Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

CvdW
Berichten: 3250
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door CvdW »

Mooie woorden worden er geschreven.
Hoe komt het eigenlijk dat een boek als 'De geestelijke mens' van ds. Costerus niet doorploegd kan worden.
Is dit omdat ervaren wordt dat er een verschil is tussen de bevinding heden ten dage en de bevinding die we bij de oudvaders lezen?

In eigen omgeving zie ik dat er tranen met tuiten geschreid worden bij het lezen van hedendaagse predikanten en bij oudvaders niet.
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

CvdW schreef:Mooie woorden worden er geschreven.
Hoe komt het eigenlijk dat een boek als 'De geestelijke mens' van ds. Costerus niet doorploegd kan worden.
Is dit omdat ervaren wordt dat er een verschil is tussen de bevinding heden ten dage en de bevinding die we bij de oudvaders lezen?

In eigen omgeving zie ik dat er tranen met tuiten geschreid worden bij het lezen van hedendaagse predikanten en bij oudvaders niet.
De Geestelijke mens is inderdaad een niet zo gemakkelijk lezend boek. Ik denk een dat het ook komt door de lange zinnen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
CvdW
Berichten: 3250
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door CvdW »

Geldt dit dan ook voor het boek 'Het zien op Jezus'?
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

CvdW schreef:Geldt dit dan ook voor het boek 'Het zien op Jezus'?
Die heb ik niet thuis. Kan het dus niet zeggen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
CvdW
Berichten: 3250
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door CvdW »

Ik veronderstel dat ds. van Dieren deze wel heeft. Mag u misschien lenen.
Anders zelf kopen. Echt de moeite waard! Er zijn wel hele lange zinnen.
Steeds weer wordt in dit boek van mijzelf naar Hem gewezen.
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

CvdW schreef:Ik veronderstel dat ds. van Dieren deze wel heeft. Mag u misschien lenen.
Anders zelf kopen. Echt de moeite waard! Er zijn wel hele lange zinnen.
Steeds weer wordt in dit boek van mijzelf naar Hem gewezen.
Beste en lieve vriend,
Ik geloof dat ook wel, maar in een gemeente van een dergelijke omvang, waarin vrijwel alle taken zijn overgedragen aan de ouderlingen, omdat dominee ouder en zwakker wordt en desondanks vele huwelijken en begrafenissen moet (en nog mag!) leiden, waar we onze geliefde herder en leraar zo min mogelijk moeten lastig vallen. Ik begrijp wel dat hij dat wellicht niet zo zal vinden, maar als gemeente probeer je je predikant toch een weinig rust te gunnen. Dan ga je niet zo gemakkelijk naar de dominee. Dat is voornamelijk in geval van ernstige ziekte, sterven, begrijpt u?
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5222
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Van der Groe over Zondag 7 vr. 20:

Wij zullen deze zaak hier niet verder uiteenzetten, want van deze hoogst gewichtige Goddelijke waarheid van het geloof is het, dat de onderwijzer in deze Zondag gaat handelen. Hij gaat ons aantonen, nadat hij in de vorige Zondag van de Middelaar Gods en van de mensen, van onze gezegende Heere en Zaligmaker Jezus Christus, die ons van Gode tot wijsheid en zaligheid geschonken is, gehandeld heeft, hoe niet alle mensen uit hun rampzalige zonden staat door Hem weer verlost en gezaligd worden. Maar alleen de ware boetvaardigen, die met verzaking van alles, tot die grote Middelaar Christus Jezus hun toevlucht nemen en op Hem en Zijn offerande aan het kruis al hun vertrouwen stellen. En dan gaat hij dat geloof zelf, wat de arme uitverkoren zondaar alleen deel aan Christus en aan Zijn Goddelijke zoenofferande geeft, nader openleggen en beschrijven.
Dit zijn dan zeker zaken en waarheden van het grootste ge¬wicht, van welker rechte kennis onze eeuwige zaligheid afhangt. O, dat wij allen dat gewicht recht begrepen, door de genade van de Heilige Geest! En dat wij met onze harten recht nederig, ootmoe¬dig en begerig mochten verlangen, om de waarheid Gods, die ons alleen kan behouden en zalig maken, uit Zijn heilig Woord te leren. Hiertoe schenke de Heere ons Zijn Goddelijke genade, opdat wij onze eigen wijsheid in deze mogen verzaken; alle voor¬oordelen tegen Zijn Goddelijke waarheid geheel mogen afleggen. En dat wij de Heilige verborgenheden Zijns Koninkrijks als een kind mogen ontvangen!

Drie onderscheiden zaken verhandelt de Christelijke onderwij¬zer in deze Zondag:
1°. Toont hij aan, vraag 20, wie degenen zijn, die door de Heere Jezus Christus, de enige Middelaar Gods en van de mensen, waarlijk uit hun rampzalige zondestaat weer ver¬lost en behouden worden, namelijk: alle ware gelovigen.
2°. Dan gaat hij, vraag 21, nader handelen van de rechte aard en natuur van het ware geloof, dat ons alleen deel aan Christus en aan de eeuwige zaligheid geeft.
3°. En dan stelt hij ons eindelijk, vraag 22 en 23, de voorwerpen van het geloof voor ogen, zijnde al die Heilige Goddelijke waarheden, welke ieder Christen, door de genade van de Heilige Geest, recht te kennen en te geloven nodig heeft.

A. Wat dan de eerste zaak aangaat, deze stelt de onderwijzer ons zo voor: Worden dan alle mensen weer door Christus zalig, gelijk zij door Adam zijn verdoemd geworden? Hoe alle mensen inderdaad en in waarheid door Adam zijn verdoemd geworden en door zijn en hun eigen zonden, onder de vloek en toorn Gods gekomen zijn en alzo nu midden in de eeuwige dood en verdoemenis liggen, zonder enige hoop op verlossing door zich¬zelf of door enig schepsel in hemel of op aarde, heeft de onderwijzer ons tevoren klaar opengelegd en behandeld uit de Heilige Schrift. Daar¬op heeft hij ons toen verder voor ogen gesteld, hoe God in Zijn ondoorgrondelijke genade en barmhartigheid ons, arme zondaren, tot onze troost en eeuwige behoud, zijn eigen Zoon Jezus Christus heeft geschonken, tot een Zaligmaker en Verlosser, in de belofte van het Heilig Evangelie. Maar dit zo zijnde en dat ons uit het Heilige Evangelie geopenbaard zijnde, dat God alom onder ons laat verkondigen, is er nu niets gereder voor het verdorven ver¬stand van de mensen, dat door de zonde geheel verduisterd is en door de satan meer en meer verblind wordt, dan op een verkeerde wijze, in die letterlijke verkondiging van het Heilig Evangelie, zo zorge¬loos te gaan rusten. En het voor genoeg ter zaligheid te houden, dat hij met zijn verstand die waarheid van het Evangelie zo letterlijk begrepen heeft en dat hij die daarom ook al recht gelooft en alzo nu zeker zijn eeuwige zaligheid en behoud door Christus, uit vrije genade zal bekomen. Dit is de droevige en rampzalige toestand van de meeste onzer gereformeerde mondbelijders. Daar¬op wagen zij hun onsterfelijke zielen en gaan de eeuwigheid in met een uiterlijke inbeelding huns geestes en met een zorgeloze gerust-stelling, dat Christus hun Zaligmaker is en dat zij zeker door Hem zullen behouden en zalig worden.
En de meesten helaas, wor¬den hun jammerlijke dwaling en verschrikkelijk zielsbedrog niet ge¬waar voordat zij in de hel liggen en het voor hen eeuwig onmoge¬lijk is, de zaak weer te herstellen. En alzo is datzelfde Goddelijk Evangelie, dat de ware gelovigen een kracht Gods tot zaligheid en een reuk des levens ten leven is, dezen een reuk des doods ten eeuwige dode en ter verdoemenis, 2 Cor. 2: 16; omdat zij dit niet met een waar, levendig en boetvaardig geloof, maar alleen met een dood, ingebeeld geloof hebben gehoord en aangenomen. En het hun alzo een stuk geweest is, waarin zij door de duivel zijn gevan¬gen gehouden tot hun eeuwig verderf.
Wat is er dan noodzakelijker, dan de arme, blinde wereld, die haar eeuwige zaligheid zo licht, op een ijdel bedrog waagt, met een klaar en goed onderwijs, uit des Heeren heilig Woord tegemoet te komen en haar de waar¬heid van het zaligmakend geloof recht voor ogen te stellen, of het de Heere in Zijn ondoorgrondelijke barmhartigheid nog eens behagen mocht, het haar tot nut te doen zijn en het haar mocht dienen tot een ogenzalf, om ziende te worden?

Daarom stelt onze onderwijzer dan ook zodanige vraag voor en beantwoordt die zo zakelijk en zegt: Neen zij. Alsof hij zei: Ach nee! alle mensen, die het Evangelie der genade Gods horen, al houden zij het daarvoor, dat Christus hun Verlosser en Zaligmaker is, worden nochtans geenszins weer allen door Hem zalig. Maar alleen degenen, die Hem door een oprecht geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen.
Twee dingen stelt de onderwijzer hier neer, als noodzakelijke vereisten in al degenen, die door de Heere Jezus Christus van hun zonden verlost en zalig worden.
(1) Het eerste is, dat zij Christus door een oprecht geloof moeten worden ingelijfd en op het aller-nauwst in de geest met Hem verenigd moeten worden, zodat zij in Christus zijn en Christus ook weer in hun harten woont door het geloof, Eféze 3: 17. Deze waarheid wordt ons immers in de Heilige Schrift zeer klaar geleerd. Zie maar Rom. 11: 24, waar de Apostel zegt van de gelovige Romeinen, dat zij afgehouwen waren uit de olijfboom, die van nature wild was, zijnde de staat der zonde en dood in Adam: en dat zij tegen nature in de goede olijfboom, zijnde Christus, waren ingeënt. En hfd. 6: 5 leert hij ons, hoe de gelovigen met Christus, door die inenting of inlijving van het geloof, nu één plant waren geworden. En de Heere Jezus leert onszelf de noodzakelijkheid van die waarheid, Joh. 15: 14. Waar de Heere zegt, dat Hij de ware Wijnstok is en dat zij, die Hem door een oprecht geloof ingeënt waren, de ranken zijn. En die daarom, zouden zij vrucht kunnen dragen, door de werkzame en geestelijke oefening huns geloofs, in Hem, hun Wijnstok, Stam en Wortel, steeds moesten blijven. Deze inenting of inlijving der gelovigen in Christus is in de grond der zaak die inwendige en geestelijke vereniging van de harten van alle ware gelovigen met de Heere Jezus, hun dierbaar Hoofd en Zaligmaker, die in aanvang in hun hart woont, steeds opwast en eeuwig blijft, door de kracht van het ware geloof, wat de Heilige Geest door het Evangelie in hun harten werkt en versterkt. Want het geloof doet een arm verloren zondaar geheel uit zichzelf uitgaan, zichzelf geheel verzaken en zich wenden tot de Heere Jezus, om in Hem, uit vrije genade, zijn behoud en zaligheid te vinden. Door het geloof geeft een arm zondaar zichzelf geheel, met lichaam en ziel, in de hand van Christus over en blijft op Hem rusten en zich geheel op Hem verlaten. En zo gaat hij dan van hart en gewillig als het ware over in Christus en wordt Hem voor eeuwig ingelijfd. Zodat een gelovig zondaar dan niet meer op zichzelf staat en zichzelf leeft; nee, maar hij hangt nu met zijn gehele hart de Heere Jezus aan, evenals een lid aan het hoofd. Hij leeft nu alleen door het geloof des Zoons Gods, Gal. 2: 20. Hij vindt al zijn leven in Christus en daarom hangt hij Hem ook steeds met zijn gemoed aan, door het geloof en is en wordt alzo een geest met Christus, 1 Cor. 6: 16.
O, zalige inlijving in de Heere Jezus! Tot groter staat van heerlijkheid en geluk kan een arm zondaar niet verheven worden, dan alzo door het geloof één met Christus te worden en met Hem ondertrouwd te worden in eeuwigheid, Hos. 2: 18. Dit is dan nu het eerste vereiste in al degenen, die waarlijk door de Heere Jezus van al hun zonden verlost en zalig gemaakt worden van hun verdoemelijke staat in Adam.

(2) Hierbij voegt de onderwijzer nu nog een tweede en wel, dat zij ook door een oprecht geloof, al de weldaden van Christus aannemen. Te weten: al die Heilige en schone verbondsgoederen, die de Heere Jezus met Zijn bitter lijden en sterven en met Zijn voldoening aan de gerechtigheid Gods, voor al Zijn ware gelovigen verdiend en verworven heeft; als daar zijn: Godskennis, gunst, Geest, genade, vergeving der zonde, heiligmaking, vrede, troost, blijdschap, bescherming en verzegeling. En hierna de volmaakte, eeuwige verlossing en zaligheid. Zie, al die dierbare en kostelijke weldaden heeft Christus voor de arme doemwaardige zondaar verworven door Zijn bloed. En die stelt Hij de arme zondaar nu ook klaar voor in de beloften van het Heilig Evangelie en biedt hem die alle om niet aan, uit loutere genade, tot zijn eeuwige behoud. Zeg¬gende: Wie dorst heeft, kome! En wie wil, neme het water van de levens om niet! Openb. 22: 57. Zodra nu de Heilige Geest het geloof werkt in het hart van de uitverkoren zondaars, waardoor hij alzo de Heere Jezus waarlijk ingelijfd wordt, gelijk wij gehoord hebben, neemt die arme boetvaardige zondaar ook aanstonds met de hand van het geloof al die beloofde en aangeboden weldaden van Christus ootmoedig aan, als zijn eigen goed, dat hem uit vrije ge¬nade van God in Christus, tot zijn zaligheid geschonken wordt. Hij ziet hoezeer hij dat alles tot zijn eeuwige behoud nodig heeft en hoe hij ook niet één van al die weldaden van Christus missen of ontberen kan. Dit maakt zijn arme ellendige ziel naar die alle zeer begerig, door de heimelijke en innerlijke werking van de Heilige Geest, dat hij naar al die weldaden zeer hartelijk verlangt, gelijk een dorstig hert naar de waterstromen en hij rust niet, voor hij als uit de hand van Christus al dat beloofde goed ontvangen, aangenomen en gelovig aan zijn hart gebracht heeft en alzo nu waarlijk door het geloof deel aan Christus en aan al Zijn weldaden verkregen heeft.

Ziedaar! Deze twee zaken moeten noodzakelijk gevonden worden in alle zondaars, die de Heere Jezus tot hun Zaligmaker zullen ontvangen en door Hem van hun zonden en hun verdoemelijke staat in Adam weer verlost en voor eeuwig zalig gemaakt worden. Welk goed iemand verder ook mag bezitten, als hij deze dingen niet heeft, heeft hij ook geen deel aan Christus en kan door Hem ook niet behouden en zalig worden. Hoeveel hij zichzelf van Christus ook mag laten voorstaan en zich op zijn Christendom en op zijn geloof mag beroemen. Dit is een eeuwige en ontegenzeggelijke waarheid en God zal oordelen naar dit Zijn Evangelie. Zodat dan voor ons allen niet anders overblijft, dan hetgeen de Apostel ons zo ernstig vermaant, 2 Cor. 13: 5: Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt! Dat waarachtig en oprecht geloof toch alleen zal ons kunnen behouden, zoals de Heilige Geest dat werkt en versterkt door het Evangeliewoord, in de harten der uitverkorenen: want zonder dat geloof is het onmogelijk Gode te behagen, Hebr. 10: 6. God heeft wel de wereld alzo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon ons tot een Zaligmaker en Verlosser heeft gegeven. Maar dit is, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh. 3: 36.
Zie, alleen die ware en oprechte gelovigen worden door Christus behouden. Maar geenszins de blote naam en schijngelovigen. Want zovelen Hem aangenomen heb¬ben, die heeft hij macht gegeven kinderen Gods te worden, Joh. 1: 12. Men kan of mag hier dan een arm, verlegen zondaar geen andere raad geven, dan dat men tot hem zegge: "Uw ellende en doemwaardigheid is zo groot, dat alle schepselen in hemel of aarde u niet kunnen helpen, maar alleen de Heere Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Die moet uw enige Verlosser, Behouder en Zaligmaker zijn. En daarom, zoekt het geloof in Hem! En gij zult zalig worden," Hand. 16: 31.


Want het zal zijn, gelijk de Schrift zegt in Markus 16: 16: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, die zal zalig worden. Wat is er dan voor ons noodzakelijker, geliefden, dan dat wij door Gods genade een rechte kennis bekomen van dit waar en zaligmakend geloof. En dat wij verstaan mogen waarin dat ge¬loof eigenlijk bestaat; opdat wij onszelf ernstig daarbij mogen neerleggen en mogen onderzoeken, of wij door de genade des Heiligen Geestes en dat ware geloof zijn ingeplant en alzo deel aan Christus en Zijn zaligheid hebben? Hierom is het, dat onze Christelijke onderwijzer ook aanstonds een volkomen beschrijving van dat oprecht geloof, dat ons alleen behouden en zaligmaken kan, laat volgen, vragende: wat is een oprecht geloof?

Vr 21

B. De onderwijzer vraagt en onderzoekt hier dan, wat een oprecht geloof is. Nooit zullen wij de leer van onze onderwijzer over het geloof recht kunnen verklaren, tenzij wij in acht nemen, wat eigenlijk de zaak is, waarnaar hij onderzoek doet. De onder-wijzer drukt zijn ware mening hier zeer klaar uit. Hij vraagt niet in het algemeen: wat is geloof? of: wat houden de mensen zoal voor geloof? Ook vraagt hij niet: wat is het geloof in zijn volkomenheid, of in zijn verdere trap van volmaaktheid, zoals het van sommige kinderen Gods wordt bezeten? Of: wat is het wel¬wezen van het geloof, waarnaar men te allen tijde arbeiden, jagen en staan moet?
Nee, de zaak ligt hier veel eenvoudiger. De onderwijzer vraagt maar alleen naar een oprecht geloof, dat de mens deel aan Christus geeft en waardoor wij Christus en al Zijn weldaden tot onze zaligheid aannemen. Hij wil ons nu dat oprecht geloof gaan beschrijven, zoals wij dat door de genade Gods in onze harten moeten bezitten, indien wij door de Heere Jezus zullen behouden worden.
Komaan! Laat ons dat dan nu van onze Christelijke onderwijzer gaan vernemen, die ons in deze Catechismus de zuivere en onvervalste waarheid Gods leert, zoals de Heere die in Zijn dierbaar Woord aan ons geopenbaard heeft.
De onder¬wijzer beschrijft ons het oprechte geloof, dat ons alleen kan behouden en zaligmaken, in van deze voege: Een oprecht geloof is niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik het al voor waarachtig houd wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Maar ook een zeker vertrouwen, wat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen aan andere, maar ook aan mij, vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om de verdiensten van Christus.
Let wel! Hij noemt hier de zaak nog eens, wat hij anders zo niet gewoon is te doen van de andere leerstukken, om ons toch terdege te doen opmerken, dat hij ons hier anders niet dan eenvoudig het wezen van het geloof, of een oprecht geloof wil beschrijven, waardoor wij de Heere Jezus Christus worden ingelijfd en al Zijn weldaden deelachtig worden.
Weet geliefden, dat men het ware, zaligmakende geloof in de oude Gereformeerde kerk, op grond van Gods Heilige Woord, altijd in dier voege beschreven heeft, zoals de onderwijzer dit hier doet. De oude leraars mochten al eens andere woorden gebruiken. Maar in de grond kwamen hun beschrijvingen van het ware zaligmakend geloof met onze Catechismus toch zeer nauwkeurig overeen. Men kan in geen zaak van de wereld een groter en eenpariger harmonie of overeenkomst vinden, dan in de beschrijvingen, die de oude Gereformeerden omtrent het zaligmakend geloof gewoon waren te geven. De oude Gereformeerde kerk heeft het altijd eenparig daarvoor gehouden, dat deze geloofsbeschrijving van de Catechismus in alle delen goed, rechtzinnig en waarachtig is. En dat het oprecht zaligmakend geloof ons in zijn eigenlijke kracht, aard en natuur hier zeer wel beschreven wordt. Zodat wij ons daaraan standvastig moeten houden, als aan een vaste regel der Goddelijke geloofsleer, om niet af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus Jezus is.
Het is immers noodzakelijk, dat er ook geen de minste gedachte over¬blijft, dat ons ergens in onze Catechismus iets zou geleerd worden, strijdig met de eeuwige waarheid Gods. Men heeft dezelve van woord tot woord en van letter tot letter overwogen en met de hoogste eenparigheid op Gods Woord gegrond bevinden en tot een vast en onveranderlijk formulier onzer Gereformeerde leer vast¬gesteld, in die beroemde Nationale Synode van Dordrecht van 1618 en 1619.
En onze Hoge Overheid heeft toen, als een recht Christelijke Overheid en als voedsterheren der Kerk, bij een uitdrukkelijk Plakkaat, dat nog jaarlijks in alle kerkenraden moet worden voorgelezen, zeer ernstig gelast en bevolen, aan alle Predikanten in Nederland, zich in hun leer aan de Catechismus en aan de andere formulieren der leer te houden. En dat zij zich zorgvuldig moesten wachten iets te leren of te schrijven, dat daartegen strijdt.
Hierom heeft zeker beroemd oud leraar terecht gezegd, dat deze Catechismus altijd de doodsteek geweest is voor diegenen, die naar verandering stonden. Alzo mogen en kunnen wij immers geen ander geloof, of geen andere aard en natuur van het geloof in onze Gereformeerde Kerk leren, dan ons in deze 7e Zondag en verder in de ganse Catechismus zeer klaar en uitdrukkelijk wordt voorgehouden. Dit geloof alleen is het ware en zaligmakend geloof, door onze Gereformeerde Kerk altijd beleden. Daar mag geen leraar noch lidmaat van afwijken. Deze is onze ontwijfelbare geloofsleer. Al ons spreken, leren en schrijven van de ware aard en natuur van het geloof, moet daarmee geheel overeenstemmen, zonder ooit daarvan af te wijken of enige verandering in de natuur van het geloof voor te stellen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

Johann Gottfried Walther schreef:Van der Groe over Zondag 7 vr. 20:

Wij zullen deze zaak hier niet verder uiteenzetten, want van deze hoogst gewichtige Goddelijke waarheid van het geloof is het, dat de onderwijzer in deze Zondag gaat handelen. Hij gaat ons aantonen, nadat hij in de vorige Zondag van de Middelaar Gods en van de mensen, van onze gezegende Heere en Zaligmaker Jezus Christus, die ons van Gode tot wijsheid en zaligheid geschonken is, gehandeld heeft, hoe niet alle mensen uit hun rampzalige zonden staat door Hem weer verlost en gezaligd worden. Maar alleen de ware boetvaardigen, die met verzaking van alles, tot die grote Middelaar Christus Jezus hun toevlucht nemen en op Hem en Zijn offerande aan het kruis al hun vertrouwen stellen. En dan gaat hij dat geloof zelf, wat de arme uitverkoren zondaar alleen deel aan Christus en aan Zijn Goddelijke zoenofferande geeft, nader openleggen en beschrijven.
Dit zijn dan zeker zaken en waarheden van het grootste ge¬wicht, van welker rechte kennis onze eeuwige zaligheid afhangt. O, dat wij allen dat gewicht recht begrepen, door de genade van de Heilige Geest! En dat wij met onze harten recht nederig, ootmoe¬dig en begerig mochten verlangen, om de waarheid Gods, die ons alleen kan behouden en zalig maken, uit Zijn heilig Woord te leren. Hiertoe schenke de Heere ons Zijn Goddelijke genade, opdat wij onze eigen wijsheid in deze mogen verzaken; alle voor¬oordelen tegen Zijn Goddelijke waarheid geheel mogen afleggen. En dat wij de Heilige verborgenheden Zijns Koninkrijks als een kind mogen ontvangen!

Drie onderscheiden zaken verhandelt de Christelijke onderwij¬zer in deze Zondag:
1°. Toont hij aan, vraag 20, wie degenen zijn, die door de Heere Jezus Christus, de enige Middelaar Gods en van de mensen, waarlijk uit hun rampzalige zondestaat weer ver¬lost en behouden worden, namelijk: alle ware gelovigen.
2°. Dan gaat hij, vraag 21, nader handelen van de rechte aard en natuur van het ware geloof, dat ons alleen deel aan Christus en aan de eeuwige zaligheid geeft.
3°. En dan stelt hij ons eindelijk, vraag 22 en 23, de voorwerpen van het geloof voor ogen, zijnde al die Heilige Goddelijke waarheden, welke ieder Christen, door de genade van de Heilige Geest, recht te kennen en te geloven nodig heeft.

A. Wat dan de eerste zaak aangaat, deze stelt de onderwijzer ons zo voor: Worden dan alle mensen weer door Christus zalig, gelijk zij door Adam zijn verdoemd geworden? Hoe alle mensen inderdaad en in waarheid door Adam zijn verdoemd geworden en door zijn en hun eigen zonden, onder de vloek en toorn Gods gekomen zijn en alzo nu midden in de eeuwige dood en verdoemenis liggen, zonder enige hoop op verlossing door zich¬zelf of door enig schepsel in hemel of op aarde, heeft de onderwijzer ons tevoren klaar opengelegd en behandeld uit de Heilige Schrift. Daar¬op heeft hij ons toen verder voor ogen gesteld, hoe God in Zijn ondoorgrondelijke genade en barmhartigheid ons, arme zondaren, tot onze troost en eeuwige behoud, zijn eigen Zoon Jezus Christus heeft geschonken, tot een Zaligmaker en Verlosser, in de belofte van het Heilig Evangelie. Maar dit zo zijnde en dat ons uit het Heilige Evangelie geopenbaard zijnde, dat God alom onder ons laat verkondigen, is er nu niets gereder voor het verdorven ver¬stand van de mensen, dat door de zonde geheel verduisterd is en door de satan meer en meer verblind wordt, dan op een verkeerde wijze, in die letterlijke verkondiging van het Heilig Evangelie, zo zorge¬loos te gaan rusten. En het voor genoeg ter zaligheid te houden, dat hij met zijn verstand die waarheid van het Evangelie zo letterlijk begrepen heeft en dat hij die daarom ook al recht gelooft en alzo nu zeker zijn eeuwige zaligheid en behoud door Christus, uit vrije genade zal bekomen. Dit is de droevige en rampzalige toestand van de meeste onzer gereformeerde mondbelijders. Daar¬op wagen zij hun onsterfelijke zielen en gaan de eeuwigheid in met een uiterlijke inbeelding huns geestes en met een zorgeloze gerust-stelling, dat Christus hun Zaligmaker is en dat zij zeker door Hem zullen behouden en zalig worden.
En de meesten helaas, wor¬den hun jammerlijke dwaling en verschrikkelijk zielsbedrog niet ge¬waar voordat zij in de hel liggen en het voor hen eeuwig onmoge¬lijk is, de zaak weer te herstellen. En alzo is datzelfde Goddelijk Evangelie, dat de ware gelovigen een kracht Gods tot zaligheid en een reuk des levens ten leven is, dezen een reuk des doods ten eeuwige dode en ter verdoemenis, 2 Cor. 2: 16; omdat zij dit niet met een waar, levendig en boetvaardig geloof, maar alleen met een dood, ingebeeld geloof hebben gehoord en aangenomen. En het hun alzo een stuk geweest is, waarin zij door de duivel zijn gevan¬gen gehouden tot hun eeuwig verderf.
Wat is er dan noodzakelijker, dan de arme, blinde wereld, die haar eeuwige zaligheid zo licht, op een ijdel bedrog waagt, met een klaar en goed onderwijs, uit des Heeren heilig Woord tegemoet te komen en haar de waar¬heid van het zaligmakend geloof recht voor ogen te stellen, of het de Heere in Zijn ondoorgrondelijke barmhartigheid nog eens behagen mocht, het haar tot nut te doen zijn en het haar mocht dienen tot een ogenzalf, om ziende te worden?

Daarom stelt onze onderwijzer dan ook zodanige vraag voor en beantwoordt die zo zakelijk en zegt: Neen zij. Alsof hij zei: Ach nee! alle mensen, die het Evangelie der genade Gods horen, al houden zij het daarvoor, dat Christus hun Verlosser en Zaligmaker is, worden nochtans geenszins weer allen door Hem zalig. Maar alleen degenen, die Hem door een oprecht geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen.
Twee dingen stelt de onderwijzer hier neer, als noodzakelijke vereisten in al degenen, die door de Heere Jezus Christus van hun zonden verlost en zalig worden.
(1) Het eerste is, dat zij Christus door een oprecht geloof moeten worden ingelijfd en op het aller-nauwst in de geest met Hem verenigd moeten worden, zodat zij in Christus zijn en Christus ook weer in hun harten woont door het geloof, Eféze 3: 17. Deze waarheid wordt ons immers in de Heilige Schrift zeer klaar geleerd. Zie maar Rom. 11: 24, waar de Apostel zegt van de gelovige Romeinen, dat zij afgehouwen waren uit de olijfboom, die van nature wild was, zijnde de staat der zonde en dood in Adam: en dat zij tegen nature in de goede olijfboom, zijnde Christus, waren ingeënt. En hfd. 6: 5 leert hij ons, hoe de gelovigen met Christus, door die inenting of inlijving van het geloof, nu één plant waren geworden. En de Heere Jezus leert onszelf de noodzakelijkheid van die waarheid, Joh. 15: 14. Waar de Heere zegt, dat Hij de ware Wijnstok is en dat zij, die Hem door een oprecht geloof ingeënt waren, de ranken zijn. En die daarom, zouden zij vrucht kunnen dragen, door de werkzame en geestelijke oefening huns geloofs, in Hem, hun Wijnstok, Stam en Wortel, steeds moesten blijven. Deze inenting of inlijving der gelovigen in Christus is in de grond der zaak die inwendige en geestelijke vereniging van de harten van alle ware gelovigen met de Heere Jezus, hun dierbaar Hoofd en Zaligmaker, die in aanvang in hun hart woont, steeds opwast en eeuwig blijft, door de kracht van het ware geloof, wat de Heilige Geest door het Evangelie in hun harten werkt en versterkt. Want het geloof doet een arm verloren zondaar geheel uit zichzelf uitgaan, zichzelf geheel verzaken en zich wenden tot de Heere Jezus, om in Hem, uit vrije genade, zijn behoud en zaligheid te vinden. Door het geloof geeft een arm zondaar zichzelf geheel, met lichaam en ziel, in de hand van Christus over en blijft op Hem rusten en zich geheel op Hem verlaten. En zo gaat hij dan van hart en gewillig als het ware over in Christus en wordt Hem voor eeuwig ingelijfd. Zodat een gelovig zondaar dan niet meer op zichzelf staat en zichzelf leeft; nee, maar hij hangt nu met zijn gehele hart de Heere Jezus aan, evenals een lid aan het hoofd. Hij leeft nu alleen door het geloof des Zoons Gods, Gal. 2: 20. Hij vindt al zijn leven in Christus en daarom hangt hij Hem ook steeds met zijn gemoed aan, door het geloof en is en wordt alzo een geest met Christus, 1 Cor. 6: 16.
O, zalige inlijving in de Heere Jezus! Tot groter staat van heerlijkheid en geluk kan een arm zondaar niet verheven worden, dan alzo door het geloof één met Christus te worden en met Hem ondertrouwd te worden in eeuwigheid, Hos. 2: 18. Dit is dan nu het eerste vereiste in al degenen, die waarlijk door de Heere Jezus van al hun zonden verlost en zalig gemaakt worden van hun verdoemelijke staat in Adam.

(2) Hierbij voegt de onderwijzer nu nog een tweede en wel, dat zij ook door een oprecht geloof, al de weldaden van Christus aannemen. Te weten: al die Heilige en schone verbondsgoederen, die de Heere Jezus met Zijn bitter lijden en sterven en met Zijn voldoening aan de gerechtigheid Gods, voor al Zijn ware gelovigen verdiend en verworven heeft; als daar zijn: Godskennis, gunst, Geest, genade, vergeving der zonde, heiligmaking, vrede, troost, blijdschap, bescherming en verzegeling. En hierna de volmaakte, eeuwige verlossing en zaligheid. Zie, al die dierbare en kostelijke weldaden heeft Christus voor de arme doemwaardige zondaar verworven door Zijn bloed. En die stelt Hij de arme zondaar nu ook klaar voor in de beloften van het Heilig Evangelie en biedt hem die alle om niet aan, uit loutere genade, tot zijn eeuwige behoud. Zeg¬gende: Wie dorst heeft, kome! En wie wil, neme het water van de levens om niet! Openb. 22: 57. Zodra nu de Heilige Geest het geloof werkt in het hart van de uitverkoren zondaars, waardoor hij alzo de Heere Jezus waarlijk ingelijfd wordt, gelijk wij gehoord hebben, neemt die arme boetvaardige zondaar ook aanstonds met de hand van het geloof al die beloofde en aangeboden weldaden van Christus ootmoedig aan, als zijn eigen goed, dat hem uit vrije ge¬nade van God in Christus, tot zijn zaligheid geschonken wordt. Hij ziet hoezeer hij dat alles tot zijn eeuwige behoud nodig heeft en hoe hij ook niet één van al die weldaden van Christus missen of ontberen kan. Dit maakt zijn arme ellendige ziel naar die alle zeer begerig, door de heimelijke en innerlijke werking van de Heilige Geest, dat hij naar al die weldaden zeer hartelijk verlangt, gelijk een dorstig hert naar de waterstromen en hij rust niet, voor hij als uit de hand van Christus al dat beloofde goed ontvangen, aangenomen en gelovig aan zijn hart gebracht heeft en alzo nu waarlijk door het geloof deel aan Christus en aan al Zijn weldaden verkregen heeft.

Ziedaar! Deze twee zaken moeten noodzakelijk gevonden worden in alle zondaars, die de Heere Jezus tot hun Zaligmaker zullen ontvangen en door Hem van hun zonden en hun verdoemelijke staat in Adam weer verlost en voor eeuwig zalig gemaakt worden. Welk goed iemand verder ook mag bezitten, als hij deze dingen niet heeft, heeft hij ook geen deel aan Christus en kan door Hem ook niet behouden en zalig worden. Hoeveel hij zichzelf van Christus ook mag laten voorstaan en zich op zijn Christendom en op zijn geloof mag beroemen. Dit is een eeuwige en ontegenzeggelijke waarheid en God zal oordelen naar dit Zijn Evangelie. Zodat dan voor ons allen niet anders overblijft, dan hetgeen de Apostel ons zo ernstig vermaant, 2 Cor. 13: 5: Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt! Dat waarachtig en oprecht geloof toch alleen zal ons kunnen behouden, zoals de Heilige Geest dat werkt en versterkt door het Evangeliewoord, in de harten der uitverkorenen: want zonder dat geloof is het onmogelijk Gode te behagen, Hebr. 10: 6. God heeft wel de wereld alzo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon ons tot een Zaligmaker en Verlosser heeft gegeven. Maar dit is, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh. 3: 36.
Zie, alleen die ware en oprechte gelovigen worden door Christus behouden. Maar geenszins de blote naam en schijngelovigen. Want zovelen Hem aangenomen heb¬ben, die heeft hij macht gegeven kinderen Gods te worden, Joh. 1: 12. Men kan of mag hier dan een arm, verlegen zondaar geen andere raad geven, dan dat men tot hem zegge: "Uw ellende en doemwaardigheid is zo groot, dat alle schepselen in hemel of aarde u niet kunnen helpen, maar alleen de Heere Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Die moet uw enige Verlosser, Behouder en Zaligmaker zijn. En daarom, zoekt het geloof in Hem! En gij zult zalig worden," Hand. 16: 31.


Want het zal zijn, gelijk de Schrift zegt in Markus 16: 16: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, die zal zalig worden. Wat is er dan voor ons noodzakelijker, geliefden, dan dat wij door Gods genade een rechte kennis bekomen van dit waar en zaligmakend geloof. En dat wij verstaan mogen waarin dat ge¬loof eigenlijk bestaat; opdat wij onszelf ernstig daarbij mogen neerleggen en mogen onderzoeken, of wij door de genade des Heiligen Geestes en dat ware geloof zijn ingeplant en alzo deel aan Christus en Zijn zaligheid hebben? Hierom is het, dat onze Christelijke onderwijzer ook aanstonds een volkomen beschrijving van dat oprecht geloof, dat ons alleen behouden en zaligmaken kan, laat volgen, vragende: wat is een oprecht geloof?

Vr 21

B. De onderwijzer vraagt en onderzoekt hier dan, wat een oprecht geloof is. Nooit zullen wij de leer van onze onderwijzer over het geloof recht kunnen verklaren, tenzij wij in acht nemen, wat eigenlijk de zaak is, waarnaar hij onderzoek doet. De onder-wijzer drukt zijn ware mening hier zeer klaar uit. Hij vraagt niet in het algemeen: wat is geloof? of: wat houden de mensen zoal voor geloof? Ook vraagt hij niet: wat is het geloof in zijn volkomenheid, of in zijn verdere trap van volmaaktheid, zoals het van sommige kinderen Gods wordt bezeten? Of: wat is het wel¬wezen van het geloof, waarnaar men te allen tijde arbeiden, jagen en staan moet?
Nee, de zaak ligt hier veel eenvoudiger. De onderwijzer vraagt maar alleen naar een oprecht geloof, dat de mens deel aan Christus geeft en waardoor wij Christus en al Zijn weldaden tot onze zaligheid aannemen. Hij wil ons nu dat oprecht geloof gaan beschrijven, zoals wij dat door de genade Gods in onze harten moeten bezitten, indien wij door de Heere Jezus zullen behouden worden.
Komaan! Laat ons dat dan nu van onze Christelijke onderwijzer gaan vernemen, die ons in deze Catechismus de zuivere en onvervalste waarheid Gods leert, zoals de Heere die in Zijn dierbaar Woord aan ons geopenbaard heeft.
De onder¬wijzer beschrijft ons het oprechte geloof, dat ons alleen kan behouden en zaligmaken, in van deze voege: Een oprecht geloof is niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik het al voor waarachtig houd wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Maar ook een zeker vertrouwen, wat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen aan andere, maar ook aan mij, vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om de verdiensten van Christus.
Let wel! Hij noemt hier de zaak nog eens, wat hij anders zo niet gewoon is te doen van de andere leerstukken, om ons toch terdege te doen opmerken, dat hij ons hier anders niet dan eenvoudig het wezen van het geloof, of een oprecht geloof wil beschrijven, waardoor wij de Heere Jezus Christus worden ingelijfd en al Zijn weldaden deelachtig worden.
Weet geliefden, dat men het ware, zaligmakende geloof in de oude Gereformeerde kerk, op grond van Gods Heilige Woord, altijd in dier voege beschreven heeft, zoals de onderwijzer dit hier doet. De oude leraars mochten al eens andere woorden gebruiken. Maar in de grond kwamen hun beschrijvingen van het ware zaligmakend geloof met onze Catechismus toch zeer nauwkeurig overeen. Men kan in geen zaak van de wereld een groter en eenpariger harmonie of overeenkomst vinden, dan in de beschrijvingen, die de oude Gereformeerden omtrent het zaligmakend geloof gewoon waren te geven. De oude Gereformeerde kerk heeft het altijd eenparig daarvoor gehouden, dat deze geloofsbeschrijving van de Catechismus in alle delen goed, rechtzinnig en waarachtig is. En dat het oprecht zaligmakend geloof ons in zijn eigenlijke kracht, aard en natuur hier zeer wel beschreven wordt. Zodat wij ons daaraan standvastig moeten houden, als aan een vaste regel der Goddelijke geloofsleer, om niet af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus Jezus is.
Het is immers noodzakelijk, dat er ook geen de minste gedachte over¬blijft, dat ons ergens in onze Catechismus iets zou geleerd worden, strijdig met de eeuwige waarheid Gods. Men heeft dezelve van woord tot woord en van letter tot letter overwogen en met de hoogste eenparigheid op Gods Woord gegrond bevinden en tot een vast en onveranderlijk formulier onzer Gereformeerde leer vast¬gesteld, in die beroemde Nationale Synode van Dordrecht van 1618 en 1619.
En onze Hoge Overheid heeft toen, als een recht Christelijke Overheid en als voedsterheren der Kerk, bij een uitdrukkelijk Plakkaat, dat nog jaarlijks in alle kerkenraden moet worden voorgelezen, zeer ernstig gelast en bevolen, aan alle Predikanten in Nederland, zich in hun leer aan de Catechismus en aan de andere formulieren der leer te houden. En dat zij zich zorgvuldig moesten wachten iets te leren of te schrijven, dat daartegen strijdt.
Hierom heeft zeker beroemd oud leraar terecht gezegd, dat deze Catechismus altijd de doodsteek geweest is voor diegenen, die naar verandering stonden. Alzo mogen en kunnen wij immers geen ander geloof, of geen andere aard en natuur van het geloof in onze Gereformeerde Kerk leren, dan ons in deze 7e Zondag en verder in de ganse Catechismus zeer klaar en uitdrukkelijk wordt voorgehouden. Dit geloof alleen is het ware en zaligmakend geloof, door onze Gereformeerde Kerk altijd beleden. Daar mag geen leraar noch lidmaat van afwijken. Deze is onze ontwijfelbare geloofsleer. Al ons spreken, leren en schrijven van de ware aard en natuur van het geloof, moet daarmee geheel overeenstemmen, zonder ooit daarvan af te wijken of enige verandering in de natuur van het geloof voor te stellen.
Staat de tekst online? Mag ik dan de link?
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

Gisteravond gelezen:
In de Gezinsgids staat een interview met een van onze ouderlingen. Hij schrijft ook voor een plaatselijk huis-aan-huis-blad, waar ik eerder al een een link van had doorgegeven.

Het interview eindigt met:
Is het niet een gevaar dat jongeren denken: Zulke geestelijke zaken gebeurden alleen maar vroeger?
en dan antwoordt hij:
Ik begrijp deze vraag. Toch schrijf ik bewust geen verhalen over mensen die nu nog leven. Geestelijke lessen geeft de Heere nog steeds. Toch geloof ik dat er in vroeger jaren een meer aangebonden leven was. De mensen leefden afhankelijker en de Heilige Geest werkte meer dóór in het leven van Gods kinderen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
Nasrani
Berichten: 1853
Lid geworden op: 21 dec 2016, 21:36

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door Nasrani »

-DIA- schreef:Gisteravond gelezen:
In de Gezinsgids staat een interview met een van onze ouderlingen. Hij schrijft ook voor een plaatselijk huis-aan-huis-blad, waar ik eerder al een een link van had doorgegeven.

Het interview eindigt met:
Is het niet een gevaar dat jongeren denken: Zulke geestelijke zaken gebeurden alleen maar vroeger?
en dan antwoordt hij:
Ik begrijp deze vraag. Toch schrijf ik bewust geen verhalen over mensen die nu nog leven. Geestelijke lessen geeft de Heere nog steeds. Toch geloof ik dat er in vroeger jaren een meer aangebonden leven was. De mensen leefden afhankelijker en de Heilige Geest werkte meer dóór in het leven van Gods kinderen.
Dat laatste klopt niet mijns inziens. Dan zou het aan God liggen. Het ligt voor 100% aan mensen. We leven niet meer afhankelijk, denken alles zelf te kunnen. En we zijn veel te druk om de Heilige Geest in ons te laten werken.
Wij leven in een wereld waarin bijna alles ons afleidt van God.
Daarom zullen we keuzes moeten maken als we een vertrouwelijke omgang met God willen.
eilander
Moderator
Berichten: 16786
Lid geworden op: 15 okt 2007, 21:42

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door eilander »

-DIA- schreef:Gisteravond gelezen:
In de Gezinsgids staat een interview met een van onze ouderlingen. Hij schrijft ook voor een plaatselijk huis-aan-huis-blad, waar ik eerder al een een link van had doorgegeven.

Het interview eindigt met:
Is het niet een gevaar dat jongeren denken: Zulke geestelijke zaken gebeurden alleen maar vroeger?
en dan antwoordt hij:
Ik begrijp deze vraag. Toch schrijf ik bewust geen verhalen over mensen die nu nog leven. Geestelijke lessen geeft de Heere nog steeds. Toch geloof ik dat er in vroeger jaren een meer aangebonden leven was. De mensen leefden afhankelijker en de Heilige Geest werkte meer dóór in het leven van Gods kinderen.
Ik denk dat het waar is, al kan ik het ook niet zo goed beoordelen: als verhalen over Gods kinderen van vroeger leest, kan de indruk ontstaan dat iedereen zo leefde, maar dat is natuurlijk niet zo.

Belangrijker nog vind ik het volgende: ik mag er toch vanuit gaan dat deze ouderling de verhalen schrijft, niet vanuit een soort nostalgie, maar om de jongeren van nu te laten zien: dezelfde God leeft nog en werkt nog! Zijn Woord is nog hetzelfde, en nog even betrouwbaar als altijd. En daar staat nog steeds in "Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen". Alles wat we daarop zeggen dat begint met 'ja, maar....' is ongeloof. Nu weet de Heere zelfs daar wel raad mee....!

In onze familiekring gaat het ook wel eens over het geestelijk leven van het voorgeslacht, maar daar kunnen we niet mee voor God verschijnen. En als ik dan zeg dat we diezelfde God moeten zoeken, krijg ik als antwoord: "Jij denkt dat het zomaar gaat." Of nog veel erger: "Er worden geen mensen meer bekeerd". Ik kan daar echt heel verdrietig om worden.
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

eilander schreef:
-DIA- schreef:Gisteravond gelezen:
In de Gezinsgids staat een interview met een van onze ouderlingen. Hij schrijft ook voor een plaatselijk huis-aan-huis-blad, waar ik eerder al een een link van had doorgegeven.

Het interview eindigt met:
Is het niet een gevaar dat jongeren denken: Zulke geestelijke zaken gebeurden alleen maar vroeger?
en dan antwoordt hij:
Ik begrijp deze vraag. Toch schrijf ik bewust geen verhalen over mensen die nu nog leven. Geestelijke lessen geeft de Heere nog steeds. Toch geloof ik dat er in vroeger jaren een meer aangebonden leven was. De mensen leefden afhankelijker en de Heilige Geest werkte meer dóór in het leven van Gods kinderen.
Ik denk dat het waar is, al kan ik het ook niet zo goed beoordelen: als verhalen over Gods kinderen van vroeger leest, kan de indruk ontstaan dat iedereen zo leefde, maar dat is natuurlijk niet zo.

Belangrijker nog vind ik het volgende: ik mag er toch vanuit gaan dat deze ouderling de verhalen schrijft, niet vanuit een soort nostalgie, maar om de jongeren van nu te laten zien: dezelfde God leeft nog en werkt nog! Zijn Woord is nog hetzelfde, en nog even betrouwbaar als altijd. En daar staat nog steeds in "Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen". Alles wat we daarop zeggen dat begint met 'ja, maar....' is ongeloof. Nu weet de Heere zelfs daar wel raad mee....!

In onze familiekring gaat het ook wel eens over het geestelijk leven van het voorgeslacht, maar daar kunnen we niet mee voor God verschijnen. En als ik dan zeg dat we diezelfde God moeten zoeken, krijg ik als antwoord: "Jij denkt dat het zomaar gaat." Of nog veel erger: "Er worden geen mensen meer bekeerd". Ik kan daar echt heel verdrietig om worden.
God verandert niet, Zijn werk ook niet. Maar we kunnen wel uit de ervaring spreken dat Gods Geest meer wijkt. Dat hebben wij zelf als een oordeel over ons gehaald. Wij en onze vaderen hebben God verlaten, Die zoveel wonderen had verricht.
Ja, en Dezelfde God leeft nog, werkt nog, maar zoals deze ouderling ook opmerkt: Het doorbrekende werk wat we eerder kenden is veel minder. Als we daarover moeten klagen dan moeten we niet naar een ander wijzen maar bij onszelf blijven.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
eilander
Moderator
Berichten: 16786
Lid geworden op: 15 okt 2007, 21:42

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door eilander »

-DIA- schreef:
eilander schreef:Ik denk dat het waar is, al kan ik het ook niet zo goed beoordelen: als verhalen over Gods kinderen van vroeger leest, kan de indruk ontstaan dat iedereen zo leefde, maar dat is natuurlijk niet zo.

Belangrijker nog vind ik het volgende: ik mag er toch vanuit gaan dat deze ouderling de verhalen schrijft, niet vanuit een soort nostalgie, maar om de jongeren van nu te laten zien: dezelfde God leeft nog en werkt nog! Zijn Woord is nog hetzelfde, en nog even betrouwbaar als altijd. En daar staat nog steeds in "Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen". Alles wat we daarop zeggen dat begint met 'ja, maar....' is ongeloof. Nu weet de Heere zelfs daar wel raad mee....!

In onze familiekring gaat het ook wel eens over het geestelijk leven van het voorgeslacht, maar daar kunnen we niet mee voor God verschijnen. En als ik dan zeg dat we diezelfde God moeten zoeken, krijg ik als antwoord: "Jij denkt dat het zomaar gaat." Of nog veel erger: "Er worden geen mensen meer bekeerd". Ik kan daar echt heel verdrietig om worden.
God verandert niet, Zijn werk ook niet. Maar we kunnen wel uit de ervaring spreken dat Gods Geest meer wijkt. Dat hebben wij zelf als een oordeel over ons gehaald. Wij en onze vaderen hebben God verlaten, Die zoveel wonderen had verricht.
Ja, en Dezelfde God leeft nog, werkt nog, maar zoals deze ouderling ook opmerkt: Het doorbrekende werk wat we eerder kenden is veel minder. Als we daarover moeten klagen dan moeten we niet naar een ander wijzen maar bij onszelf blijven.
We moeten voor twee dingen in elk geval echt oppassen:
1. Dat we de Heere niet tekort doen, en niet goed van Hem spreken
2. Dat we (met name) jongeren de indruk geven dat zalig worden onmogelijk(er) is.
En ik ben bang dat we de bovenstaande klachten 'voer geven' aan de opmerkingen die ik hierboven citeerde.
Zolang we Gods Woord hebben en de prediking, is de Heere op zoek naar zondaren die naar Hem niet vragen.
-DIA-
Berichten: 33959
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door -DIA- »

eilander schreef:
-DIA- schreef:
eilander schreef:Ik denk dat het waar is, al kan ik het ook niet zo goed beoordelen: als verhalen over Gods kinderen van vroeger leest, kan de indruk ontstaan dat iedereen zo leefde, maar dat is natuurlijk niet zo.

Belangrijker nog vind ik het volgende: ik mag er toch vanuit gaan dat deze ouderling de verhalen schrijft, niet vanuit een soort nostalgie, maar om de jongeren van nu te laten zien: dezelfde God leeft nog en werkt nog! Zijn Woord is nog hetzelfde, en nog even betrouwbaar als altijd. En daar staat nog steeds in "Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen". Alles wat we daarop zeggen dat begint met 'ja, maar....' is ongeloof. Nu weet de Heere zelfs daar wel raad mee....!

In onze familiekring gaat het ook wel eens over het geestelijk leven van het voorgeslacht, maar daar kunnen we niet mee voor God verschijnen. En als ik dan zeg dat we diezelfde God moeten zoeken, krijg ik als antwoord: "Jij denkt dat het zomaar gaat." Of nog veel erger: "Er worden geen mensen meer bekeerd". Ik kan daar echt heel verdrietig om worden.
God verandert niet, Zijn werk ook niet. Maar we kunnen wel uit de ervaring spreken dat Gods Geest meer wijkt. Dat hebben wij zelf als een oordeel over ons gehaald. Wij en onze vaderen hebben God verlaten, Die zoveel wonderen had verricht.
Ja, en Dezelfde God leeft nog, werkt nog, maar zoals deze ouderling ook opmerkt: Het doorbrekende werk wat we eerder kenden is veel minder. Als we daarover moeten klagen dan moeten we niet naar een ander wijzen maar bij onszelf blijven.
We moeten voor twee dingen in elk geval echt oppassen:
1. Dat we de Heere niet tekort doen, en niet goed van Hem spreken
2. Dat we (met name) jongeren de indruk geven dat zalig worden onmogelijk(er) is.
En ik ben bang dat we de bovenstaande klachten 'voer geven' aan de opmerkingen die ik hierboven citeerde.
Zolang we Gods Woord hebben en de prediking, is de Heere op zoek naar zondaren die naar Hem niet vragen.
Heb ik voor bovenstaande punten aanleiding gegeven?
Heb ik geklaagd? Ik neem dingen waar die me heel diep aangrijpen.
Soms, zo lijkt het, een (diep?) wantrouwen. Dat kan ik niet altijd beoordelen,
maar je voelt wel eens wat. Iets wat je niet kunt (of mag) uitspreken.
Dat drukt me, dat kan mensen ook ziek maken. Ik wil daar niet verder op ingaan.
Laat het maar.
De enige die ik wantrouw ben ikzelf. Laten we alstublieft maar bij onszelf blijven.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Moderamen
Berichten: 676
Lid geworden op: 18 jan 2017, 19:36

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [3]

Bericht door Moderamen »

Waarom toch altijd zo treurig? God werkt zo duidelijk, ook onder de jongeren. De avondmaalstafels zitten in veel gemeenten nog niet vol, maar wel "voller", tenminste hier in mijn regio. En dat in een ondergaande wereld. Wat een zegen! Dat er van het leven van de hedendaags bekeerden wellicht geen nostalgische boekjes te schrijven zijn doet er niet zo veel toe. Ik zou zeker niet durven zeggen dat Gods Geest van ons wijkt. Dat lijkt me ook een slag in het aangezicht van God, een belediging. Iets dat wij ook niet zomaar moeten beoordelen door een beetje om ons heen te kijken en daardoor maar die conclusie te trekken. Pas daar toch alsjeblieft mee op.

Ander onderwerp:
http://www.rd.nl/kerk-religie/ds-c-hari ... -1.1396698
Lees!
Gesloten