institutie deel 4
Want ofschoon de kinderen op het ogenblik, waarop ze
besneden werden, met hun verstand niet begrepen, wat de bedoeling van dat teken
was, werden ze toch waarlijk besneden tot doding van hun verdorven en bezoedelde
natuur, om daarover later, wanneer ze volwassen waren, na te denken. Kortom, deze
tegenwerping kan zonder moeite weerlegd worden hierdoor, dat de kinderen gedoopt
worden tot de toekomstige bekering en het toekomstige geloof; want ofschoon die nog
niet in hen gevormd zijn, ligt toch het zaad van beide door de verborgen werking des
Geestes reeds in de kinderen besloten.
Twee wegen, op welke weg begeeft zich een gedoopt kind zich volgens Calvijn?[/quote]
Hij heeft het over iets dat in de toekomst gaat gebeuren, niet dat ze al wedergeboren zijn. Het woord zaad vind ik persoonlijk niet zo'n gelukkige uitdrukking van Calvijn. Want dat zou opgevat kunnen worden als dat de kiem van wedergeboorte wordt ingestort. Ik denk dat Calvijn daarmee heeft willen uitdrukken de verborgen werking van de Heilige Geest die zo,'n kind later de betekenis van de doop leert verstaan.[/quote]
Kijk eens naar de visie op de doop van Calvijn en beantwoord daarna de op welke weg zich de dopeling begeeft nogmaals.
D1. De Doop is een teken der inwijding, waardoor wij tot de gemeenschap der kerk
worden aangenomen, opdat wij, in Christus ingeplant, onder Gods kinderen worden
gerekend. En hij is ons door God met dit doel gegeven (hetgeen, gelijk ik leerde, alle
verborgenheden gemeen hebben), om te dienen in de eerste plaats tot een getuigenis
van ons geloof bij Hem, en verder tot belijdenis bij de mensen. Van beide bedoelingen
zullen wij de aard achtereenvolgens uiteenzetten. De Doop nu brengt aan ons geloof
drie dingen toe, die ook zelf stuk voor stuk moeten behandeld worden. Dit is het
eerste, dat de Doop ons door de Heere wordt voorgesteld om een teken en bewijs te
zijn van onze reinigmaking; of (om mijn bedoeling beter uit te leggen) als een
gezegeld handschrift, waardoor Hij ons wil bevestigen, dat al onze zonden zo
weggedaan, doorgehaald en uitgewist zijn, dat ze nooit voor zijn aangezicht zullen
komen, en niet vermeld en toegerekend zullen worden. Want Hij wil, dat allen, die
geloofd hebben, gedoopt worden tot vergeving der zonden. Diegenen daarom, die
menen, dat de Doop niets anders is dan een kenmerk en teken, waardoor wij voor de
mensen onze religie belijden, evenals soldaten de kentekenen van hun veldheer dragen
als een teken, dat zij hem dienen, die hebben hetgeen het eerste was in de Doop niet
overwogen. Dit nu is, dat hij door ons ontvangen moet worden met deze belofte, dat
alwie geloofd hebben en gedoopt zijn, zalig zullen worden (Marc. 16:16).