Tiberius schreef:Ik niet. Ellendekennis hoort wezenlijk binnen de wedergeboorte.
Dit is NIET Bijbels te gronden!! Evenals een toeleidende weg tot Christus; die uitdrukking komt ook in de Bijbel niet voor. Heimelijk probeert de mens die zogenaamde weg aan de wedergeboorte vast te plakken. Gods Woord spreekt: Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. En de mens zal met zijn verduisterd verstand weten dat hij getrokken wordt? Misschien een hoopje als een speldeknopje, maar de ware hoop, de ware troost leren we in HC zondag 1: Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven niet mijn maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben
De statenvertalers leren in de kanttekening bij Rom. 6:3-4 het tegendeel. Ik lees daar van drie trappen in de wedergeboorte, welke begint met de verzoening (vergeving van zonden).
Zo'n opmerking maakt een soort half verloste mensen met een hoop. Van denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen zal zijn een huis der spinnekop. Dat is, het goed dat hij hoopt; hetwelk gezegd wordt een verdriet of walg van den huichelaar te zullen hebben, omdat het hem niet aankomen, maar van hem vlieden zal. Vergelijk Ps. 95:10. Anders, wiens hoop zal afgesneden worden.
Neem de H. Doop als bad der wedergeboorte: dat is, een sterven met Christus en een leven met Christus en dat in een punt des tijds. Tegenwoordig leert men dat men bij wijze van spreken een levenlang 'onder water (=bloed van Christus= vergeving/verzoening: geschiedt in een stonde tijds) kan blijven' in de dood kan blijven, zolang er geen Evangelisch berouw is, kan er overtuiging zijn wat er is, maar die mens ligt altijd nog geestelijk dood onder de vloek van de wet.
Er is maar één weg naar de zaligheid, geen toeleidende weg, maar één weg: Christus: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Kantt.: Dat is, de weg en het middel om tot het eeuwige leven te komen is de rechte kennis Gods en des Middelaars Jezus Christus, namelijk vergezeld met een vast vertrouwen; gelijk dit woord ook genomen wordt Jes. 53:11.
Zonder vergeving der zonden is er geen sprake van wedergeboorte: Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. Ik schrijf u, kinderkens (Namelijk die nog jong van jaren zijt), want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil.
Ik schrijf u, vaders! want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt den boze overwonnen. Ik schrijf u, kinderen, want gij hebt den Vader gekend.
vdGroe: 'een bloot werk van overtuiging, hoedanig het dan ook wezen moge, op zichzelf, niemand enig part of deel aan Christus en aan de zaligheid geven.' en 'Niemand moet derhalve zijn staat of de hope zijner zaligheid immer bouwen op een grond van blote overtuiging, maar alleen op Christus door een oprecht geloof.' en 'dat zolang iemand de Heere Jezus niet kent, met een geestelijke en gelovige kennis van bijzondere toeëigening voor zich zichzelve en van een hartelijk vertrouwen op Hem en Zijn genade, op grond van de beloften des Heiligen Evangelies, hij dan ook nog geen ware zaligmakende overtuiging bekomen heeft welke ontdekking van zonde en vloek, verdoemenis, onmacht enz. hij schoon anders ook al in zich bevinden moge, en hoe grotelijks beangst en bekommerd hij daaronder ook wezen moge.'
Waleüs (statenvertaler): (blz. 360 Synopsis): Hoe 'geschikt' (door de hoogste en zwaarste overtuigingen en ellendekennis) de mens ook gemaakt, deze genade (=wedergeboorte) niet verschuldigd is, daar de mens ook in deze geschiktheid hoe die ook zij der veroordeling schuldig is; welke veroordeling niet opgeheven wordt dan van degenen die in Christus zijn, en die wandelen niet naar het vlees, maar naar de Geest, Rom. 8:1, Kol. 1:12-13, Joh. 15:22.