijk geschreven is: cZie, Ik leg in Sion een Steen des aanstoots en een Rots der ergernis; den een iegelijk die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.[/bijbel]
Lees hierover Calvijn eens, in zijn institutie:
1. Error of those who deny reprobation. 1. Election opposed to reprobation. 2. Those who deny reprobation presumptuously plead with God, whose counsels even angels adore. 3. They murmur against God when disclosing his counsels by the Apostle. Exception and answer. Passage of Augustine.
2. First objection--viz. that God is unjustly offended with those whom he dooms to destruction without their own desert. First answer, from the consideration of the divine will. The nature of this will, and how to be considered.
3. Second answer. God owes nothing to man. His hatred against those who are corrupted by sin is most just. The reprobate convinced in their own consciences of the just judgment of God.
4. Exception--viz. that the reprobate seem to have been preordained to sin. Answer. Passage of the Apostle vindicated from calumny.
5. Answer, confirmed by the authority of Augustine. Illustration. Passage of Augustine.
6. Objection, that God ought not to impute the sins rendered necessary by his predestination. First answer, by ancient writers. This not valid. Second answer also defective. Third answer, proposed by Valla, well founded.
7. Objection, that God did not decree that Adam should perish by his fall, refuted by a variety of reasons. A noble passage of Augustine.
8. Objection, that the wicked perish by the permission, not by the will of God. Answer. A pious exhortation.
9. Objection and answer.
10. Objection, that, according to the doctrine of predestination, God is a respecter of persons. Answer.
11. Objection, that sinners are to be punished equally, or the justice of God is unequal. Answer. Confirmed by passages of Augustine.
12. Objection, that the doctrine of predestination produces overweening confidence and impiety. Different answers.
13. Another objection, depending on the former. Answer. The doctrine of predestination to be preached, not passed over in silence.
14. How it is to be preached and delivered to the people. Summary of the orthodox doctrine of predestination, from Augustine.
http://www.reformed.org/master/index.ht ... nstitutes/
Arminianisme zei ik? Nee, de reinste Schriftkritiek!
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.