Nadat de volheid der heidenen is ingegaan, maar ja dit zegt nog niets over de plaats van de 1000 jaren...Echter, zoals Jozef de Egyptenaren de zaal uitstuurde toen hij zich aan zijn broers bekendmaakte, zal Jezus Zichzelf aan Zijn Joodse broeders bekendmaken. De christelijke kerk uit de heidenen, die het gelaat van Christus eeuwenlang zo voor de Joden verduisterde, heeft Hij daarbij even niet nodig.Afgewezen schreef:Maar de grote vraag is waarop het 'daarna' in deze tekst betrekking heeft. Een chiliast zal dat anders lezen dan een niet-chiliast.criticus schreef:Ik weet dat net zo goed als jij, maar als het in de context van de bekering en het herstel van Israël staat betreft het altijd de dagen die direct aansluiten op de komst van de Messias in heerlijkheid zie Hos.3: 5: Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Apocalyps
Re: Apocalyps
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Re: Apocalyps
Wees maar gerust, dit komt hierna nog uitvoerig aan de orde. Voorlopig wijs ik er op dat uit Hos.3 blijkt dat de bekering van Israël een bekering tot zijn Messias als theocratisch koning en niet als Hoofd van Zijn Gemeente zal zijn. Dit betekent dat hier een geheel andersoortige heilsbedeling aanbreekt. En dat is nu juist het messiaanse ofwel het D.J.rijk. Want Johannes bedoelt hetzelfde Koninkrijk en voegt hier alleen de tijdsduur van dit rijk aan toe. En aangezien zowel in de Apoc. als bij de profeten de oprichting van dit rijk bij de ( weder )komst aanbreekt is hiermee ook de betekenis van het daarna duidelijk. criticusMaar de grote vraag is waarop het 'daarna' in deze tekst betrekking heeft. Een chiliast zal dat anders lezen dan een niet-chiliast.
Nadat de volheid der heidenen is ingegaan, maar ja dit zegt nog niets over de plaats van de 1000 jaren...Echter, zoals Jozef de Egyptenaren de zaal uitstuurde toen hij zich aan zijn broers bekendmaakte, zal Jezus Zichzelf aan Zijn Joodse broeders bekendmaken. De christelijke kerk uit de heidenen, die het gelaat van Christus eeuwenlang zo voor de Joden verduisterde, heeft Hij daarbij even niet nodig.Joannah.
-
- Berichten: 1063
- Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44
Re: Apocalyps
En Hij antwoordde hun, zeggende: Wie is Mijn moeder, of Mijn broeders?Joannah schreef:Echter, zoals Jozef de Egyptenaren de zaal uitstuurde toen hij zich aan zijn broers bekendmaakte, zal Jezus Zichzelf aan Zijn Joodse broeders bekendmaken
En rondom overzien hebbende, die om Hem zaten, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders.
Want zo wie den wil van God doet, die is Mijn broeder, en Mijn zuster, en moeder.
Je uitleg is gelijk aan die van de faizeen, Joannah, niet de uitleg van de Heere Jezus, dus een Joodse uitleg een geen christelijke.
-----knip-knap-----niet op de persoon spelen. vr.gr. Helma
Re: Apocalyps
Openbaring 10 t/m 11:15 (2e excursie)
Hoewel de losprijs betaald is, is de koopbrief nog verzegeld en bewaard voor vele dagen (Jer.32:14). Tot op de dag van heden is de aarde bezet gebied van satan, de overste van deze wereld. In dit licht moeten wij dan ook de Openbaring lezen als een machtige worsteling tussen het rijk van satan en het rijk van Christus. In Openbaring 10 komt Hij Zijn rechtmatig eigendom, dat Hij als loon op Zijn arbeid van Zijn Vader *ontvangen heeft, opeisen en als Zijn bezit te claimen (Jes.49:3-6; Ps.2:8; Fil.2:8-10). En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
9 Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is;
10 Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
Dit is ook de geestelijke achtergrond van Openbaring 10:1-7. “Alle plaats waarop uw voetzool treedt, zal uwe zijn” (Deut.11:24). Als Hij Zijn voeten op de zee en op de aarde zet is dit een symbolische daad, waardoor Hij de ganse aarde als Zijn eigendom claimt. Ook valt hier op te merken dat als Hij zijn linkervoet op de ( Middellandse ) zee en zijn rechtervoet op de aarde ( Padmos ) zet Hij zweert met zijn aangezicht naar Jeruzalem
Maar wat men claimt moet ook nog binnen gehaald worden. En dit gaat door het grote wereldgericht heen (Jes.26:9). Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.
Vandaar de zeven donderslagen, die echter verzegeld worden. Daarom past het ons niet dezen nader te willen verklaren. Dit geldt echter alleen voor de zeven donderslagen en niet voor de gehele Openbaring (Openb.22:10). En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij.
Bijzondere aandacht verdient hier de tijdsbepaling en de betrokkenheid, het onlosmakelijk verband met de nog onvervulde profetie (vs. 7 die nadrukkelijk verbonden wordt met de zevende bazuin. ), maar in de dagen van de stem des zevenden Engels, als hij bazuinen zal, zal voleindigd worden de verborgenheid Gods, gelijk Hij verkondigd heeft aan zijne dienstknechten, de profeten.,
Ook hier blijkt weer duidelijk het eenmalige, het onomkeerbare van het eschaton van de eindtijd en hoe dwaas het is om deze dingen op de kerkgeschiedenis te projecteren. Want dit kan niet verbonden worden aan de prediking van het Evangelie, maar alleen aan de wederkomst van de Koning in macht en majesteit (Luk19:11). En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had, dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had.
Alles wacht hier op het ‘totdat’ van psalm 110 en 1 Korinthe15:25: De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.
25 Want Hij moet heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten zal gelegd hebben.
Wij lezen dan ook in Openbaring 20 met geen woord over de wederkomst van Christus na de duizend jaar, zoals de traditie wil en ook het post-chiliasme leert.
Hoofdstuk 11:1-15
Het is vaak moeilijk om de tussenlassingen chronologisch te plaatsen in het geheel van het eschaton. De tussenlassingen geven telkens een overzicht van de geestelijke en politieke toestand op aarde en dienen om de volgende gebeurtenissen te kunnen begrijpen.
Er zijn echter wel duidelijke herkenningspunten. Zo’n herkenningspunt vinden wij in hoofdstuk 11:1 en 2. Wij lezen in Daniël 9: 27 “en hij (d.i. de antichrist) zal velen het verbond versterken één week (d.i. 7 jaar; Lev. 25),
en in de helft der week zal hij het slacht- en het spijsoffer doen ophouden (d.i. 3,5 jaar) en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn” (zie 2 Thess.2:4). Daar ook Christus Zelf in Zijn rede over de eindtijd naar deze profetie van Daniël verwijst en deze nadrukkelijk verbindt aan de grote verdrukking (Math. 24), behoeven we niet in het duister te tasten waar wij Openbaring 11:1-15 moeten plaatsen. De tempel is inmiddels herbouwd (vs. 1 en 2) en het gelovige overblijfsel dat, na de grote omwenteling als de antichrist zijn masker afwerpt en zich in de ware gedaante vertoont, de woestijn in zal vluchten (Openb.12:14: En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang.) aanbidt God in de tempel. Het opmeten bewijst duidelijk dat God zowel de tempel, als die daarin aanbidden als Zijn eigendom erkent (Jer.10:16;;): Jakobs deel niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam Ps.16:6:; De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden;
Hier zie ik de dogmaticus al steigeren, en het is waar, ook voor Israël geen heil zonder zijn Messias. Echter, God gaat met Israël wel Zijn eigen weg en is aan niemand rekenschap verschuldigd van Zijn daden, ook niet aan Zijn kerk (Jes.45:11: Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven?).
Openbaring 12, 13 en 14
Deze hoofdstukken vormen één grote tussenlassing en ik kan in het kader van deze toelichting slechtst de hoofdzaken aanstippen. Openbaring 12 laat ons zien wie Israël is in Gods gedachten en ook eenmaal zijn zal. De vrouw is hier Israël en niet de kerk, want de kerk is uit Christus geboren, niet andersom (Jak.1:18: Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen. Gen.2:21,22; . Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.22:En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam;
1 Kor.11:8; Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw is uit den man
Ef.5:32; Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.
Maar naar het vlees is Hij een Zoon van Israël (Jes.9:5, Rom.9:5). Ook wordt hier gesproken van de aartsengel Michaël, die in de Schrift verbonden is aan het welzijn van Israël (Dan.10:21; 12:1). En te dier tijd zal Michael opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek
mvr.gr.criticus
Hoewel de losprijs betaald is, is de koopbrief nog verzegeld en bewaard voor vele dagen (Jer.32:14). Tot op de dag van heden is de aarde bezet gebied van satan, de overste van deze wereld. In dit licht moeten wij dan ook de Openbaring lezen als een machtige worsteling tussen het rijk van satan en het rijk van Christus. In Openbaring 10 komt Hij Zijn rechtmatig eigendom, dat Hij als loon op Zijn arbeid van Zijn Vader *ontvangen heeft, opeisen en als Zijn bezit te claimen (Jes.49:3-6; Ps.2:8; Fil.2:8-10). En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
9 Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is;
10 Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
Dit is ook de geestelijke achtergrond van Openbaring 10:1-7. “Alle plaats waarop uw voetzool treedt, zal uwe zijn” (Deut.11:24). Als Hij Zijn voeten op de zee en op de aarde zet is dit een symbolische daad, waardoor Hij de ganse aarde als Zijn eigendom claimt. Ook valt hier op te merken dat als Hij zijn linkervoet op de ( Middellandse ) zee en zijn rechtervoet op de aarde ( Padmos ) zet Hij zweert met zijn aangezicht naar Jeruzalem
Maar wat men claimt moet ook nog binnen gehaald worden. En dit gaat door het grote wereldgericht heen (Jes.26:9). Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.
Vandaar de zeven donderslagen, die echter verzegeld worden. Daarom past het ons niet dezen nader te willen verklaren. Dit geldt echter alleen voor de zeven donderslagen en niet voor de gehele Openbaring (Openb.22:10). En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij.
Bijzondere aandacht verdient hier de tijdsbepaling en de betrokkenheid, het onlosmakelijk verband met de nog onvervulde profetie (vs. 7 die nadrukkelijk verbonden wordt met de zevende bazuin. ), maar in de dagen van de stem des zevenden Engels, als hij bazuinen zal, zal voleindigd worden de verborgenheid Gods, gelijk Hij verkondigd heeft aan zijne dienstknechten, de profeten.,
Ook hier blijkt weer duidelijk het eenmalige, het onomkeerbare van het eschaton van de eindtijd en hoe dwaas het is om deze dingen op de kerkgeschiedenis te projecteren. Want dit kan niet verbonden worden aan de prediking van het Evangelie, maar alleen aan de wederkomst van de Koning in macht en majesteit (Luk19:11). En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had, dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had.
Alles wacht hier op het ‘totdat’ van psalm 110 en 1 Korinthe15:25: De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.
25 Want Hij moet heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten zal gelegd hebben.
Wij lezen dan ook in Openbaring 20 met geen woord over de wederkomst van Christus na de duizend jaar, zoals de traditie wil en ook het post-chiliasme leert.
Hoofdstuk 11:1-15
Het is vaak moeilijk om de tussenlassingen chronologisch te plaatsen in het geheel van het eschaton. De tussenlassingen geven telkens een overzicht van de geestelijke en politieke toestand op aarde en dienen om de volgende gebeurtenissen te kunnen begrijpen.
Er zijn echter wel duidelijke herkenningspunten. Zo’n herkenningspunt vinden wij in hoofdstuk 11:1 en 2. Wij lezen in Daniël 9: 27 “en hij (d.i. de antichrist) zal velen het verbond versterken één week (d.i. 7 jaar; Lev. 25),
en in de helft der week zal hij het slacht- en het spijsoffer doen ophouden (d.i. 3,5 jaar) en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn” (zie 2 Thess.2:4). Daar ook Christus Zelf in Zijn rede over de eindtijd naar deze profetie van Daniël verwijst en deze nadrukkelijk verbindt aan de grote verdrukking (Math. 24), behoeven we niet in het duister te tasten waar wij Openbaring 11:1-15 moeten plaatsen. De tempel is inmiddels herbouwd (vs. 1 en 2) en het gelovige overblijfsel dat, na de grote omwenteling als de antichrist zijn masker afwerpt en zich in de ware gedaante vertoont, de woestijn in zal vluchten (Openb.12:14: En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang.) aanbidt God in de tempel. Het opmeten bewijst duidelijk dat God zowel de tempel, als die daarin aanbidden als Zijn eigendom erkent (Jer.10:16;;): Jakobs deel niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam Ps.16:6:; De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden;
Hier zie ik de dogmaticus al steigeren, en het is waar, ook voor Israël geen heil zonder zijn Messias. Echter, God gaat met Israël wel Zijn eigen weg en is aan niemand rekenschap verschuldigd van Zijn daden, ook niet aan Zijn kerk (Jes.45:11: Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven?).
Openbaring 12, 13 en 14
Deze hoofdstukken vormen één grote tussenlassing en ik kan in het kader van deze toelichting slechtst de hoofdzaken aanstippen. Openbaring 12 laat ons zien wie Israël is in Gods gedachten en ook eenmaal zijn zal. De vrouw is hier Israël en niet de kerk, want de kerk is uit Christus geboren, niet andersom (Jak.1:18: Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen. Gen.2:21,22; . Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.22:En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam;
1 Kor.11:8; Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw is uit den man
Ef.5:32; Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.
Maar naar het vlees is Hij een Zoon van Israël (Jes.9:5, Rom.9:5). Ook wordt hier gesproken van de aartsengel Michaël, die in de Schrift verbonden is aan het welzijn van Israël (Dan.10:21; 12:1). En te dier tijd zal Michael opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek
mvr.gr.criticus
Re: Apocalyps
Nee, nee en nog eens nee. In het NT wordt duidelijk gesteld dat Jezus is verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving van zonden. Lees het maar na in Hand. 2 en Hand. 5. Zie hier de vervulling van Hosea 3!criticus schreef:Voorlopig wijs ik er op dat uit Hos.3 blijkt dat de bekering van Israël een bekering tot zijn Messias als theocratisch koning en niet als Hoofd van Zijn Gemeente zal zijn. Dit betekent dat hier een geheel andersoortige heilsbedeling aanbreekt. En dat is nu juist het messiaanse ofwel het D.J.rijk. Want Johannes bedoelt hetzelfde Koninkrijk en voegt hier alleen de tijdsduur van dit rijk aan toe. En aangezien zowel in de Apoc. als bij de profeten de oprichting van dit rijk bij de ( weder )komst aanbreekt is hiermee ook de betekenis van het daarna duidelijk. criticus
Dat hele onderscheid, dat Jezus nog geen theocratisch Koning zou zijn of iets van dien aard, is in feite een ongeloofsargument: wij zien het niet, dús is het nog niet zo.
Maar het NT zegt wat anders: wij zien het niet, maar het is wél zo!
En daarom is dat hele onderscheid dat jij steeds maakt, totaal uit de lucht gegrepen en alleen maar nodig om het chiliasme steun te geven. Maar steun in de Bijbel vindt het niet. Om je eigen woorden maar eens te gebruiken: het is volstrekte dwaasheid!
Re: Apocalyps
Nogmaals, je geeft aan die grote verdrukking een heel specifieke betekenis, maar heeft Jezus het in Matth. 24 over díé verdrukking waar jij op doelt? Of gaat het hier gewoon over het einde van de wereldgeschiedenis, waarin de Satan nog een korte tijd macht krijgt, en die een voorafschaduwing heeft gehad in de verdrukking door Antiochus Epifanes (het boek Daniël!) en de verwoesting van Jeruzalem (70 na Chr.)? Is dat niet een veel eenvoudiger en voor de hand liggender uitleg?criticus schreef:Er zijn echter wel duidelijke herkenningspunten. Zo’n herkenningspunt vinden wij in hoofdstuk 11:1 en 2. Wij lezen in Daniël 9: 27 “en hij (d.i. de antichrist) zal velen het verbond versterken één week (d.i. 7 jaar; Lev. 25),
en in de helft der week zal hij het slacht- en het spijsoffer doen ophouden (d.i. 3,5 jaar) en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn” (zie 2 Thess.2:4). Daar ook Christus Zelf in Zijn rede over de eindtijd naar deze profetie van Daniël verwijst en deze nadrukkelijk verbindt aan de grote verdrukking (Math. 24), behoeven we niet in het duister te tasten waar wij Openbaring 11:1-15 moeten plaatsen.
Waarom maak je het zo vreselijk ingewikkeld, dat een normaal mens het niet meer kan volgen?
Ik vind het knap hoe je teksten volledig uit hun verband kunt rukken.Hier zie ik de dogmaticus al steigeren, en het is waar, ook voor Israël geen heil zonder zijn Messias. Echter, God gaat met Israël wel Zijn eigen weg en is aan niemand rekenschap verschuldigd van Zijn daden, ook niet aan Zijn kerk (Jes.45:11: Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven?).

Re: Apocalyps
Wij lezen in Jesaja 66:7 “Eer zij barensnood had heeft zij gebaard, eer haar smart overkwam zo is zij van een knechtje verlost”. Afgezien van de kindermoord in Bethlehem heeft Israël bij de geboorte van het Kind geen barensweeën gekend. In de geschiedschrijving van Israël wordt de geboorte, het leven en de dood van Jezus slechts terloops vermeld. Ook hier wordt de tijd tussen komst en wederkomst over geslagen. Het Kind is onmiddellijk volwassen en wordt weggerukt tot God en Zijn troon. Eerst hier overvallen Israël de barensweeën van de geboorte van de wederkomende Messias (Jer.30:6, 7Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom zie Ik dan eens iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende vrouw, en alle aangezichten veranderd in bleekheid?; ;
Mich.5:2,3): En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israel en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
3 Daarom zal Hij hen prijsgeven tot de tijd, dat zij die baren zal, gebaard heeft. Dan zal het overblijfsel zijner broederen terugkeren met de Israelieten.
Daarom wordt hier de satan uit de hemel op aarde geworpen (wat ook weer een klaar bewijs is dat hij nog steeds niet gebonden is) en vangt hier de beslissende eindstrijd aan.
Hoofdstuk 13
Bij de toelichting op Openbaring 13 moet ik mezelf dwingen om binnen de grenzen van de opzet van dit geschrift te blijven. Reeds eerder heb ik erop gewezen dat de Openbaring zich niet laat lezen zonder een grondige kennis van de oudtestamentische profetie. Voor de verklaring van hoofdstuk 13 zou ik daarom eerst het boek Daniël uit moeten leggen, in het bijzonder hoofdstuk 7. Daarom beperk ik mij ook hier tot een samenvatting van de hoofdzaken.
In hoofdstuk 13:1 ziet Johannes uit de (volkeren)zee (Openb.17:15) een beest op komen met zeven de hoofden en tien hoornen. Dit beest stelt het (herstelde) Romeinse rijk voor (vs. 3),
het vierde dier uit Daniël 7. Dit staat historisch vast, want wij weten allen dat het Romeinse rijk de opvolger was van het Griekse van Alexander de Grote (Dan.8:21). En ook bij Daniël wordt dit rijk vernietigd bij de komst van de Zoon des mensen (Dan.2:44,45; 7:13,14). Ook de tijdsbepaling is hier veelzeggend; tijd, tijden en een halve tijd (vs. 25) 42 maanden d.i. 3,5 jaar (Openb.13:5). Het hoofd, of de dictator van dit rijk zal een zevenjarig verbond sluiten met de afvallige, goddeloze vorst van Israël (Ezech.21:25), de valse profeet, het tweede beest dat uit de aarde opkomt en de eigenlijke antichrist is. Dan zal de gruwel der verwoesting in de heilige plaats, d.i. de tempel, staan en er een verdrukking over de aarde, maar in het bijzonder over het land en het volk Israël gaan als nooit tevoren (Math.24:21: Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
Ook deze verdrukking eindigt met de komst van de Messias, wat duidelijk bewijst dat het hier om dezelfde periode in de geschiedenis gaat en niet dezelfde is als de verdrukking waar Jezus van spreekt in Johannes 16:33. Tenslotte nog iets over het getal 666. Zowel in het Griekse als in het Hebreeuwse alfabet hebben alle letters een getalswaarde. Symbolisch is zes het getal van de mens, die op de zesde dag geschapen is. De samenstelling betekent een opklimming van aardse macht en heerschappij, zowel in een negatieve (de macht van Babel, Dan.3:1: De koning Nebukadnezar maakte een beeld van goud, welks hoogte was zestig ellen, zijn breedte zes ellen; hij richtte het op in het dal Dura, in het landschap van Babel.
als in positieve zin (2 Kron.9:13: Het gewicht nu van het goud, dat voor Salomo op een jaar inkwam, was zeshonderd zes en zestig talenten gouds; Het is het getal van de Messias naar Zijn mensheid, daarom neemt de pseudo-Messias een naam aan die met dit getal overeenkomt (vgl. hier Ps.8 met Hebr.2). Het heeft dan ook geen enkele zin daar nu reeds op te gaan zitten puzzelen om dit in te vullen. Maar de gelovigen in die tijd die het verstand hebben (vs.18) zullen hem herkennen aan het getal van zijn naam. Dus niet de naam van zijn getal invullen, dat is natte vingerwerk.
criticus
Mich.5:2,3): En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israel en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
3 Daarom zal Hij hen prijsgeven tot de tijd, dat zij die baren zal, gebaard heeft. Dan zal het overblijfsel zijner broederen terugkeren met de Israelieten.
Daarom wordt hier de satan uit de hemel op aarde geworpen (wat ook weer een klaar bewijs is dat hij nog steeds niet gebonden is) en vangt hier de beslissende eindstrijd aan.
Hoofdstuk 13
Bij de toelichting op Openbaring 13 moet ik mezelf dwingen om binnen de grenzen van de opzet van dit geschrift te blijven. Reeds eerder heb ik erop gewezen dat de Openbaring zich niet laat lezen zonder een grondige kennis van de oudtestamentische profetie. Voor de verklaring van hoofdstuk 13 zou ik daarom eerst het boek Daniël uit moeten leggen, in het bijzonder hoofdstuk 7. Daarom beperk ik mij ook hier tot een samenvatting van de hoofdzaken.
In hoofdstuk 13:1 ziet Johannes uit de (volkeren)zee (Openb.17:15) een beest op komen met zeven de hoofden en tien hoornen. Dit beest stelt het (herstelde) Romeinse rijk voor (vs. 3),
het vierde dier uit Daniël 7. Dit staat historisch vast, want wij weten allen dat het Romeinse rijk de opvolger was van het Griekse van Alexander de Grote (Dan.8:21). En ook bij Daniël wordt dit rijk vernietigd bij de komst van de Zoon des mensen (Dan.2:44,45; 7:13,14). Ook de tijdsbepaling is hier veelzeggend; tijd, tijden en een halve tijd (vs. 25) 42 maanden d.i. 3,5 jaar (Openb.13:5). Het hoofd, of de dictator van dit rijk zal een zevenjarig verbond sluiten met de afvallige, goddeloze vorst van Israël (Ezech.21:25), de valse profeet, het tweede beest dat uit de aarde opkomt en de eigenlijke antichrist is. Dan zal de gruwel der verwoesting in de heilige plaats, d.i. de tempel, staan en er een verdrukking over de aarde, maar in het bijzonder over het land en het volk Israël gaan als nooit tevoren (Math.24:21: Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
Ook deze verdrukking eindigt met de komst van de Messias, wat duidelijk bewijst dat het hier om dezelfde periode in de geschiedenis gaat en niet dezelfde is als de verdrukking waar Jezus van spreekt in Johannes 16:33. Tenslotte nog iets over het getal 666. Zowel in het Griekse als in het Hebreeuwse alfabet hebben alle letters een getalswaarde. Symbolisch is zes het getal van de mens, die op de zesde dag geschapen is. De samenstelling betekent een opklimming van aardse macht en heerschappij, zowel in een negatieve (de macht van Babel, Dan.3:1: De koning Nebukadnezar maakte een beeld van goud, welks hoogte was zestig ellen, zijn breedte zes ellen; hij richtte het op in het dal Dura, in het landschap van Babel.
als in positieve zin (2 Kron.9:13: Het gewicht nu van het goud, dat voor Salomo op een jaar inkwam, was zeshonderd zes en zestig talenten gouds; Het is het getal van de Messias naar Zijn mensheid, daarom neemt de pseudo-Messias een naam aan die met dit getal overeenkomt (vgl. hier Ps.8 met Hebr.2). Het heeft dan ook geen enkele zin daar nu reeds op te gaan zitten puzzelen om dit in te vullen. Maar de gelovigen in die tijd die het verstand hebben (vs.18) zullen hem herkennen aan het getal van zijn naam. Dus niet de naam van zijn getal invullen, dat is natte vingerwerk.
criticus
Re: Apocalyps
Voordat ik verder ga eerst maar even een tussenstop i.v.m. de critiek van mijn geachte opponenten:
Het verbaast mij dat van mij verwacht wordt dat ik bewijs dat deze ellendige van bloed druipende wereld onmogelijk het aan Israël beloofde vrederijk op aarde kan zijn waarin de satan gebonden is en waarvan ik lees:
Jes:1 Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
4 En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.
5 Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN.
11:6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
7 De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.
10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
Jes. 65:17 Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen.
18 Maar weest gijlieden vrolijk, en verheugt u tot in der eeuwigheid in hetgeen Ik schep; want ziet, Ik schep Jeruzalem een verheuging, en haar volk een vrolijkheid.
19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des geschreeuws.
20 Van daar zal niet meer wezen een zuigeling van weinig dagen, noch een oud man, die zijn dagen niet zal vervullen; want een jongeling zal sterven, honderd jaren oud zijnde, maar een zondaar, honderd jaren oud zijnde, zal vervloekt worden.
21 En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten.
22 Zij zullen niet bouwen, dat het een ander bewone; zij zullen niet planten, dat het een ander ete, want de dagen Mijns volks zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn uitverkorenen zullen het werk hunner handen verslijten.
23 Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen met hen.
24 En het zal geschieden, eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.
25 De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg, zegt de HEERE.
En ik lees in mijn bijbel:
Handelingen 5:3 En Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heiligen Geest liegen zoudt, en onttrekken van den prijs des lands?
2 Corinthiërs 11:14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.
1 Thessalonicen 2:18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
1 Petr.5:8 Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
Openbaring 2:10 Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
Als een niet alleen gebonden maar ook nog eens in en boven hem verzegelde afgrond geworpen satan hiertoe in staat is zou ik gaarne van mijn geachte opponenten willen vernemen wat er dan gebeurt als hij weer losgelaten wordt? Of valt wat ik hier schrijf ook weer onder de rubriek ‘vielleine stemmingmakerij?
Maar nogmaals, Calvijn heeft in navolging van Augustinus aan de hemelvaart verbonden wat de Schrift aan de komst van de Messias in heerlijkheid verbindt. Zach.14, Apoc. 19. Nu was dat ten tijde van de Pax Romana nog enigszins te begrijpen, hoewel het ook toen al een cardinale fout was dit rijk van Israël los te koppelen. Maar wie dat nu nog gelooft kan ik alleen maar aanraden: ‘Wrijf je ogen uit en wordt eens wakker, lees de krant en kijk eens naar het journaal’. En als dat ook niet helpt weet ik niet meer wat ik nog zeggen moet! criticus
Het verbaast mij dat van mij verwacht wordt dat ik bewijs dat deze ellendige van bloed druipende wereld onmogelijk het aan Israël beloofde vrederijk op aarde kan zijn waarin de satan gebonden is en waarvan ik lees:
Jes:1 Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
4 En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.
5 Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN.
11:6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
7 De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.
10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
Jes. 65:17 Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen.
18 Maar weest gijlieden vrolijk, en verheugt u tot in der eeuwigheid in hetgeen Ik schep; want ziet, Ik schep Jeruzalem een verheuging, en haar volk een vrolijkheid.
19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des geschreeuws.
20 Van daar zal niet meer wezen een zuigeling van weinig dagen, noch een oud man, die zijn dagen niet zal vervullen; want een jongeling zal sterven, honderd jaren oud zijnde, maar een zondaar, honderd jaren oud zijnde, zal vervloekt worden.
21 En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten.
22 Zij zullen niet bouwen, dat het een ander bewone; zij zullen niet planten, dat het een ander ete, want de dagen Mijns volks zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn uitverkorenen zullen het werk hunner handen verslijten.
23 Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen met hen.
24 En het zal geschieden, eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.
25 De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg, zegt de HEERE.
En ik lees in mijn bijbel:
Handelingen 5:3 En Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heiligen Geest liegen zoudt, en onttrekken van den prijs des lands?
2 Corinthiërs 11:14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.
1 Thessalonicen 2:18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
1 Petr.5:8 Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
Openbaring 2:10 Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
Als een niet alleen gebonden maar ook nog eens in en boven hem verzegelde afgrond geworpen satan hiertoe in staat is zou ik gaarne van mijn geachte opponenten willen vernemen wat er dan gebeurt als hij weer losgelaten wordt? Of valt wat ik hier schrijf ook weer onder de rubriek ‘vielleine stemmingmakerij?
Maar nogmaals, Calvijn heeft in navolging van Augustinus aan de hemelvaart verbonden wat de Schrift aan de komst van de Messias in heerlijkheid verbindt. Zach.14, Apoc. 19. Nu was dat ten tijde van de Pax Romana nog enigszins te begrijpen, hoewel het ook toen al een cardinale fout was dit rijk van Israël los te koppelen. Maar wie dat nu nog gelooft kan ik alleen maar aanraden: ‘Wrijf je ogen uit en wordt eens wakker, lees de krant en kijk eens naar het journaal’. En als dat ook niet helpt weet ik niet meer wat ik nog zeggen moet! criticus
Re: Apocalyps
Zoals gezegd, dit is een ongeloofsargument. Alleen al de uitdrukking 'deze ellendige, van bloed druipende wereld'.criticus schreef:Voordat ik verder ga eerst maar even een tussenstop i.v.m. de critiek van mijn geachte opponenten:
Het verbaast mij dat van mij verwacht wordt dat ik bewijs dat deze ellendige van bloed druipende wereld onmogelijk het aan Israël beloofde vrederijk op aarde kan zijn waarin de satan gebonden is en waarvan ik lees:
Het vrederijk is wél gekomen, maar het is nog niet zichtbaar. Dát zal komen na de wederkomst van Christus, zie 2 Petrus 3.
Maar dat die OT profetieën, zoals welke jij aanhaalt, vervuld zijn in de toebrenging van de gemeente van Jood en heiden, kunnen we lezen in Handelingen 2, waar we lezen: "En het zal zijn, dat een iegelijk die de Naam des Heeren zal aaroepen, zalig zal worden."
Vergelijk dit eens met wat er staat in Joël 2:32, waaraan Petrus in zijn toespraak refereert:
En het zal geschieden, al wie de Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.*
Hoe moeten we dus die 'ontkoming op de berg Sion en te Jeruzalem' verstaan? Als iets wat nog in de toekomst ligt, in een 'letterlijk' vrederijk, met een nieuwe tempel, etc.? Nee, maar het is hier, waar het Woord van het Evangelie uitgaat, waar de gemeente is vergaderd, waar de Geest is uitgestort en waar Christus wordt gepredikt als de verhoogde Vorst en Zaligmaker!
Wie dat niet ziet, ja, die ziet alleen 'een ellendige, van bloed druipende wereld'. Maar die kijkt ook niet goed.
* Voor een goed begrip van het verband waarin de Pinksterprofetie staat, citeer ik een langere pericoop uit Joël 2 (zie de overeenkomst met de door jou geciteerde profetieën):
21 Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan.
22 Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen weder jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven.
23 En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand.
24 En de dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen van most en olie overlopen.
25 Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
26 En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israël ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.
30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.
31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.
Re: Apocalyps
Ik heb dit pas ook nogmaals gelezen en was ook van plan het te posten. Let ook op de verhouding tussen het 'niet beschaamd worden in eeuwigheid' en het 'daarna'. We weten zeker dat vers 28 al gebeurd is. Dan moet vers 27 dus ook al gebeurd zijn / begonnen zijn. Israël is vanaf het jaar 30 niet meer beschaamd geweest. En zal dat ook nooit meer zijn.Afgewezen schreef:Joël 2 schreef: 26 En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israël ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
Moeten we echter wel goed begrijpen wat Israël is.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
-
- Berichten: 1063
- Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44
Re: Apocalyps
Het is de bijbel juist lezen neem bijvoorbeeld het volgende.criticus schreef:Het verbaast mij dat van mij verwacht wordt dat ik bewijs dat deze ellendige van bloed druipende wereld onmogelijk het aan Israël beloofde vrederijk op aarde kan zijn waarin de satan gebonden is en waarvan ik lees:
Jes:1 Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
Dit deze profetie is al uitgekomen gedurende de gehele NT periodecriticus schreef:11:6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen;
De Heere Jezus zei:
Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.
Verder spreekt de Heere Jezus over wolven in schaapskleding.
Maar het zal ons geen kwaad doen, als we op de berg des Heeren zijn.
Al komen we met ons geloof alleen te staan dan klinkt het in de ziel, "IK zal u niet begeven, Ik zal u niet verlaten"!!
Dan zongen de heiligen uit vroegere dagen "Ruwe stormen mogen woeden alles om mij heen zij nacht God MIJN God zal mij behoeden!
God heeft deze van bloeddruipende wereld vol zonden toch goed gedacht voor Zijn kinderen als lammeren onder de wolven, als een kind(van God) bij in een slanggenest!
Er zijn maar weinigen die dit zo ervaren, maar de apostel Petrus wijst erop.
In welke gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen;
Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus;
Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen.
Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied;
Als er dan eindelijk een soort antichristelijke "vrede" is, zal men roepen vrede, vrede terwijl er geen vrede is.
In het vrederijk is er vrede met God, dat wil niet zeggen dat er vrede in de wereld is, de meesten vinden de vrede in de wereld echter belangrijker, zoals alle uiterlijke dingen
Re: Apocalyps
Ik gaf in mijn vorige bericht een uitvoerig citaat van de profeet Jesaja. ---verwijderd---
Hoofdstuk 14
Net als in een diaserie is de profetie flitsend. Het visioen richt zich dan op aarde en dan weer op de hemel. Na het verslag van de zware strijd en oordelen Gods op de aarde, geeft Openbaring 14:1-5 een vooruitblik op de overwinning die historisch pas een feit wordt in Openbaring 19:11-21. Het betreft hier een tafereel in het duizendjarig rijk, als het Lam met het gelovige overblijfsel van Israël vanaf de tempelberg zal regeren (Jes.2:1-5: Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
4 En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.
Zach.14:9): En de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
De 144000 bevinden zich op aarde (vs. 1), de citerspelers in de hemel (vs. 2,3). Het gezang dat zij voorzingen kan op aarde niemand leren dan de 144000. Hier zien wij weer iets van de grote verscheidenheid in de verschillende categorieën van verlosten van de toekomende eeuw (1 Kor.15:40, 41: En er zijn hemelse lichamen, en er zijn aardse lichamen; maar een andere is de heerlijkheid der hemelse, en een andere der aardse.
41 Een andere is de heerlijkheid der zon, en een andere is de heerlijkheid der maan, en een andere is de heerlijkheid der sterren; want de ene ster verschilt in heerlijkheid van de andere ster.
Vers 6 t/m 13 is een laatste waarschuwing en ultimatum om zich alsnog tot God te bekeren en Hem als de Schepper van alles te eren (Rom.1:18-21: 18 Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
19 Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
20 Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden.
Degenen die nu ter elfder ure nog tot geloof komen, zullen zo zwaar moeten lijden dat de (martel)dood hen een verlossing zal zijn (vs. 13). criticus
Hoofdstuk 14
Net als in een diaserie is de profetie flitsend. Het visioen richt zich dan op aarde en dan weer op de hemel. Na het verslag van de zware strijd en oordelen Gods op de aarde, geeft Openbaring 14:1-5 een vooruitblik op de overwinning die historisch pas een feit wordt in Openbaring 19:11-21. Het betreft hier een tafereel in het duizendjarig rijk, als het Lam met het gelovige overblijfsel van Israël vanaf de tempelberg zal regeren (Jes.2:1-5: Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
4 En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.
Zach.14:9): En de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
De 144000 bevinden zich op aarde (vs. 1), de citerspelers in de hemel (vs. 2,3). Het gezang dat zij voorzingen kan op aarde niemand leren dan de 144000. Hier zien wij weer iets van de grote verscheidenheid in de verschillende categorieën van verlosten van de toekomende eeuw (1 Kor.15:40, 41: En er zijn hemelse lichamen, en er zijn aardse lichamen; maar een andere is de heerlijkheid der hemelse, en een andere der aardse.
41 Een andere is de heerlijkheid der zon, en een andere is de heerlijkheid der maan, en een andere is de heerlijkheid der sterren; want de ene ster verschilt in heerlijkheid van de andere ster.
Vers 6 t/m 13 is een laatste waarschuwing en ultimatum om zich alsnog tot God te bekeren en Hem als de Schepper van alles te eren (Rom.1:18-21: 18 Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
19 Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
20 Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden.
Degenen die nu ter elfder ure nog tot geloof komen, zullen zo zwaar moeten lijden dat de (martel)dood hen een verlossing zal zijn (vs. 13). criticus
-
- Berichten: 1063
- Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44
Re: Apocalyps
In mijn vorige posting heb ik net aangetoond dat het helemaal niet over het dierenrijk gaat!criticus schreef:En deze vrede zich over zich over de ganse aarde uitstrekt tot in het dierenrijk toe,
Als je alles naast je neerlegt en je eigen weg gaat, schrijf dan een boek en ga niet op een discussieforum!
criticus schreef:Ik gaf in mijn vorige bericht een uitvoerig citaat van de profeet Jesaja. Nu kan iedere verstandige lezer met een oogopslag zien dat een vrederijk zoals hier beschreven wordt met Israël als middelpunt, Jeruzalem als hoofdstad en het huis des Heeren als centrum van de Godsverering onmogelijk een verborgen rijk kan zijn.
Geloof dat gezien wordt is geen geloof, maar geloof gaat over hetgene wat niet gezien wordt.
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet
Daaraan kun je zien dat de chiliastische dromen niet tot het bijbels geloof behoren!
Re: Apocalyps
Nog even een toelichting op mijn uitvoerige citaten over het vrederijk:
Iedere verstandige lezer kan met een oogopslag zien dat een vrederijk zoals hier beschreven wordt met Israël als middelpunt, Jeruzalem als hoofdstad en het huis des Heeren als centrum van de Godsverering onmogelijk een verborgen rijk kan zijn. En dat temeer daar de heerschappij van de Messias door alle koningen erkend zal worden Ps.2 en 72 en de aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren. En deze vrede zich over zich over de ganse aarde uitstrekt tot in het dierenrijk toe, ja ook de natuur doortintelt met een heerlijke vreugde en vrede zoals de psalmen 95-100 getuigen. Dat kan dus geen verborgen rijk zijn. Het Koninkrijk Gods is nu idd. in zijn verborgen gestalte aanwezig in de Gemeente en blijft ook verborgen zolang de Koning nog verborgen is zie Hebt 2: 8. Maar wij hebben het hier over de Apoc. waarin alles manifest wordt en de Messias zal geopenbaard zijn en heersen van de zee tot aan de zee en van de rievier tot aan de einde der aarde zie Ps. 72:8. criticus
Iedere verstandige lezer kan met een oogopslag zien dat een vrederijk zoals hier beschreven wordt met Israël als middelpunt, Jeruzalem als hoofdstad en het huis des Heeren als centrum van de Godsverering onmogelijk een verborgen rijk kan zijn. En dat temeer daar de heerschappij van de Messias door alle koningen erkend zal worden Ps.2 en 72 en de aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren. En deze vrede zich over zich over de ganse aarde uitstrekt tot in het dierenrijk toe, ja ook de natuur doortintelt met een heerlijke vreugde en vrede zoals de psalmen 95-100 getuigen. Dat kan dus geen verborgen rijk zijn. Het Koninkrijk Gods is nu idd. in zijn verborgen gestalte aanwezig in de Gemeente en blijft ook verborgen zolang de Koning nog verborgen is zie Hebt 2: 8. Maar wij hebben het hier over de Apoc. waarin alles manifest wordt en de Messias zal geopenbaard zijn en heersen van de zee tot aan de zee en van de rievier tot aan de einde der aarde zie Ps. 72:8. criticus
Re: Apocalyps
Als we zeggen dat het Koninkrijk verborgen is dan gaan we ook te kort door de bocht.criticus schreef:Nog even een toelichting op mijn uitvoerige citaten over het vrederijk:
Iedere verstandige lezer kan met een oogopslag zien dat een vrederijk zoals hier beschreven wordt met Israël als middelpunt, Jeruzalem als hoofdstad en het huis des Heeren als centrum van de Godsverering onmogelijk een verborgen rijk kan zijn. En dat temeer daar de heerschappij van de Messias door alle koningen erkend zal worden Ps.2 en 72 en de aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren. En deze vrede zich over zich over de ganse aarde uitstrekt tot in het dierenrijk toe, ja ook de natuur doortintelt met een heerlijke vreugde en vrede zoals de psalmen 95-100 getuigen. Dat kan dus geen verborgen rijk zijn. Het Koninkrijk Gods is nu idd. in zijn verborgen gestalte aanwezig in de Gemeente en blijft ook verborgen zolang de Koning nog verborgen is zie Hebt 2: 8. Maar wij hebben het hier over de Apoc. waarin alles manifest wordt en de Messias zal geopenbaard zijn en heersen van de zee tot aan de zee en van de rievier tot aan de einde der aarde zie Ps. 72:8. criticus
Ook hier moeten we met twee woorden spreken.
Het heil is 2000 jaar geleden voor de volkeren openbaar geworden, en daarmee ook Gods Koninkrijk.
Maar zonder dat de ogen geopend zijn door het werk van de Heilige Geest blijft het Koninkrijk verborgen voor de mensen.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer